Vragen - jrg. 76-02

ds. Theo Niemeijer • 76 - 2000/01 • Uitgave: 2
Over het collectief schuld belijden wordt, gezien de verschillende reacties in de diverse bladen. nogal uiteenlopend gedacht. Is het juist dat we part noch deelhebben aan de zonden van onze christelijke en niet christelijke voorouders, ervan uitgaande dat zij hun zonden indertijd niet hebben beleden? (J. P. te B.)

Antwoord:
Het collectief schuld belijden is vandaag haast aan de orde van de dag. Nog niet zo lang geleden was het de Japanse regering die voor de gehele wereld het boetekleed aantrok, met kort daarop volgend onze eigen premier Wim Kok, die spijt betuigde voor het handelen van de Nederlandse militairen in Nederlands Indië. In april kwam het Mea Culpa over de lippen van de Paus, waarmee de Rooms Katholieke Kerk de zonden beleed voor "kinderen van de kerk".

Het was niet de kerk zelf maar de kinderen van de kerk die schuldig waren. Het is jammer, dat de oorzaak van de schuld hiermee buiten schot bleef. Jammer dat het collectief schuld belijden niet geleid heeft tot een verandering in de kerkelijke theologie. Zijn we vergeten, dat vele oorlogsmisdadigers, die tijdens de Neurenberg-processen voor hun wandaden terechtstonden, zich beriepen op theologische dogma's en uitspraken van de kerk en Luther letterlijk geciteerd werd? Een belangrijke voedingsbodem voor het antisemitisme is een onbijbelse kerkelijke theologie, die reeds vanaf de derde eeuw na Chr. door Origenus, leraar Theologie en Filosofie op de School van Alexandrië ontwikkeld werd en later door Augustinus verder uitgewerkt werd. Deze theologische lijn resulteerde in het dogma: "De kerk is het enige en ware Israël". De Joden werden toen al gezien als: "blinde door God vervloekte bedriegers en onberouwelijke moordenaars".

Alle bijbelse profetieën waren reeds in de kerk vervuld en het zou aanmatigend van de Joden zijn, wanneer er nog beloften aangaande Israël in vervulling zouden moeten gaan. Augustinus zag de Kerk als Gods heersend koninkrijk op aarde, waarmee iedere toekomstige rol voor Israël, met Jeruzalem als hoofdstad, voorbij was. Met name door de "bekering" van keizer Constantijn de Grote werd de theologie van Augustinus bevestigd en ontstond met dit grote christelijke Romeinse keizerrijk de "Kerk van Rome" (in een nieuwe stijl). De sterke eschatologische verwachting, die gedurende de eerste twee eeuwen na Chr. in eerste gemeente heerste, was hiermee verdwenen en vervangen door een andere theologische lijn, waarin beweerd werd, dat het koninkrijk der hemelen reeds op aarde aanwezig was. De wederkomst van Christus werd daarmee niet meer verwacht, waarmee er voor toekomstige beloften geen ruimte meer was. De kerk heeft hiermee een dubbele erfenis onrechtmatig in bezit genomen: aan de ene kant de beloften voor Israël en aan de andere kant de heerschappij over de heidense wereld. De missionarissen, door de kerk uitgezonden, hadden de boodschap voor de Joden: "Jullie hebben geen recht om als Joden onder ons te leven". De regeerders zeiden tegen de Joden: 'Jullie hebben geen recht om onder ons te leven" en de Nazi's zeiden later: "Jullie hebben geen recht om te leven".

De Mea Culpa's, hoewel oprecht bedoeld, hebben helaas nog niet geleid tot een wijziging van de theologie, waarin het verbondsvolk Israël van alle verbonden en beloften beroofd wordt. Niet alleen binnen de Rooms Katholieke Kerk, maar ook binnen de verschillende Protestantse Kerken en helaas ook in vele Evangelische heeft men Gods verbondsvolk Israël schandalig onterfd van zijn Goddelijke beloften! Velen menen, dat de Here God zijn koninkrijk op aarde door middel van de kerk op zal richten, terwijl Handelingen 1 ons leert, dat deze gebeurtenis in direct verband staat met het herstel van het koningschap voor Israël!

Terwijl de kerk (Ecclesia) geroepen is om juist los gemaakt te worden van de wereld omdat zij een hemels volk is met hemelse zegeningen, is de kerk steeds meer bezig haar wortels in deze aarde uit te strekken en zich te richten op een aardse roeping met aardse zegeningen.

Wanneer binnen evangelische gemeenten gezongen wordt: "Nu is het tijd te bouwen en Gods koninkrijk op aarde te vestigen'', dan geloof ik, dat ze volkomen voorbij gaan aan Gods roeping voor zijn verbondsvolk Israël! Natuurlijk mogen we Gods koningschap nu in ons hart en leven ervaren… zo u wilt, mogen we het temidden van de gemeente ervaren, maar als een hemels, voor deze wereld verborgen, koningschap. Straks, wanneer de Messias op aarde als de Koning der Joden zal wederkomen, dan pas zal dit koninkrijk voor de gehele wereld openbaar worden.

Zolang men niet bereid is deze theologische dogma's, waarin Israël onterfd wordt van het verbond dat de Here God juist met dit volk opgericht heeft, te herzien, hebben alle Mea Culpa's geen enkel effect. Mea Culpa's zonder wijziging van theologische standpunten zullen uiteindelijk leiden tot de oprichting van de ene wereldkerk… de kerk van de eindtijd. We hebben het dan niet meer over de Bruid van het Lam, maar de "moeder der hoeren" uit Openbaring 17, die zich verbonden heeft met het rijk van de antichrist.

Bij het bezoek van de Paus aan de tempelberg te Jeruzalem liet hij een drie-voudige boodschap van Verzoening. Eenheid en Vrede achter! Verzoening, eenheid en vrede tussen Joden, Christenen en Moslims. Inderdaad zullen de drie monotheïstische godsdiensten zich bij elkaar aansluiten om zo de grote wereldkerk van de eindtijd te gaan vormen. De echte kerk, de ware gelovigen, heeft deze antisemitische theologie nooit aanvaard. Hoewel ze klein was, heeft ze zich hiervan altijd gedistantieerd. Schuld belijden kun je in deze situatie dan ook niet zo maar voor een ander doen. Schuld belijden is een persoonlijke zaak en zij, die opnieuw geboren zijn, mogen weten, dat in Christus alle zonden vergeven zijn.



Kort na de oorlog zijn mijn man en ik naar Amerika geëmigreerd. We zijn nu op een leeftijd gekomen, waarop vee een beslissing willen nemen om na ons overlijden begraven, dan wel gecremeerd te worden. Wat zijn bijbelse richtlijnen hier in? (T. D. te H.)

Antwoord:
Zowel tijdens ons leven, maar ook na ons sterven mogen we niet zo maar alles met ons lichaam doen (laten doen) wat wij willen. Ook na ons sterven blijft het lichaam van God. In de Bijbel lezen we, dat we uit stof zijn en tot stof zullen wederkeren. Het lichaam dat uiteindelijk vanuit de aarde gemaakt werd (zie Genesis 2:7) mogen we na het sterven weer aan de aarde toevertrouwen. Het verbranden van dode lichamen kwam vroeger uitsluitend voor bij niet-christelijke volkeren. Juist in een tijd van de opkomst van oosterse godsdiensten is het cremeren in christelijke landen ook aan de orde gekomen. In de Bijbel komt crematie alleen voor als een straf van God. De Bijbel leert ons duidelijk, dat het lichaam na het sterven begraven dient te worden. Daarnaast heeft het begraven ook een bijbelse boodschap voor ons. Het begraven is een beeld van het zaaien in de dodenakker. Zaaien spreekt van het geloof in de toekomst. Zo leert 1 Corinthiërs 15 ons: "Er wordt gezaaid in vergankelijkheid en opgewekt in onvergankelijkheid; er wordt gezaaid in oneer, en opgewekt in heerlijkheid; er wordt gezaaid in zwakheid, en opgewekt in kracht; er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt". Dit bijbelgedeelte heeft absoluut geen betrekking op crematie, maar juist op het toevertrouwen, zaaien van het lichaam in de aarde.

In dit zelfde hoofdstuk schrijft Paulus over het voorbeeld van de Here Jezus: "Hij is gestorven voor onze zonden naar de Schriften, en Hij is begraven en ten derde dage opgewekt, naar de Schriften". (vs. 3,4) Kennelijk wordt het begraven en opwekken in dit vers aan elkaar gekoppeld en losgemaakt van het sterven. Zaaien heeft alles niet oogsten te maken. Wanneer een boer zijn graan in de akker zaait, dan kijkt hij niet terug, maar vooruit naar de komende oogst. Zo is liet ook bij het begraven, dat dan niet als een laatste handeling, maar juist als de eerste handeling met het oog op de toekomst gezien wordt.

Het lichaam wordt als een zaadkorrel in de aarde achter gelaten, waarvan uiteindelijk niet veel over zal blijven. De ziel, zal gedurende deze tijd bij de Here Jezus in het paradijs zijn, zoals Paulus ons ook laat weten dat voor hem het sterven ''met Christus te zijn" betekent!

Wanneer Christus zijn gemeente van de aarde komt verlossen, worden met Hem al de in Christus ontslapen gelovigen teruggebracht. Deze zielen zullen zich dan verenigen met het in de aarde gezaaide lichaam, waarmee deze lichamen in heerlijkheid zullen opstaan. Het opstandingslichaam zal dan ook niet van iedereen precies gelijk zijn. Zoals vanuit een hand vol graankorrels veel graanplantjes tevoorschijn komen, maar waarbij ieder graanplantje uniek is en verschillend van de anderen, zo zullen de gelovigen ook ieder persoonlijk maar volkomen uniek uit de dood tevoorschijn komen.

Dit mooie beeld en getuigenis, wordt nu door de invoering van crematie verworpen. Men probeert crematie aanvaardbaar te maken omdat het economisch en hygiënisch zou moeten zijn, maar beide argumenten blijken uit de praktijk niet steekhoudend te zijn.

ds. Theo Niemeijer