Vragen - jrg. 76-01

ds. Theo Niemeijer • 76 - 2000/01 • Uitgave: 1
In een Bijbelstudie bij ons werd het onderwerp besproken: "behouden of verloren". Dit was naar aanleiding van twee jongens, die op zondagmorgen vroeg uit de disco op weg naar huis waren en daarbij een ongeluk kregen en beiden omkwamen. Er werd onder andere een tekst aangehaald uit Jacobus 4:5 "De geest, die Hij in ons deed wonen, begeert Hij met jaloersheid". Gaat het hier nu om de Heilige Geest of om de menselijke geest? (G. H. te A.)

Antwoord:
Wanneer we het gedeelte in het verband lezen, dan zien we hier dat het om christenen gaat, die vanuit het vlees leven. In aangehaald bijbelvers omschrijft Jacobus het verlangen van God naar het leven vanuit de Geest en niet vanuit het vlees. Het gaat hier dus niet in de eerste plaats om de menselijke geest, maar om Gods Geest, die in de wederomgeboren christen woont en waar vanuit een christen behoort te leven. Dat begeert God met jaloersheid!

Natuurlijk is het begrijpelijk om alle positieve gedachten aan te wenden om het allerbeste voor deze twee jongens te wensen... maar laten ave dan geen bijbelteksten uit het verband trekken. In uw brief werd niets over één of andere bekering van deze jongens verteld. Laat het duidelijk zijn mensen...wanneer we ons niet bekeren gaan we voor eeuwig verloren! Het gaat er niet in de eerste plaats om of we de kerk trouw bezoeken of dat we van ons zelf denken dat we wel aardig leven en ieder het zijne geven. Wanneer we ons leven lang naar de kerk gaan en zelfs kerkbanken versleten hebben maar ons niet bekeren, gaan we toch nog verloren! Misschien voelt u zich ten opzichte van anderen een voorbeeldig mens maar als u zich niet bekeerd, bent u toch verloren omdat alle mensen zondaren zijn.

Zeker, er zijn vreselijke zondaren en voorbeeldig levende zondaren maar dat maakt voor het behoud niets uit. De mens wordt geen zondaar omdat hij zondigt, nee, hij zondigt omdat hij een zondaar is! De mens gaat dan ook niet verloren omdat hij een zondaar is want dat zijn we allemaal (zelfs na onze bekering, maar dan wel een verloste zondaar), nee de mens gaat verloren als hij het Lam Gods, dat de zonde van de wereld wegneemt, niet aanvaardt. Wanneer deze jongens bekeerd - en opnieuw geboren waren, wat hadden ze dan in de nacht van zaterdag op zondag in een discotheek te zoeken? Wat doet een christen 's nachts op straat? Zijn we dan geen kinderen van de dag? Verwerpen we dan Gods Woord en gaan we ons aansluiten bij de kinderen die de nacht toebehoren? Steeds meer christenen, vooral jongeren, storten zich in het nachtleven en zijn zondagmorgen niet meer in staat de kerkdiensten te bezoeken en als ze de moed nog op kunnen brengen, of door hun ouders gedwongen worden, gaat de boodschap vaak als een roes aan hen voorbij. Dan wordt God jaloers, die met verdriet aanziet, hoe ze zich 's nachts volledig aan losbandigheid overgeven en zich onder Gods Woord afsluiten en Hij geen kans krijgt hun leven echt te veranderen. De gebeurtenis van deze twee jongens laat ons zien, hoe broos het leven is. Van het één op het ander moment ben je vanuit dit aardse leven in de eeuwigheid over gegaan. Waar bent u dan, waar ben jij dan? Hecht je meer waarde aan een nachtje disco en je overgeven aan zondige losbandigheid dan aan de eeuwigheid, die heel dicht bij is?


Een paar jaar geleden ben ik tot bekering gekomen en heb mij daarna aangesloten bij een Evangelische Gemeente. Het is een fijne gemeente, waar ik met Gods Woord gevoed - en pastoraal goed verzorgd wordt. Nu is er de laatste tijd grote onenigheid over het onderwerp "de vrouw in het ambt" ontstaan. Kunt u mij vanuit Gods Woord aangeven, wat de Bijbel hierover zegt? (J. T. te E.)

Antwoord: Over dit onderwerp zijn vele boeken geschreven omdat het zo'n omvangrijk thema is, dat je van vele kanten kunt belichten. Binnen het kader van de Vragenrubriek is hier geen ruimte voor, zodat ik me beperk tot de grote lijnen vanuit Gods Woord. In deze discussie hebben we te maken met hele subtiele ontwikkelingen, die menigeen niet opmerkt. Aan de ene kant hebben we te maken met de feministische ontwikkeling binnen de maatschappij, die haar invloed ook in de theologie gekregen heeft, aan de andere kant hebben we te maken met de nalatigheid van de man, die zijn, door God toevertrouwde, roeping verzaakt.

Vanaf het begin van de Bijbel zie we dat de Here God de mens als man en vrouw geschapen heeft… de man met mannelijke en de vrouw met vrouwelijke kenmerken, eigenschappen en verantwoordelijkheden. Het feminisme verzet zich radicaal tegen Gods scheppingsorde. God heeft Eva naast Adam gegeven als hulp, als bijstand. Niet zomaar als hulpje, maar als iemand die naast hem zou staan om hem tot hulp te zijn, volkomen van elkaar afhankelijk. God had Adam uiteindelijk als verantwoordelijke aangesteld, hetgeen we direct na de zondeval zien, waarbij de Here God niet Eva (hoewel zij als eerste verleid werd) maar Adam ter verantwoording riep! Niet alleen in het Oude Testament, maar ook in het Nieuwe Testament wordt de man het hoofd van zijn vrouw genoemd, waarbij opgemerkt dient te worden, dat dit niet met heerschappij voeren, maar veel meer met dienen te maken heeft. Zo wordt Christus het Hoofd van de gemeente genoemd, die in de eerste plaats de gemeente dient, door haar te heiligen, te reinigen en te koesteren. Christus is niet de "heerser" over de gemeente, maar juist Degene die dienend de gemeente verzorgd, maar uiteindelijk wel de verantwoordelijkheid voor de gemeente draagt.

Het feit, dat broeders zich voor de taak als oudsten niet beschikbaar willen of kunnen stellen en daarentegen wel vrouwen beschikbaar zijn, die verantwoordelijkheidsgevoel voor de gemeente hebben, legaliseert nog niet de keuze voor de vrouw in het ambt. Het is uiteindelijk een verzet tegen de scheppingsprincipes die de Schepper bedoeld heeft. Paulus is duidelijk -genoeg wanneer hij in 1 Timotheus 2:11 schrijft: "Een vrouw moet zich rustig, in alle onderdanigheid, laten onderrichten, maar ik sta niet toe, dat een vrouw onderricht geeft of gezag over de man heeft, zij moet zich rustig houden."

Hiermee sluit Paulus aan bij de principes die ook in het Oude Testament golden, zowel bij Adam en Eva, Abraham en Sara, maar ook binnen de tempeldienst, waar priesters en geen priesteressen verantwoordelijkheid droegen. Ook de Evangeliën zien we dit principe terugkomen, waar we kunnen zien, dat de Here Jezus is uit de groep discipelen 12 apostelen uitkoos, aan wie Hij ook later het apostolisch gezag toevertrouwde...

Het waren 12 mannen, en geen enkele vrouw, die Hij daartoe riep. Er waren wel vrouwen, die Hem volgde en Hem dienden, maar ze werden door de Here Jezus niet in één of andere gezagspositie gesteld. Ik neem aan dat één en ander hiermee duidelijk gemaakt is, welke lijnen de Bijbel ons aanwijst en dat het aanstellen van vrouwelijke ambtsdragers tegen Gods scheppingsorde ingaat en uiteindelijk met het verwerpen van Goddelijk toevertrouwd gezag te maken heeft.



Graag wil ik u een vraag voorleggen, die me veel bezighoudt. Wat is eigenlijk de "Opname der Gemeente', wie gaan de Here tegemoet in de lucht, gaat het hier om de reine bruid, de gemeente… ik zie zo veel onreinheid en ongeloof in de gemeente? (E. P. te M.)

Antwoord: In 1 Thessalonicenzen 4:13-18 wordt o.a. de Opname der Gemeente beschreven. We hebben hier te maken met drie kernwoorden: Opstanding, Verandering en Wegvoering. Allereerst zullen allen die in Christus ontslapen zijn van uit de dood opstaan. Letterlijk wordt hier gesproken over de ''opstanding van tussen uit de doden", waarmee aangegeven wordt dat de overige doden in hun graf achterblijven en pas op zullen staan bij het laatste oordeel (zie Openbaring 20:5 en 11-15).

Er wordt in dit gedeelte geschreven over: "Zalig en heilig is hij die deel heeft aan de Eerste opstanding". De eerste opstanding voltrekt zich in drie fasen (zoals Paulus in 1 Corinthiërs 15:23 schrijft: rangorden): Christus als Eersteling, daarna de ontslapen gelovigen bij de opname en als derde groep, de martelaren uit de Grote Verdrukking. In de Bijbel wordt onderscheid gemaakt tussen de eerste opstanding en de tweede opstanding (Openbaring 20:6), de opstanding ten leven en de opstanding ten oordeel (Johannes 5:29), de opstanding van uit de dood en de opstanding der doden.

Na de opstanding van de gelovigen, die in een verheerlijkt lichaam uit de graven zullen komen, zullen de, dan nog op aarde levende, gelovigen in een punt des tijds veranderd worden, zodat ook zij een verheerlijkt lichaam krijgen (1 Corinthiërs 15:51.52). Daarna zullen de verheerlijkte gelovigen in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, om zo voor altijd bij Hem te zijn. (1 Thessalonicenzen 4:17).

Hiermee wordt het hemelse Hoofd (Christus) met het, tot dan toe op aarde levende, lichaam (de Gemeente) voor eeuwig verenigd. De hemelse Bruidegom komt zijn Bruid van deze aarde ophalen en brengt haar in het Vaderhuis met zijn vele woningen. Nu is de gemeente nog onvolmaakt en bevlekt door de zonden, maar in Christus zijn alle wedergeborenen geheiligd en zonder zonden. Naast de wedergeboren gemeente bestaat er ook een 'Schijngemeente", die uit niet-wedergeboren mensen bestaat. Ze is misschien wel godsdienstig, maar niet bekeerd en opnieuw geboren. Bij de opname van de gemeente gaat het om de ware gemeente van de Here Jezus, waarbij alle schijngodsdienst buitengesloten zal worden. Tijdens de seminar-avonden zeg ik wel eens: Wanneer de Here Jezus Zijn gemeente op zaterdagavond opneemt, zal menig kerkklok de volgende zondag de kerkmensen nog uitnodigen om ter kerke te gaan! De ''kerk uit de kerk" zal opgenomen worden, terwijl de schijnkerk achterblijft. Alleen zij, die in de Here Jezus geloven en van Hem zijn, zullen opgenomen worden. Behoort u daarbij... nee niet alleen geloven, dat Jezus bestaan heeft, maar dat Hij voor u persoonlijk de straf voor uw zonden gedragen heeft en dat Hij voor u de dood overwonnen heeft om u eeuwig leven te geven.. .dat is geloven! Dan behoor je Hem toe… en Hij laat geen lid van Zijn lichaam op aarde achter, het complete lichaam wordt opgenomen!

ds. Theo Niemeijer