Vragen - jrg. 75-09

ds. Theo Niemeijer • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 9
Onlangs hoorde ik een uiteenzetting over het duizendjarige rijk die mij totaal vreemd was: "Nergens staat in de Bijbel dat dit duizendjarige rijk een vrederijk zal zijn. Het rijk is reeds begonnen vanaf de Handelingen-periode, na de uitstorting van de Heilige Geest. De eerste opstanding is de opstanding van de ziel na de dood terwijl bij de tweede opstanding de levende ziel met het dode lichaam herenigd wordt." Graag uw mening over deze uiteenzetting? (P. v. D. te P.)

Antwoord:
Het duizendjarige rijk wordt reeds in het Oude Testament aangekondigd. Zo lezen we in Jesaja 9:5,6 over het koningschap van de Here Jezus op aarde het volgende: "Men noemt Hem... Vredevorst. Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk...". Zonder twijfel gaat het hier over het duizendjarige rijk, waarin de Here Jezus over de aarde zal regeren. In Jesaja 2:4 kunnen we lezen, dat ten tijde van het komende vrederijk, de "zwaarden tot ploegscharen en de speren tot snoeimessen omgesmeed zullen worden en geen volk zal tegen de ander het zwaard opheffen en zij zullen de oorlog niet meer leren".

Omtrent de leer van het duizendjarige rijk bestaan veel misverstanden. Over het algemeen genomen komen we de volgende misvattingen tegen:
- Men vergeestelijkt de aankondiging van het duizendjarig rijk. Met de vrede op aarde wordt de vrede in ons hart bedoeld, met Jeruzalem wordt de kerk bedoeld en met het volk Israël wordt de gemeente bedoeld!
- Heden en toekomst worden met elkaar verwisseld. Het duizendjarige rijk is niet begonnen na de uitstorting van de Heilige Geest maar zal eerst beginnen, wanneer Christus voor elk oog zichtbaar in heerlijkheid en majesteit op aarde terug komt. De Bijbel is daar te duidelijk over om deze gebeurtenis te ontkennen. Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament wordt zijn zichtbare wederkomst duidelijk aangekondigd.
- De meest voorkomende fout is de verwisseling van de Kerk met Israël. De Here God heeft niet de Kerk{ maar Israël en Jeruzalem uitgekozen om zijn koninkrijk hier op aarde te vestigen.

Vooral over dit laatste punt bestaat veel verwarring. Het gaat hier om een hemels koninkrijk dat, zoals Daniël aan koning Nebukadnezar uitlegde (zie Daniël 2), een einde aan alle andere wereldheerschappijen zal maken. Net zoals alle andere koninkrijken zal dit ook een koninkrijk hier op de aarde zijn. In de kronieken van de koningen van Babel en later Perzië werd dit allemaal opgeschreven. Vandaar dat de wijzen uit het Oosten de koning kwamen aanbidden. Zij wisten, dat in Jeruzalem het hemels koninkrijk opgericht zou worden. Het getuigenis van Daniël en de vele Joden daarna werd na zo'n 550 jaar in die landen nog niet vergeten! Ook al heeft Israël de Here Jezus als koning verworpen en gekruisigd, toch maakt de Bijbel ons duidelijk dat dit kennelijk zo moest gebeuren en dat Hij alsnog als Koning voor Zijn volk terugkomt, maar dan in majesteit en heerlijkheid.

Nergens kunnen we in de Bijbel lezen, dat de Here Jezus de 'Koning van de Kerk' is. Hij is de Koning van Israël maar de Bruidegom van de Bruid, Zijn Gemeente en het Hoofd van het lichaam, de Gemeente. De gemeente zal juist mét Christus regeren. Het is zelfs zo dat, wanneer de Here God door Koning Jezus het hemelse koninkrijk hierop de aarde op zal richten, de Kerk niet eens op aarde aanwezig zal zijn. De Kerk is dan al bij Christus in heerlijkheid en komt met Hem terug om het hemels koninkrijk op aarde te vestigen. Natuurlijk hebben we ook nu met Gods koninkrijk te maken maar dan wel in ons hart, voor de wereld nog onzichtbaar. Bij de wederkomst van Christus wordt Gods koningschap zichtbaar op aarde.

Vele christenen worden de laatste tijd verleid door de zgn. 'Kingdom nov" theorie, een theologische dwaalleer die er van uit gaat, dat de gelovigen nu Gods Koninkrijk op aarde moeten proclameren en vestigen. Via gebedswandelingen (zoals bij de inname van Jericho), genezingscampagnes, bevrijdingsdiensten, en lofprijzings- en aanbiddingsdiensten wordt Gods heerschappij hier op aarde geclaimd. Bijbels gezien loopt men op de zaak vooruit, wanneer men nu Gods koninkrijk op aarde probeert te vestigen. Het hemels koninkrijk wordt eerst dan op aarde gevestigd, wanneer de Here Jezus als Koning wederkomt en op de troon van David te Jeruzalem plaatsneemt. Dan zal het gebed: "Uw koninkrijk kome- vervuld worden en Zacharia 14:9 werkelijkheid worden: "En de Here zal koning worden over de gehele aarde, te dien tijde zal de Here de enige zijn en zijn naam de enige".

Verder vraagt u ook naar de eerste en de tweede opstanding. In Openbaring 20:5-6 lezen we: "De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend jaren voleindigd waren. Dit is de eerste opstanding, zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding". De Bijbel spreekt dus over een eerste opstanding en een opstanding na het duizendjarig vrederijk. In Johannes 5:29 lezen we over een 'opstanding ten leven' en een 'opstanding ten oordeel'. De eerste opstanding wordt ook wel de 'opstanding vanuit de doden' genoemd terwijl de andere opstanding de 'opstanding der doden' genoemd wordt. De eerste opstanding verloopt in drie fasen (1 Corinthiërs 15:23): "Ieder in zijn eigen rangorde":
* Christus als Eersteling.
* De ontslapen gelovigen bij de opname van de gemeente.
* De martelaren uit de grote verdrukking (Openbaring 20:4).
Deze martelaren komen tijdens de grote verdrukking tot geloof maar zullen door de terreur van de antichrist hun leven daarvoor kwijtraken. Aan het begin van het duizendjarige vrederijk zal deze groep als laatste opstaan, waarmee de slotfase van de eerste opstanding voleindigd is. De doden die in hun graven achterblijven zullen pas na het duizendjarige vrederijk opstaan, maar dan wel in de opstanding ten oordeel. Deze doden, de groten en de kleinen zien we in Openbaring 20:11-15 voor de grote witte troon van Christus verschijnen, alwaar ze op grond van het ontbreken van hun naam in het boek des levens en dat wat in de andere boeken geschreven staat voor altijd veroordeeld worden.

De eerste opstanding is dus de opstanding voor de gelovigen en de opstanding daarna is voor de ongelovigen aller tijden.


1. Waren gelovigen uit het Oude Testament wederom geboren?
2. Woonde de Heilige Geest in de gelovigen in het Oude Testament?
3. Wat was de bedoeling van de Pinksterdag? (B. d. N. uit A.)


Antwoord:
Wedergeboorte is onlosmakelijke verbonden met het werk van de Heilige Geest. In het gesprek dat de Here Jezus met Nicodemus heeft leert de Here Jezus dat 'wedergeboren' en 'geboren uit de Geest' hetzelfde is. Hij zei tegen Nicodemus: "De wind blaast, waarheen hij wil… zo is een ieder, die uit de geest geboren wordt" Johannes 3:8). Dit 'blazen voert ons terug naar Genesis 2:8 waar we kunnen lezen hoe de Here God de levensadem in de eerste mens blies. Hiermee ontving de mens Gods geest in zich en werd daarmee een unieke schepping geschapen naar Zijn beeld! Door de zondeval, zijn we dit goddelijke leven, dat de mens zijn goddelijke identiteit gaf, kwijtgeraakt. Het duurde tot Handelingen 2 voordat God opnieuw ging blazen. Handelingen 2:1 begint dan ook met de woorden: "En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid van een geweldige windvlaag." In Johannes 20:22 zien we al, dat de Here Jezus op zijn discipelen blies en daarbij zei: "Ontvangt de Heilige Geest". Dit 'blazen' ging zo'n 50 dagen later in vervulling. Op deze geweldige dag blies de Here God zijn leven in het hart van de gelovigen, waardoor zij wedergeboren werden. Door het ontvangen van de Geest van God worden we toegevoegd aan het gezin van God en worden we daarmee kinderen Gods! In het Oude Testament werden deze dingen wel aangekondigd maar nog niet beleefd. De Geest van God was wel werkzaam, maar woonde nog niet in het hart van de gelovige. De Geest van God kwam over de gelovigen, greep hen aan en gaf hen kracht en wijsheid.

Maar tegelijkertijd lezen we, dat de Geest van hen week en dat gelovigen zelfs baden: "Verwerp mij niet van uw aangezicht en neem uw Heilige Geest niet van mij" (Psalm s1:13). In het Oude Testament konden de gelovigen de Heilige Geest nog kwijtraken, terwijl de gelovigen vanaf Handelingen verzegeld zijn met de Heilige Geest. Natuurlijk kunnen we door een zondig leven de Geest van God bedroeven, zodat Hij zich niet meer ten volle in ons leven kan openbaren, maar ons verlaten zal Hij niet, omdat we met Gods Geest verzegeld zijn! De Here Jezus belooft het in Johannes 14:17-20 "Hij blijft bij u en zal in u zijn.. .Te dien dage zult gij weten, dat Ik in mijn Vader ben en gij in Mij en Ik in u". Dit hebben de gelovigen in het Oude Testament nooit meegemaakt omdat de Heilige Geest nog niet uitgestort was. Vandaar dat de Here Jezus in Johannes 7:39 zegt "Want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was". Natuurlijk was de Geest van God er wel, maar nog niet op een Nieuw-Testamentische manier! In Hebreeën 11:39 lezen we over de Oud-Testamentische gelovigen: "Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons tot de volmaaktheid konden komen". Zeer zeker, ook de Oud-Testamentische gelovigen zullen tot volmaaktheid komen, maar nadat de Gemeente haar volmaaktheid gekregen heeft.

ds. Theo Niemeijer