Vragen - jrg. 75-11
Heel veel christenen geloven dat, wanneer een christen sterft, die persoon direct naar de hemel gaat. Dat kun je soms ook uit de Bijbel afleiden. Maar in 1 Corinthiërs 15:51-52 staat dat de christenen die gestorven zijn pas naar de hemel gaan als de bazuin klinkt, dus wanneer de Here Jezus terugkomt. Hoe moet ik dit zien? (H. S. te H.)
Antwoord:
In 1 Corinthiërs 15 lezen we hoe het lichaam van de in Christus gestorvene in een ondeelbaar ogenblik opgewekt zal worden en aan het opstandingslichaam van Christus gelijkvormig zal worden. De nog op aarde levende gelovigen zullen op dat moment uiteraard niet opgewekt worden, maar wel veranderd worden. In 1 Thessalonicenzen 4:13-18 kunt u meer over deze dingen lezen. Zodra een gelovige sterft gaat de ziel naar de Here Jezus in de hemel terwijl het lichaam wordt als een graankorrel in de aarde gezaaid. Paulus schrijft in 2 Corinthiërs 5:1 "Want wij weten, dat, indien onze aardse tent, waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, in de hemelen, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis". Hier lezen we, dat de aardse tent voor een eeuwig huis verwisseld wordt. Petrus wist, dat het afleggen van zijn tent spoedig zou komen (2 Petrus 1:13,14).
In bovenstaande verzen zien we duidelijk dat het sterven voor een christen uit het 'afleggen van de tent' bestaat. In die tent woont de ziel en de Bijbel is er duidelijk over, dat de ziel na het sterven niet zo maar een poosje ronddoolt of slaapt, maar direct zijn intrek bij de Here Jezus neemt. Paulus schrijft in Filippenzen 1:23 "Ik verlang heen te gaan en met Christus te zijn". Hij heeft het in dit gedeelte over het sterven. Voor Paulus betekent het sterven: -heengaan en met Christus zijn!". Dit geldt uiteraard niet voor zijn lichaam, maar voor zijn ziel. Het lichaam van Paulus is nog hier op aarde, ergens als een graankorrel in de aarde gezaaid. Maar wanneer de Here Jezus wederkomt, zal dit graankorreltje, waar het dan ook gezaaid moge zijn, geoogst worden en verheerlijkt opstaan. Dit geldt niet alleen voor Paulus, maar voor alle in Christus gestorvenen.
In een blad las ik over vreselijke rampen die God in Nederland zal toelaten omdat ons land zo zondig is. Blijkbaar is ook de Bijlmerramp door christenen voorspeld, maar heeft zo'n ramp dan ook daadwerkelijk ons land veranderd? (A. S. te Z.)
Antwoord:
"Ik zal haar niet verwoesten ter wille van de tien", waren de woorden van de Here God tot Abraham die als voorbidder voor zijn neef Lot pleitte (Genesis 18:32).
Tien rechtvaardigen konden het oordeel Gods tegenhouden. Zou dan een 'Arena vol met E.O.- jongeren' dit ook niet kunnen? Gelukkig zijn er nog vele christenen, die de nood van Nederland zien en voor ons land bidden. Vele christenen smeken God dagelijks om genade voor ons land. Zou God hun gebeden niet verhoren en Nederland sparen?
In 2 Thessalonicenzen 2 kunnen we lezen, dat er een wederhouder is, die de mens der wetteloosheid tegenhoudt. De gemeente is een wederhoudende kracht die zowel de wetteloosheid als Gods oordeel tegenhoudt. Zodra de gemeente weggenomen is, wordt het 'zout der aarde' weggenomen, zodat het verderf kan toeslaan en het 'licht der wereld' weggenomen, zodat het donker wordt.
De ongelovigen mogen maar wat blij zijn, dat er nog christenen onder hen leven, want als zij weggenomen zijn, zijn alle remmen los en begint Gods oordeel over een ongelovige wereld.
In Ezechiël 22:30 lezen we een heel bijzonder vers: "Ik heb onder hen gezocht naar iemand, die een muur zou kunnen optrekken en voor mijn aangezicht op de bres zou kunnen staan ten behoeve van het land, zodat Ik het niet zou verwoesten, maar Ik heb niemand gevonden". Toen de Here God niemand meer onder het volk Israël vond, was het voor Israël voorbij en werd het in ballingschap gevoerd. Laten we hopen en bidden, dat er onder de christenen nog velen zijn die de Here vinden zal die bereid zijn om op de bressen te staan. Het oordeel over de wereld is nog niet begonnen. In 1 Petrus 4:17 lezen we, dat het oordeel bij Gods huis begin. Vanaf het begin van de gemeente is de Here Zijn gemeente aan het reinigen. Dit begon al met de kwestie van Ananias en Saffira en gaat door tot bij de verkilde gemeente van Laodicea van de eindtijd. Maar straks als de gemeente weggenomen is, komt de ongelovige wereld onder Gods oordeel terecht.
We moeten niet vergeten, dat we momenteel in de 'genadetijd' leven. Zonder Gods genade, zouden we als gemeente absoluut niet kunnen functioneren. Ook in deze vreselijke tijd kan de Here God nog grote dingen doen. De werking van Gods Geest wordt in Johannes 3 omschreven als de wind, waarvan we niet weten vanwaar hij komt of waar hij heengaat. Een opwekking kun je niet zomaar voorbereiden door meer te bidden, meer Bijbel te lezen, meer dit en meer dat… Door Gods genade kan de Here zomaar ineens een opwekking geven, volkomen onverdiend, op Zijn tijd en op Zijn plaats! Laat u niet ontmoedigen door predikers die u willen laten geloven, dat een opwekking in een zondig land als Nederland niet meer mogelijk is. Een opwekking begint niet, wanneer alle zonden uit de weg geruimd zijn, maar wanneer een land, een volk 'opwekkingsrijp' is en de Here God zo'n land of volk bezoekt!
Laten we bidden voor christenen, die op de bressen willen staan en in een steeds verder afglijdend Nederland een duidelijk getuige willen zijn. Gelukkig zijn er nog meer dan tien!
In nr. 1 van de huidige jaargang maakt u een vergissing bij de verhandeling over de zeventig jaarweken. U schrijft, dat de Here Jezus een aantal jaren voor het begin van onze jaartelling geboren is. Mijns inziens moet dit juist na het begin van onze jaartelling zijn. (C. N. te E.)
Antwoord:
Hartelijk dank voor uw oplettend lezen en rekenen. Inderdaad moet de geboorte van Christus vier jaar na het begin van onze jaartelling gedateerd worden. Uitgaande van het begin van de zeventig jaarweken in het jaar 445 v. Chr. (het jaar van de terugkeer van de Joden naar hun land komen we dan aan het einde van de 69 jaarweken (het moment, waarop de Gezalfde uitgeroeid wordt) uit op het jaar 38 na Christus. Wanneer we de vier jaar = het jaar, dat we kwijtraken door het jaar 0, van 38 aftrekken komen we uit op het jaar 33, het jaar van de kruisiging van Christus. Nogmaals, hartelijk dank voor uw reactie!
Ik kom uit een vrij traditionele gemeente, waar het de laatste tijd nogal saai en stijf aan toeging. Door een kennis werd ik een paar jaar geleden uitgenodigd mee te gaan naar de pinksterconferentie in Walibi Flevo. Wat ik in onze gemeente miste heb ik daar volop gevonden. Wat was het heerlijk om met elkaar zo te zingen en te lofprijzen, te lachen en te huilen. Op een uitnodiging om de doop met de Heilige Geest te ontvangen ben ik naar voren gegaan en werd met Gods Geest vervuld. Ik was ontzettend ontroerd en het heeft me heel veel gedaan. Weer thuis kwam ik in gesprek met mijn, liefdevolle en wijze, broer. Hij waarschuwde me voor verschillende dingen die ik tijdens deze conferentie meegemaakt heb en gaf me het boek van John F. MacArthur "De Charismatische Verwarring". Vanaf de eerste bladzijden liepen de rillingen over mijn rug: Wanneer het allemaal waar is wat ik las, dan zijn er toch heel veel dingen gebeurd, die niet bijbels waren. Het boek was zo bijbels onderbouwd, terwijl ik dit tijdens de conferentie miste.
Wat moet ik nu hiermee? Is het boek van MacArthur betrouwbaar? (T. K. te W.)
Antwoord:
Het is heel moeilijk om hier zo maar even kort op in te gaan. Iedere zin, die je hierover schrijft roept confronterende reacties op. De zuster, die mij deze vraag toestuurde had me in haar brief veel meer toevertrouwd waaruit bleek, dat zij in grote geestelijke nood en verwarring terechtgekomen was. Je kunt niet zo maar zeggen of Opwekking dan wel Mac. Arthur gelijkt heeft. Dat zou te kort door de bocht zijn. Graag wil ik wat breder op dit onderwerp ingaan om de lijnen wat breder uit te zetten.
Eén van de dingen, die mij raakte was het feit dat u schreef, dat de prediking op Walibi veel minder bijbels onderbouwd was, dan het boek van John MacArthur.
Uit ervaring weet ik ook, dat juist op zulk soort grote manifestaties men zich al heel gauw aan het gevoel en de sfeer overgeeft, terwijl het bijbels gehalte ver beneden peil blijft. Verlangen naar de vervulling van Gods Geest wordt dan al gauw omgezet in verlangen naar meer enthousiasme, meer kracht, meer blijdschap enz. met als resultaat, dat mensen, die hun knieën nog nooit bij het kruis gebogen hebben om hun zonden te belijden, vervuld met 'Gods Geest' (enthousiasme, een blij gevoel) naar huis gaan. Mijns inziens predikt men daar een onbijbelse prediking over de doop met de Heilige Geest. Nergens wordt in de Bijbel aan christenen een oproep gedaan om gedoopt te worden met de Heilige Geest. In 1 Corinthiërs 12:13 staat namelijk, dat "Wij allen door één Geest tot één lichaam gedoopt zijn". Zelfs in de vleselijke gemeente te Corinthe (1 Cor. 3:3) waren allen met de Geest gedoopt… maar niet met Gods Geest vervuld! We worden wel in de Bijbel opgeroepen om met Gods Geest vervuld te worden. De doop vindt plaats bij onze wedergeboorte terwijl de vervulling hierop volgt en verschillende keren meegemaakt kan worden en vaak als een groei-proces ervaren wordt.
Op dezelfde onbijbelse manier wordt vaak omgegaan met thema's als tongentaal en gebedsgenezing. Nergens komen we in Gods Woord een genezingsdienst tegen. Wanneer de Here mensen wilde genezen, dan gebeurde dit heel spontaan zonder vooraankondiging! Zo lezen we in 1 Corinthiërs 14:22 dat tongentaal een teken voor ongelovigen is en niet voor gelovigen. Het is zeker geen teken voor of een beloning van een geestelijk leven op hoog niveau. Juist in de gemeente van Corinthe, waar zoveel vleselijkheid leefde, sprak men heel veel in tongen. Door het spreken in vreemde talen liet de Here God juist aan het volk Israël zien, dat het Evangelie voor alle tongen, talen, volken en natiën bedoeld was. Met name is tongentaal een teken voor het ongelovige Joodse volk (zie 1 Cor. 14:21). Zo zijn er nog vele misverstanden die uit de weg geruimd zouden worden, wanneer we aan Gods Woord de ruimte en aandacht schonken die het toekomt. Van harte kan ik u het boek van John MacArthur aanbevelen als een gedegen bijbels onderbouwd boek, dat de confrontatie met andere, vaak pragmatisch denkende christenen niet uit de weg gaat!
ds. Theo Niemeijer
Antwoord:
In 1 Corinthiërs 15 lezen we hoe het lichaam van de in Christus gestorvene in een ondeelbaar ogenblik opgewekt zal worden en aan het opstandingslichaam van Christus gelijkvormig zal worden. De nog op aarde levende gelovigen zullen op dat moment uiteraard niet opgewekt worden, maar wel veranderd worden. In 1 Thessalonicenzen 4:13-18 kunt u meer over deze dingen lezen. Zodra een gelovige sterft gaat de ziel naar de Here Jezus in de hemel terwijl het lichaam wordt als een graankorrel in de aarde gezaaid. Paulus schrijft in 2 Corinthiërs 5:1 "Want wij weten, dat, indien onze aardse tent, waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, in de hemelen, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis". Hier lezen we, dat de aardse tent voor een eeuwig huis verwisseld wordt. Petrus wist, dat het afleggen van zijn tent spoedig zou komen (2 Petrus 1:13,14).
In bovenstaande verzen zien we duidelijk dat het sterven voor een christen uit het 'afleggen van de tent' bestaat. In die tent woont de ziel en de Bijbel is er duidelijk over, dat de ziel na het sterven niet zo maar een poosje ronddoolt of slaapt, maar direct zijn intrek bij de Here Jezus neemt. Paulus schrijft in Filippenzen 1:23 "Ik verlang heen te gaan en met Christus te zijn". Hij heeft het in dit gedeelte over het sterven. Voor Paulus betekent het sterven: -heengaan en met Christus zijn!". Dit geldt uiteraard niet voor zijn lichaam, maar voor zijn ziel. Het lichaam van Paulus is nog hier op aarde, ergens als een graankorrel in de aarde gezaaid. Maar wanneer de Here Jezus wederkomt, zal dit graankorreltje, waar het dan ook gezaaid moge zijn, geoogst worden en verheerlijkt opstaan. Dit geldt niet alleen voor Paulus, maar voor alle in Christus gestorvenen.
In een blad las ik over vreselijke rampen die God in Nederland zal toelaten omdat ons land zo zondig is. Blijkbaar is ook de Bijlmerramp door christenen voorspeld, maar heeft zo'n ramp dan ook daadwerkelijk ons land veranderd? (A. S. te Z.)
Antwoord:
"Ik zal haar niet verwoesten ter wille van de tien", waren de woorden van de Here God tot Abraham die als voorbidder voor zijn neef Lot pleitte (Genesis 18:32).
Tien rechtvaardigen konden het oordeel Gods tegenhouden. Zou dan een 'Arena vol met E.O.- jongeren' dit ook niet kunnen? Gelukkig zijn er nog vele christenen, die de nood van Nederland zien en voor ons land bidden. Vele christenen smeken God dagelijks om genade voor ons land. Zou God hun gebeden niet verhoren en Nederland sparen?
In 2 Thessalonicenzen 2 kunnen we lezen, dat er een wederhouder is, die de mens der wetteloosheid tegenhoudt. De gemeente is een wederhoudende kracht die zowel de wetteloosheid als Gods oordeel tegenhoudt. Zodra de gemeente weggenomen is, wordt het 'zout der aarde' weggenomen, zodat het verderf kan toeslaan en het 'licht der wereld' weggenomen, zodat het donker wordt.
De ongelovigen mogen maar wat blij zijn, dat er nog christenen onder hen leven, want als zij weggenomen zijn, zijn alle remmen los en begint Gods oordeel over een ongelovige wereld.
In Ezechiël 22:30 lezen we een heel bijzonder vers: "Ik heb onder hen gezocht naar iemand, die een muur zou kunnen optrekken en voor mijn aangezicht op de bres zou kunnen staan ten behoeve van het land, zodat Ik het niet zou verwoesten, maar Ik heb niemand gevonden". Toen de Here God niemand meer onder het volk Israël vond, was het voor Israël voorbij en werd het in ballingschap gevoerd. Laten we hopen en bidden, dat er onder de christenen nog velen zijn die de Here vinden zal die bereid zijn om op de bressen te staan. Het oordeel over de wereld is nog niet begonnen. In 1 Petrus 4:17 lezen we, dat het oordeel bij Gods huis begin. Vanaf het begin van de gemeente is de Here Zijn gemeente aan het reinigen. Dit begon al met de kwestie van Ananias en Saffira en gaat door tot bij de verkilde gemeente van Laodicea van de eindtijd. Maar straks als de gemeente weggenomen is, komt de ongelovige wereld onder Gods oordeel terecht.
We moeten niet vergeten, dat we momenteel in de 'genadetijd' leven. Zonder Gods genade, zouden we als gemeente absoluut niet kunnen functioneren. Ook in deze vreselijke tijd kan de Here God nog grote dingen doen. De werking van Gods Geest wordt in Johannes 3 omschreven als de wind, waarvan we niet weten vanwaar hij komt of waar hij heengaat. Een opwekking kun je niet zomaar voorbereiden door meer te bidden, meer Bijbel te lezen, meer dit en meer dat… Door Gods genade kan de Here zomaar ineens een opwekking geven, volkomen onverdiend, op Zijn tijd en op Zijn plaats! Laat u niet ontmoedigen door predikers die u willen laten geloven, dat een opwekking in een zondig land als Nederland niet meer mogelijk is. Een opwekking begint niet, wanneer alle zonden uit de weg geruimd zijn, maar wanneer een land, een volk 'opwekkingsrijp' is en de Here God zo'n land of volk bezoekt!
Laten we bidden voor christenen, die op de bressen willen staan en in een steeds verder afglijdend Nederland een duidelijk getuige willen zijn. Gelukkig zijn er nog meer dan tien!
In nr. 1 van de huidige jaargang maakt u een vergissing bij de verhandeling over de zeventig jaarweken. U schrijft, dat de Here Jezus een aantal jaren voor het begin van onze jaartelling geboren is. Mijns inziens moet dit juist na het begin van onze jaartelling zijn. (C. N. te E.)
Antwoord:
Hartelijk dank voor uw oplettend lezen en rekenen. Inderdaad moet de geboorte van Christus vier jaar na het begin van onze jaartelling gedateerd worden. Uitgaande van het begin van de zeventig jaarweken in het jaar 445 v. Chr. (het jaar van de terugkeer van de Joden naar hun land komen we dan aan het einde van de 69 jaarweken (het moment, waarop de Gezalfde uitgeroeid wordt) uit op het jaar 38 na Christus. Wanneer we de vier jaar = het jaar, dat we kwijtraken door het jaar 0, van 38 aftrekken komen we uit op het jaar 33, het jaar van de kruisiging van Christus. Nogmaals, hartelijk dank voor uw reactie!
Ik kom uit een vrij traditionele gemeente, waar het de laatste tijd nogal saai en stijf aan toeging. Door een kennis werd ik een paar jaar geleden uitgenodigd mee te gaan naar de pinksterconferentie in Walibi Flevo. Wat ik in onze gemeente miste heb ik daar volop gevonden. Wat was het heerlijk om met elkaar zo te zingen en te lofprijzen, te lachen en te huilen. Op een uitnodiging om de doop met de Heilige Geest te ontvangen ben ik naar voren gegaan en werd met Gods Geest vervuld. Ik was ontzettend ontroerd en het heeft me heel veel gedaan. Weer thuis kwam ik in gesprek met mijn, liefdevolle en wijze, broer. Hij waarschuwde me voor verschillende dingen die ik tijdens deze conferentie meegemaakt heb en gaf me het boek van John F. MacArthur "De Charismatische Verwarring". Vanaf de eerste bladzijden liepen de rillingen over mijn rug: Wanneer het allemaal waar is wat ik las, dan zijn er toch heel veel dingen gebeurd, die niet bijbels waren. Het boek was zo bijbels onderbouwd, terwijl ik dit tijdens de conferentie miste.
Wat moet ik nu hiermee? Is het boek van MacArthur betrouwbaar? (T. K. te W.)
Antwoord:
Het is heel moeilijk om hier zo maar even kort op in te gaan. Iedere zin, die je hierover schrijft roept confronterende reacties op. De zuster, die mij deze vraag toestuurde had me in haar brief veel meer toevertrouwd waaruit bleek, dat zij in grote geestelijke nood en verwarring terechtgekomen was. Je kunt niet zo maar zeggen of Opwekking dan wel Mac. Arthur gelijkt heeft. Dat zou te kort door de bocht zijn. Graag wil ik wat breder op dit onderwerp ingaan om de lijnen wat breder uit te zetten.
Eén van de dingen, die mij raakte was het feit dat u schreef, dat de prediking op Walibi veel minder bijbels onderbouwd was, dan het boek van John MacArthur.
Uit ervaring weet ik ook, dat juist op zulk soort grote manifestaties men zich al heel gauw aan het gevoel en de sfeer overgeeft, terwijl het bijbels gehalte ver beneden peil blijft. Verlangen naar de vervulling van Gods Geest wordt dan al gauw omgezet in verlangen naar meer enthousiasme, meer kracht, meer blijdschap enz. met als resultaat, dat mensen, die hun knieën nog nooit bij het kruis gebogen hebben om hun zonden te belijden, vervuld met 'Gods Geest' (enthousiasme, een blij gevoel) naar huis gaan. Mijns inziens predikt men daar een onbijbelse prediking over de doop met de Heilige Geest. Nergens wordt in de Bijbel aan christenen een oproep gedaan om gedoopt te worden met de Heilige Geest. In 1 Corinthiërs 12:13 staat namelijk, dat "Wij allen door één Geest tot één lichaam gedoopt zijn". Zelfs in de vleselijke gemeente te Corinthe (1 Cor. 3:3) waren allen met de Geest gedoopt… maar niet met Gods Geest vervuld! We worden wel in de Bijbel opgeroepen om met Gods Geest vervuld te worden. De doop vindt plaats bij onze wedergeboorte terwijl de vervulling hierop volgt en verschillende keren meegemaakt kan worden en vaak als een groei-proces ervaren wordt.
Op dezelfde onbijbelse manier wordt vaak omgegaan met thema's als tongentaal en gebedsgenezing. Nergens komen we in Gods Woord een genezingsdienst tegen. Wanneer de Here mensen wilde genezen, dan gebeurde dit heel spontaan zonder vooraankondiging! Zo lezen we in 1 Corinthiërs 14:22 dat tongentaal een teken voor ongelovigen is en niet voor gelovigen. Het is zeker geen teken voor of een beloning van een geestelijk leven op hoog niveau. Juist in de gemeente van Corinthe, waar zoveel vleselijkheid leefde, sprak men heel veel in tongen. Door het spreken in vreemde talen liet de Here God juist aan het volk Israël zien, dat het Evangelie voor alle tongen, talen, volken en natiën bedoeld was. Met name is tongentaal een teken voor het ongelovige Joodse volk (zie 1 Cor. 14:21). Zo zijn er nog vele misverstanden die uit de weg geruimd zouden worden, wanneer we aan Gods Woord de ruimte en aandacht schonken die het toekomt. Van harte kan ik u het boek van John MacArthur aanbevelen als een gedegen bijbels onderbouwd boek, dat de confrontatie met andere, vaak pragmatisch denkende christenen niet uit de weg gaat!
ds. Theo Niemeijer