Vragen - jrg. 76-13

ds. Theo Niemeijer • 76 - 2000/01 • Uitgave: 13
Is ieder mens een kind van God of word je pas door het geloof in de Here Jezus een kind van God? (H. B. te E.)

Antwoord:
In Johannes 1:12 kunnen we lezen: "Doch allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven". Hier kunnen we dus lezen, dat we door het aannemen van de Here Jezus als verlosser een kind van God worden. Zij die niet in de Here Jezus geloven zijn wel schepselen van God, maar (nog) geen kinderen van God. De Here Jezus zegt zelfs tegen de godsdienstige maar ongelovige schriftgeleerden: "Gij hebt de duivel tot vader" (Johannes 8:44). Een kind van God zijn we alleen, wanneer we uit God geboren zijn, net zoals we een kind van onze biologische vader door geboorte worden. Zo schrijft de apostel Johannes in 1 Johannes 5:1 "Een ieder, die gelooft, dat Jezus de Christus is, is uit God geboren". Door het geloof in de Here Jezus wordt de mens opnieuw geboren, en wordt de Here God onze Vader. Mensen die niet geloven staan daar buiten en kunnen geen aanspraak doen op het Vaderschap van God. De Here Jezus kwam naar onze wereld als de "Eniggeboren Zoon van God" (Johannes 3:16). Hij was de enige Zoon van God en daarmee de enige, die God als zijn Vader kende. Door zijn opstanding werd Hij echter de 'Eerstgeboren Zoon", waarmee aangegeven wordt dat Hij door het verlossingswerk niet meer de enige Zoon van God, maar de eerste Zoon van God was. Hiermee wordt ook duidelijk wat de Here Jezus in Johannes 12:24 zegt: "Indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft zij op zichzelf, maar indien zij sterft, brengt zij veel vrucht voort". De Here Jezus ging als Eniggeboren zoon het graf in, maar verrees als de Eerstgeboren Zoon. Hij was niet meer alleen, Hij was de eerste geworden. Zo was het ook met Adam, die alleen was. Vanuit de diepe slaap (Hebreeuws: dood-slaap) ontwaakte hij niet meer alleen, maar samen met Eva, zijn vrouw, die hierin een prachtig mooi beeld van de gemeente is: "uit de zijde voortgekomen en vlees van zijn vlees en been van zijn been".


In Hebreeën 7:17 staat: 'Want van hem wordt getuigd: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek". Uit Genesis 14:18-20 begrijp ik, dat Melchizedek een gewoon sterfelijk mens is. Hoe kan dan de Zoon van God met zo iemand vergeleken worden?

Antwoord:
De Here Jezus leert ons, dat de gehele Schrift van Hem getuigt. Of we nu in het Oude of Nieuwe Testament lezen, overal komen we Christus tegen. Zo is Melchizedek ook een voorafschaduw van de Here Jezus. Hij bood Abraham brood en wijn aan, net zoals de Here Jezus ook naar ons toe kwam met brood en wijn (zijn lichaam en zijn bloed). In Hebreeën 7:2-3 lezen we, dat Melchizedek koning van gerechtigheid en koning van de vrede was, over zijn vader en moeder wordt niet gesproken, geen enkel geslachtsregister is van hem bekend. Hij was koning en priester en over zijn geboorte en sterven lezen we in de Bijbel niets. Het lijkt net, alsof deze Melchizedek op dat moment zomaar uit de lucht komt vallen. Bewust wordt in de Bijbel geen melding gemaakt over genoemde zaken, zodat hij in deze hoedanigheid een prachtig beeld is van de komende Koning - Priester, de Here Jezus Christus. Het priesterschap van Melchizedek word. i.t.t. het priesterschap van Adron als een priesterschap omschreven, waar geen einde aan komt: een eeuwig priesterschap, omdat over het einde van Melchizedek in de Bijbel niets vermeld wordt. Het priesterschap van Adron was een tijdelijk priesterschap omdat dit steeds weer, na het sterven van de ene hogepriester op de andere overging. De Hebreeënbrief gebruikt nu het beeld van Melchizedek om aan te tonen, dat het priesterschap van Christus een priesterschap is, niet door mensen ingesteld, maar regelrecht door God, niet tijdelijk, maar eeuwig en in combinatie met het koningschap.


Wat is de achtergrond van de Palestijnen, waar komen ze oorspronkelijk vandaan en wat is eigenlijk hun thuisland? (P. v. D. te P.)

Antwoord:
Heel vaak worden Arabieren met Palestijnen verwisseld. Arabieren zijn in wezen nakomelingen van Ismaël, de zoon van Abraham. De Palestijnen zijn volkeren waarvan `de oorspronkelijke wortels in Israël niet terug te vinden zijn. De relatie tussen het, door God beloofde land Israël, en de Joden bestaat nu al ruim 3000 jaar. Deze relatie was niet altijd fysiek - maar wel onafgebroken geestelijk aanwezig. Ook in tijden van ballingschap en diaspora bleef de band tussen de Joden en hun land bestaan. Via de kuststreek bij Gaza kreeg Israël ook steeds weer te maken met volkeren, die vanaf de Middellandse Zee het beloofde land binnen vielen. We hebben het dan ook over de Filistijnen, waarmee het volk Israël, zolang Israël bestaat, gestreden heeft. De Filistijnen behoorden eigenlijk tot een zeeroversvolk, dat de kust van Israël jaarlijks afstroopte. Uiteindelijk vestigden ze zich in de Gazastrook, van waaruit ze Israël keer op keer overvielen. Het is bekend, dat Simson juist in deze streek veel Filistijnen gedood heeft. We weten, dat de Gazastrook voor de Palestijnen ook al vele eeuwen een belangrijke thuisbasis is.

De relatie tussen de Gazastrook en de Palestijnen is namelijk al terug te voeren tot Israëls strijd met de Filistijnen. Uiteindelijk zijn de Filistijnen de voorvaderen van de Palestijnen. Juist nu de Joden hun land weer teruggekregen hebben laait deze aloude strijd weer op. Koning David maakte een einde aan deze strijd, waarop een rijk van vrede aanbrak onder de heerschappij van zijn zoon Salomo. Is de strijd met de Palestijnen misschien een voorbode van de komst van de Grote David, die ook nu weer een einde aan deze strijd zal maken en zijn heerschappij met een ijzeren roede zal uitoefenen waarop alle volkeren Hem zullen dienen?


Wanneer staan de Oudtestamentische gelovigen op en met wat voor lichaam staan zij op? (B.d. B. te W.)

Antwoord:
Het lijkt me sterk, dat bij de opname van de gemeente waarbij alle, in Christus ontslapenen, op zullen staan, de Oudtestamentische gelovigen in hun graven achter zullen blijven. Zij behoren waarschijnlijk tot al de genodigden, die de bruiloft des Lams mee zullen maken. Zij zijn de "Vriend van de Bruidegom, die zich zal verblijden over de stem van de Bruidegom" (Johannes 3:29). Ze zullen met een verheerlijkt hemels lichaam opstaan en in de hemel het bruiloftsfeest meevieren. U vraagt ook naar de betekenis van aardse en hemelse lichamen. Deze Oudtestamentische gelovigen zullen niet met een aards lichaam opstaan om dan tijdens het Vrederijk op aarde te zijn. Tijdens het vrederijk leven alleen zij op aarde, die ook gewoon op deze aarde geboren zijn. Er zullen dan geen opgewekte mensen op de aarde leven. Mensen, die uit de dood opstaan ontvangen geen aards maar een hemels lichaam. De Oudtestamentische gelovigen zullen dan waarschijnlijk, samen met de gemeente, in het hemelse Jeruzalem wonen om zo, vanuit deze hemelse stad, met Christus over de aarde te regeren.

Op de fundamenten van het hemelse Jeruzalem staan de namen van de twaalf apostelen en op de poorten de namen van de stammen van Israël, waarmee aangeduid wordt, dat zowel de Oudtestamentische gelovigen als de gemeente in deze hemelse stad vertegenwoordigd zijn. We lezen in Hebreeën 11:10 dat ook Abraham naar deze stad "met de fundamenten" uitkeek en verlangde.


Wat gebeurt er met godsdienstige Joden, die niet in de Here Jezus geloven? (Fam. B. te T)

Antwoord:
We kunnen hier geen oordeel over geven, want dan zouden we op de troon van God gaan zitten. Wel is het duidelijk, dat er geen enkele behoudenis buiten Christus om is. De Here Jezus zei tegen de zeer godsdienstige Nicodemus: "Tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien" (Johannes 3:3). Hoe godsdienstig de mensen dan ook zijn, wedergeboorte is onvoorwaardelijk om behouden te worden en wedergeboorte buiten de Here Jezus om is mijns inziens onmogelijk! Sommigen menen, dat het evangelie aan godsdienstige Joden niet gepredikt behoeft te worden, maar Paulus leert ons juist: "Eerst de Jood en daarna de Griek"! Wel is het belangrijk op welke manier dit gedaan wordt: vanuit een hoogmoedig of vanuit een nederig, liefdevol hart?

ds. Theo Niemeijer