Vragen - jrg. 76-19

ds. Theo Niemeijer • 76 - 2000/01 • Uitgave: 19
In Daniël 5:26 vinden we de woorden die tijdens het feest van Belsazar op de wand geschreven werden: "Mene, mene, tekel, ufarsin''. Nu wordt er wel een uitleg gegeven over de eerste drie woorden maar het laatste "ufarsfm" wordt door Daniël niet vertaald. Kunt u mij de vertaling geven? (G. G. te W.)

Antwoord:
Het zijn Aramese woorden met de letterlijke betekenis: "geteld, geteld, gewogen en aan stukken". Het woord Ufarsin, dat op de wand geschreven werd met de betekenis "zij verdelen het" wordt door Daniël veranderd in Peres wat "Hij verdeelt" betekent. Hiermee gaf God aan, dat het Babylonische koninkrijk verdeeld werd en aan de Meden en Perzen gegeven zou worden.


Is de duivel ook op de hoogte van mijn gedachten? (J. S. te L.)

Antwoord:
De woorden "Gij verstaat van verre mijn gedachten…" uit Psalm 139:2 komt niemand anders toe dan alleen de Here God. In 1 Corinthiërs 1:11 lezen we: 'Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is." Satan kan wel onze gedachten beïnvloeden. Onze gedachtewereld is een onderdeel van onze ziel (persoonlijkheid).

Onze ziel bestaat uit onze gedachten, de wil en het gevoel. Wanneer de Geest van God in ons woont en ons leven leidt, dan beïnvloedt Hij onze gedachten. Christenen die door Gods Geest geleid worden denken, voelen anders en hun wil wordt door God bestuurd. Wanneer echter iemand de Geest van God niet heeft en zich als gevolg daarvan door de geest van deze wereld laat leiden zal ook anders denken, voelen en willen. Zo begrijpen we dat we "alle gedachten als krijgsgevangene onder de gehoorzaamheid van God moeten brengen" (2 Corinthiërs 10:5 s.v.). We moeten onze
gedachtewereld niet zomaar de vrije loop laten. De Bijbel roept ons op om onze gedachten onder controle te houden. Zo lezen we in Filippenzen 4:8 "Voorts, broeders, al wat waar, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat!"

Onreine gedachten kun je koesteren en toelaten in je gedachteleven, maar de Bijbel roept ons op om deze gedachten als krijgsgevangene onder de gehoorzaamheid van Christus te brengen en heel gericht, door de leiding van Gods Geest, aan andere dingen te denken. Door onze volkomen overgave, ook lichamelijk, worden we volgens Romeinen 12:2 "hervormd, door de vernieuwing van ons denken". Hij zegt daarna dan ook: "koestert u geen gedachten, hoger dan uw voegen...", waaruit we duidelijk kunnen concluderen, dat we ons gedachteleven niet zomaar de vrije loop moeten laten, maar door de werking van Gods Geest in ons moeten laten leiden.

In Filippenzen 4:7 lezen we, dat Hij in staat is om onze harten en gedachten te behoeden in Christus Jezus. Wanneer Hij dit werk in ons leven mag doen, zal de duivel geen toegang hebben tot onze gedachten. In Gods Woord lezen we alleen over God, de Here Jezus en de Geest van God, die onze gedachten kennen. De duivel was vroeger wel bijna zo machtig als God, maar hij is niet alwetend, integendeel: "Zijn gedachten zijn ons niet onbekend!" (2 Corinthiërs 2:11).


Laatst bezochten we de St. Danskerk in 's Hertogenbosch. waar we naast de zeer fraai gebrandschilderde ramen ook in een plafondschildering een driehoek met een oog daarin ontdekten. Wat is de traditie van dit oog en komt dit teken ook in andere levensbeschouwingen voor? (A. v. M. te C.)

Antwoord:
We hebben het hier over het zgn. Alziend Oog, een symbool, dat in godsdiensten en denkbeelden veelvuldig voorkomt. Het stelt de Goddelijke alomtegenwoordigheid voor die door dit Alziend Oog zichtbaar gemaakt wordt. In de vroegere christenheid was dit uitsluitend een christelijk teken, dat later door andere stromingen overgenomen werd. Zo vinden we dit teken ook o.a. terug bij de Vrijmetselarij, een humanistische beweging, waar men leert te bouwen aan zichzelf. Het teken wordt de laatste tijd ook steeds meer in occulte kringen gebruikt.


Waarom zijn er zoveel mensen op de wereld, bv. Moslims, Boeddhisten en Hindoes, die van kindsaf in hun geloof opgroeien en eigenlijk niet beter weten maar uiteindelijk zonder Christus sterven en verloren gaan, terwijl het misschien in hun hart goeie mensen zijn? Waarom worden er zoveel mensen geboren, die later verloren gaan? Het staat toch al van tevoren vast, wie er behouden worden en wie er verloren gaan? (P. v. D. te W.)

Antwoord:
We hebben hier een hele moeilijke vraag, waar je niet zo maar een pasklaar antwoord op kunt geven. Een paar opmerkingen hierover wil ik wel graag maken. De mens gaat niet verloren omdat hij een zondaar is, want dat zijn we allemaal en dat blijven we totdat we sterven of totdat de Here Jezus terug komt. De mens gaat verloren, wanneer hij de gave van God, de Here Jezus als Heiland der wereld, negeert. Dat is de rede van de verlorenheid van de mens. De mens kan dan nog zo goed zijn en zo voorbeeldig, zelfs voor christenen, toch gaat het om het verwerpen of aanvaarden van de Here Jezus.

De mens wordt ook geen zondaar omdat hij zondigt, nee, hij zondigt omdat hij een zondaar is.

De mens moet dus niet allereerst in zijn daden veranderd worden maar in zijn natuur. Een nieuwe natuur brengt vanzelf andere vruchten voort! Hiermee wordt in de Bijbel de weg van "Wedergeboorte' in de Bijbel aangewezen als de enige weg om in de hemel te komen. Iemand met een zondige natuur kan absoluut niet in de hemel komen, want dan zou de hemel binnen een korte tijd in een hel veranderen. Voor deze wedergeboorte zijn we volledig afhankelijk van God. Dit grote wonder voltrekt zich in de mens door de opstandingskracht van Christus. De vergeving van zonde, rechtvaardiging en wedergeboorte ontbreken in iedere andere godsdienst of levensbeschouwing. Het is alleen binnen het christendom dat deze weg aangewezen wordt en mogelijk wordt.

In iedere godsdienst, naast het christendom, draait het om het feit, wat de mens zelf moet doen (filosoferen, mediteren, zelfkastijding, mystiek enz. om tot het "goddelijke" te komen. In het christendom leren we, dat God naar ons mensen komt en op ons niveau afdaalt om de, in zonde gevallen, mens te redden. Het christendom is daarin dan ook uniek en niet te vergelijken met welke andere godsdienst dan ook! In Handelingen 4:12 lezen we, "dat er geen andere naam onder de hemel aan de mensen gegeven is, dan de naam Jezus". Ook in 1 Timotheus 2:5 lezen we dat er maar "één God en één Middelaar tussen God en mensen is: de mens Christus Jezus".

Deze informatie geeft ons een grote verantwoordelijkheid. Heeft Christus ons niet opgedragen om het Evangelie wereldwijd te verkondigen? Als de volkeren zonder deze boodschap behouden zouden zijn, dan had de Here Jezus ons deze opdracht niet gegeven. Dan konden we gewoon thuisblijven. In dit verband kunnen we ons beter de vraag stellen, hoe we deze volkeren met het Evangelie kunnen bereiken.

Verder blijkt uit Romeinen 1:18-32 dat mensen, die het Evangelie nog nooit gehoord hebben, in wezen veel meer van God weten, dan we vaak vermoeden. In de Psalmen staat zelfs dat de Here zijn grootheid verkondigt aan alle volken d.m.v. de natuur.

Tenslotte wil ik nog even ingaan op het feit, dat God al van tevoren weet, wie er behouden worden. Ondanks het feit dat God dit weet, wil dit nog niet zeggen dat de mens geen beslissingsrecht heeft. De mens zal zelf moeten kiezen en is voor zijn keuze zelf dan ook verantwoordelijk. Zo wist de Here Jezus van tevoren, dat zijn volk Hem zou verwerpen. Hij weent op de Olijfberg en laat het volk weten dat Hij hen, als een hen haar kuikens onder haar vleugelen, had willen verzamelen, maar gij hebt niet gewild (m.a.w. Ik wel!). God wist het van tevoren, maar Israël zelf heeft de keuze gemaakt en Hem verworpen.

ds. Theo Niemeijer