Vragen - jrg. 76-16

ds. Theo Niemeijer • 76 - 2000/01 • Uitgave: 16
Wanneer er in de Bijbel over "eeuwig" gesproken wordt, bedoelt de Bijbel dan ook dat eeuwig zonder einde is, of moet ik dit anders zien? Dit naar aanleiding van een artikel in een ander evangelisch blad. (H. M. te H.)

Antwoord:
In 1 Johannes 5:11-13 lezen we: "God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt".

Het eeuwig leven, waar Johannes in bovenstaand gedeelte over schrijft is niet alleen een leven zonder einde, maar ook zonder begin. Eeuwig leven is een leven zonder begin en einde...dus tijdloos. Dit leven heeft dan ook niet alleen maar met een onbeperkte tijdsduur te maken, maar nog veel meer met Christus, de inhoud van dit leven. "Wie de Zoon heeft, heeft het leven", lezen we in bovenstaand gedeelte. Eeuwig leven is Christus-leven in ons. Vandaar, dat Paulus schreef: het is niet meer ik, maar Christus die in mij leeft. Dit Christus-leven is zonder begin en einde van dagen… het is eeuwig leven. Dit leven krijgen we niet eerst na ons overlijden of na de wederkomst, nee, dit leven bezitten we vanaf het moment, waarop we de Here Jezus als onze persoonlijke Verlosser aanvaarden. Dit leven is qua tijd onbeperkt. Het zal nooit ophouden. We lezen over de Here Jezus, dat Hij dood geweest is en weer levend geworden is.. .tot in alle eeuwigheden, waarmee aangegeven wordt, dat hier dan ook nooit meer een einde aan zal komen.

Soms wordt met het woordje "eeuwig" wel een beperkte periode aangeduid. We hebben dan te maken met het Griekse woord "Aioona", wat wij vertalen met eeuwigheid, maar wat vanuit het Grieks net zo goed op een bepaalde tijd (bijvoorbeeld 1000 jaar) betrekking kan hebben.

Wanneer de Bijbel echter de uitdrukking gebruikt "tot in alle eeuwigheden" dan wordt hier een onbeperkte tijd mee aangeduid, dus een situatie waar nooit meer een einde aan komt. Deze uitdrukking wordt juist gebruikt bij ons eeuwig behoud, maar ook bij de eeuwige verlorenheid. We lezen in Openbaring 20:10 dat de poel des vuurs, waarin de antichrist, de valse profeet, de satan en uiteindelijk alle ongelovigen geworpen zullen worden als een plaats beschreven wordt waar ze dag en nacht gepijnigd zullen worden tot in alle eeuwigheden! Aan dit oordeel over de ongelovigen zal dan ook werkelijk nooit meer een einde komen. We moeten ons er goed van bewust zijn, dat God niet met zich laat spotten en dat het bij onze keuze in dit korte leven om de, nooit meer eindigende, eeuwigheid gaat. Heeft u inmiddels al het eeuwige leven ontvangen? Wanneer u uw zonden aan God belijdt en Hem vraagt u, op grond van het plaatsvervangend sterven van Christus aan het kruis, vergeving te schenken, ontvangt u op datzelfde moment het eeuwig leven. U bent dan overgegaan vanuit de dood in het leven. Doe het nog vandaag, voor het voor eeuwig te laat is!


In Daniël 9:27 lezen we over een vredesverbond van zeven jaar. Duidt dit op het verbond tussen Israël en de Palestijnen? (G. S. te L.)

Antwoord:
In Daniël 9:27 wordt de laatste van de zeventig jaarweken, die vanaf het leven van Daniël over Israël zouden komen beschreven. 69 Jaarweken zijn dan al voorbij en zijn afgesloten bij de uitroeiing van de Gezalfde, terwijl er niets tegen Hem was, waarmee het sterven van de Messias aangekondigd werd. Het sterven van de Messias vond precies 483 jaar (69 jaarweken) na de opdracht van Kores om Jeruzalem te herstellen (445 v. Chr.) plaats, waarmee de Schrift tot in de kleinste details in vervulling ging. Israël kwam in de diaspora terecht waarmee de klok voor Israël stil bleef staan.. .er moest echter nog één jaarweek in vervulling gaan, zeven jaar, waarin de Here God tot zijn doel met zijn volk zal komen!

Deze zeven jaar kennen we ook als de Grote Verdrukking, waarin de Antichrist zal regeren en Israël inderdaad met de schijn-christus een verbond zal sluiten. In Jesaja 28 wordt het zelfs een 'verbond met de dood" genoemd. Door de toenemende internationale politieke druk zal Israël wel een verbond moeten sluiten om het bestaansrecht van Israël nog enigszins te waarborgen. We leven in de periode, waarin we de druk rond Israël enorm zien toenemen en het “Verbond met de dood", de schijnvrede, waarover 1 Thessalonicenzen 5:3 schrijft, een vaststaand feit zal zijn. De klok gaat weer bijna lopen, waarmee voor Israël de laatste jaarweek zal beginnen. In het midden van deze zeven jaar zal Israël het verbond niet langer kunnen volhouden. De Antichrist zal zichzelf als god in de tempel zetten en van iedereen eisen, dat ze alleen hem zullen aanbidden. Dit wordt voor Israël het moment om te breken met deze wereldleider, waarmee Israël helemaal alleen komt te staan. Kopen en verkopen zal zonder het getal 666 van de Antichrist niet meer gaan. Israël zal via een handelsembargo helemaal geïsoleerd raken. We lezen echter, dat het volk op een wonderlijke manier door God verzorgd zal worden, net zo als de veertig jaar in de woestijn. Dan, in die grote afhankelijkheid, zal het volk zich tot hun God werkelijk bekeren, ze zullen naar Mozes en Elia, die de wederkomst van de Messias aankondigen, luisteren. En dan zullen ze Hem zien, die ze doorstoken hebben.. .hun Messias, waarmee het koningschap voor Israël hersteld zal worden en Jeruzalem als stad van de grote Koning de residentie van de Messias zal worden. Alle volken zullen dan rekenschap moeten afleggen voor de koning van Israël! Het verbond zal dus niet zozeer met de Palestijnen gesloten worden, veelmeer met de Anti-christ, die over alle volken zal heersen.


Worden alleen de gelovigen bij de opname der gemeente opgenomen, die Hem verwachten of ook de gelovigen, die niet zo in deze verwachting leven? Dit naar aanleiding van de gelijkenis van de vijf wijze en vijf dwaze maagden. Is de bruidsgemeente een deel van de totale gemeente, namelijk de verwachtende, heilige gemeente? (G. T. te R.)

Antwoord:
De voorwaarde die gesteld wordt om de opname der gemeente mee te maken wordt in 1 Thessalonicenzen 4:14 genoemd: "zij die geloven, dat Jezus gestorven en opgestaan is' en in 1 Corinthiërs 15:23 "zij die van Christus zijn", niets meer maar ook niets minder. Wanneer de Here Jezus als Hoofd zijn lichaam, de gemeente, ophaalt dan zal Hij geen enkel lid van zijn lichaam hier op aarde achter laten. Wanneer de gemeente dan in de hemelse heerlijkheid is, zal voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, hoe we hier op aarde als christenen geleefd hebben. De gelijkenis van de vijf wijze en vijf dwaze maagden mogen we niet zomaar op de opname der gemeente betrekken. In geheel Mattheus 24 en 25 wordt eigenlijk nergens over de opname gesproken.

Wanneer we deze gelijkenis letterlijk toepassen op Christus en de gemeente, dan moeten we de gemeente niet vergelijken met de maagden, de vriendinnen van de bruid, maar met de bruid zelf. Het lijkt me sterk dat de bruid tijdens het feest niet in het huis was, toen de dwaze maagden voor de dichte deur stonden. Zoals gebruikelijk in de Evangeliën, is ook in deze gelijkenis de gemeente een verborgen geheim, een geheim dat pas aan Paulus op een duidelijke manier geopenbaard werd.

Wel komt een duidelijke boodschap vanuit deze gelijkenis naar iedereen die haar leest over: Weest waakzaam!

U schrijft ook over gedreven christenen, die helemaal niet in de opname geloven, maar veelmeer bezig zijn om een groot, goddelijk leger voor te bereiden om in de tijd van de grote verdrukking te kunnen volharden. Een toekomstige rol voor Israël ziet men in het geheel niet.

Het is jammer, dat deze gedreven christenen zich vaak niet laten inspireren door het Woord van God, maar veel meer door mensen die hen opzwepen en enthousiasmeren voor zaken, die in het geheel niet met de bijbelse boodschap overeenstemmen.

De Bijbel laat ons heel duidelijk zien, dat God een afzonderlijk, toekomstig plan heeft met de Gemeente. Israël en de volkeren. Wanneer hier geen onderscheid in gemaakt wordt, dan krijgen we met allerlei onbijbelse ideeën te maken. De Bijbel leert ons heel duidelijk, dat als eerste de gemeente opgenomen zal worden. Daar behoeft geen enkele profetie meer voor in vervulling te gaan. De Gemeente zal de Here Jezus niet als koning maar als Hoofd van het lichaam, als Bruidegom van de bruid ontmoeten om voor eeuwig met Hem verenigd te zijn.

Na de opname der gemeente komt de grote verdrukking. Als de gemeente (het zout der aarde) weggenomen is komt het verderf. In deze grote verdrukking (de laatste jaarweek, zie bovenstaande vraag) komt Gods verbondsvolk, Israël, tot bekering en wedergeboorte. Israël zal de Here Jezus als hun koning begroeten. We hebben hier te maken met zijn wederkomst op aarde. ..zijn voeten zullen op de Olijfberg staan! Na zijn wederkomst op aarde sticht de Here Jezus het Messiaanse Vrederijk, waarin Hij de koning zal zijn over de gehele aarde. Pas na het Vrederijk komt het laatste oordeel en zullen ook alle ongelovigen uit de graven opstaan om voor de grote witte troon terecht te staan. Het is heel belangrijk om zo deze brede, bijbelse lijnen in het oog te houden om een goed beeld te kunnen vormen over de toekomstige dingen.

ds. Theo Niemeijer