Vragen - jrg. 76-22

ds. Theo Niemeijer • 76 - 2000/01 • Uitgave: 22
In de problematiek: echtscheiden en hertrouwen stuit ik op een bijbelgedeelte, wat ik niet helemaal begrijp. Het gaat om Deuteronomium 24:1-5, waarin we kunnen lezen, hoe een vrouw na haar scheiding de vrouw van een ander wordt. Is opnieuw trouwen na echtscheiding dan toch bijbels? (H. J. te B.)

Antwoord:
Er is al heel veel geschreven over het thema "scheiden en hertrouwen'. Vaak probeert men hierin de bijbelse boodschap passend te maken op de problematiek waarin men op dat moment verkeert… een hele verkeerde manier van bijbelgebruik!

Duidelijke, bijbelse uitspraken zoals: "al wie een weggezondene trouwt pleegt echtbreuk" (Mattheus 5:32b.) en "de gehuwde vrouw is door de wet aan haar man verbonden, zolang deze leeft, wanneer echter de man sterft, is zij ontslagen van de wet" (Romeinen 7:1). Deze duidelijke uitspraken kunnen met geen enkel ander bijbelgedeelte in tegenspraak staan.

In Deuteronomium 24:1-5 gaat het om een vrouw, die zich in haar huwelijk schandelijk gedraagt (S.V.) en op grond daarvan de basis van haar huwelijk kwijtraakt. Ze wordt door haar man weggezonden maar gaat "haars weegs" (vs. 2). Hierin wordt aangegeven, dat ze zonder berouw te tonen op de weg verder gaat die ze ingeslagen is… verder in de ontucht!

Ze wordt de vrouw van een ander (er staat niet bij, dat God zijn goedkeuring hieraan verbindt!). Na verloop van tijd krijgt deze tweede man ook een afkeer van deze vrouw, die zich schandelijk gedraagt en waarschijnlijk nog steeds "haars weegs gaat'. In deze situatie wordt er dan duidelijk op gewezen dat de eerste man haar niet meer terug mag nemen, waarom? De rede wordt dan ook direct aangegeven: "nadat zij zich verontreinigd heeft!”.

In het feit dat zij, na haar scheiding, met een andere man trouwde ligt de oorzaak van deze verontreiniging. Indien zij niet "baars weegs" gegaan was en tot inkeer gekomen was van haar schandelijke levenswandel en besloot haar man om vergeving en herstel te vragen, zou er geen enkele belemmering geweest zijn voor de eerste man om haar weer terug te nemen. Het is juist het feit van de nieuwe verbintenis die zij aangegaan is en waardoor zij ten opzichte van haar eerste huwelijk verontreinigd geworden is, zodat de weg terug niet meer mogelijk is.

Voorstanders van het hertrouwen na echtscheiding zullen juist met dit bijbelgedeelte een zware dobber hebben om hun visie op deze problematiek overeind te houden. Heel belangrijk is het, dat we deze problematiek zowel theologisch als pastoraal tegemoet treden. Deze twee gebieden mogen in de begeleiding van gescheiden partners elkaar nooit tegenspreken. Iedere echtscheiding heeft weer zijn eigen oorzaak en achtergrond en vraagt om een zorgvuldige benadering. Maar laten we daarbij nooit de bijbelse richtlijnen via allerlei kunstgrepen (o.a. vertaalmoeilijkheden en varianten) ombuigen om scheiding en hertrouwen bijbels te legaliseren.


In Het Zoeklicht nr. 13 schrijft u over de Here Jezus, dat Hij als de eniggeboren Zoon van God op aarde kwam en als de Eerstgeboren Zoon uit de doden opstond. Kunt u mij vertellen, waar dat staat? (W. D. te Z.)

Antwoord:
Toen de Here Jezus op aarde geboren werd, was er op dat moment maar één Zoon van God. Hij was de eniggeboren Zoon van God. We lezen echter dat Hij er naar verlangde, niet alleen te blijven en leerde ons, dat de graankorrel in de aarde moest sterven, om vervolgens zich te kunnen vermenigvuldigen Johannes 12:24). Zo ging het ook met Adam, waarvan we lezen, dat hij niemand vond en alleen was. God bracht Adam in een diepe slaap (letterlijk doodsslaap), waarin de zijde van Adam geopend werd en Eva tevoorschijn kwam. Zo weten we ook, dat de eniggeboren Zoon in de doodsslaap moest gaan, waarbij ook zijn zijde geopend werd en van waaruit de Gemeente voortgekomen is. Zo zien we dat, zowel de eerste Adam als de laatste Adam, in een doodsslaap terechtkwamen om niet meer alleen te blijven.

In Colossenzen 1:18 lezen we dan ook, dat Hij niet de eniggeborene, maar de eerstgeborene uit de doden is geworden. In Romeinen 8:29 lezen we, dat de Here Jezus de eerstgeborene onder vele broeders geworden is, waarmee duidelijk aangegeven wordt dat de Here Jezus door de overwinning op de dood van de eniggeboren Zoon van God de eerstgeboren Zoon van God geworden is. Hij schaamt zich niet om ons broeders (Zonen van God) te noemen.. .en dit werd allemaal mogelijk door het verlossingswerk op Golgotha.

Door het geloof in het volbrachte werk van de Here Jezus worden we Kinderen van God en broeders van de Here Jezus. Hoe staat u tegenover het verlossingswerk van de Here Jezus? Bent u al door genade een Kind van God? Bent u ook al uit God geboren? In Johannes 1:12,13 lezen we: "Doch allen, die Hem hebben aangenomen, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven; die niet uit bloed, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn''. Zoals de Zoon van God in de moederschoot van Maria door de Heilige Geest verwekt werd en Zoon Gods genoemd zou worden, zo vindt door de wedergeboorte eigenlijk ditzelfde wonder in de gelovige plaats, dan wel niet lichamelijk maar geestelijk. Zo zien we, dat de Here Jezus als de eniggeboren Zoon van God in Bethlehem geboren werd, maar als de eerstgeboren Zoon van God vanaf de Olijfberg ten hemel voer en dat door de uitstorting van de Heilige Geest, als vrucht op het volbrachte werk, vele zonen Gods geboren werden.


E. D. te Z. zou het fijn vinden om met één of meer vraagstellers in contact te komen en zo nog wat dieper op de vragen in te gaan. Is dit mogelijk?

Antwoord:
Helaas is dit niet mogelijk omdat de vraagstellers meestal vragen hun volledige naam niet te vermelden. Dit was ook het geval met de vraagsteller, waar u op doelt.


In Deuteronomium 21:21 staat dat een weerspannige zoon, die naar zijn vader en moeder niet wil luisteren, door de ouders naar de stadspoort gebracht moet worden en dat deze daar door de mannen van de stad gestenigd moet worden. In 22:21 lees ik over een vrouw, die bij de huwelijksnacht geen maagd blijkt te zijn, en als gevolg daarvan gestenigd dient te worden. Hoe moeten we met deze wetten vandaag omgaan? Ik heb grote moeite met zulk soort bijbelgedeelten. (E. B. te H.)

Antwoord:
De uitdrukking "Zo zult gij het kwaad uit uw midden wegdoen” vinden we veelvuldig in dit bijbelgedeelte. Israël kwam in een land, waar geheel andere regels golden en waar Gods volk zich verre van diende te houden. God wilde zijn volk rein houden en liet heel duidelijk weten hoe Hij over zaken zoals ongehoorzaamheid van kinderen aan ouders en seksuele gemeenschap voor het huwelijk denkt. Zijn houding is hierin in geen enkel opzicht veranderd. God haat de ongehoorzaamheid van kinderen aan hun ouders en vindt het vreselijk, dat jonge mensen voor de huwelijksdag al seksuele gemeenschap met elkaar hebben.. .ook al vinden wij dit zo langzamerhand de gewoonste zaak van de wereld.

We hebben vaak de gedachte, dat de Here God wel met onze maatschappij mee verandert en er ook wel gewend aan raakt.. .maar zo gaat dit bij God niet. Hij is en blijft altijd dezelfde en zal in zijn houding ten opzichte van de zonde ook nooit veranderen. Wat God 5000 jaar geleden zonde noemde, dat noemt Hij vandaag nog net zo goed zonde! Zijn houding ten opzichte van deze zonde is dus niet veranderd, maar wel zijn handelen. Vandaag wordt zijn handelen bestuurd door de genade, die in de Here Jezus Christus naar ons toegekomen is. In Christus is zowel de genade als de waarheid naar ons toegekomen (Johannes 1:14).

Wat mogen we de Here Jezus dankbaar zijn, dat zijn komst ook een verandering gebracht heeft in het handelen van God. Zijn handelen staat met name nu in het teken van Gods genade, maar nogmaals, zijn houding ten opzichte van de zonde is niet veranderd!

ds. Theo Niemeijer