Vragen - jrg. 75-08

ds. Theo Niemeijer • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 8
Omdat ik in verwachting ben, denk ik de laatste tijd erg veel over de toekomst na. Ik denk dan vaak na over de toekomst voor mijzelf, van mijn kindje, maar ook over de toekomst van de wereld. Hoewel de Here Jezus door Zijn lijden en sterven de wereld verlost heeft zal er ondanks dat alles nog zo ontzettend veel narigheid over de wereld uitgestort worden. Wanneer ik hieraan denk, word ik erg verdrietig. Vooral wanneer ik bedenk, dat er dan ook nog zoveel mensen voor eeuwig verloren gaan! (Y. J. te B.)

Antwoord:
Niet alleen u, maar ook de Here Zelf heeft verdriet over alle oordelen, die over de wereld zullen komen, maar ook over alle mensen, die voor eeuwig verloren zullen gaan. Er staat dan ook in 2 Petr. 3:9, dat Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan. De Here Jezus maakt dit duidelijk aan de hand van een gelijkenis over het verloren schaap. In deze gelijkenis liet Hij, als goede Herder, de 99 schapen achter om het verdwaalde schaap te gaan zoeken. Wat een blijdschap was er in de hemel voor dat ene schaap dat door de goede Herder gevonden werd! Inderdaad, er is blijdschap voor zondaren, die gevonden worden, maar dan is er ook verdriet over zondaren, die zich niet laten vinden.

U schrijft zo in uw brief, dat Hij de wereld verlost heeft, maar wat bedoelt u daarmee? Hij heeft door Zijn sterven ons juist uit deze wereld verlost zodat we niet tezamen met de wereld zullen vergaan. We zijn door de Here Jezus 'losgekochten' van de aarde. Wanneer we verlost zijn worden we aan de gemeente toegevoegd, het volk dat letterlijk 'uitgeroepen is.

God is een God van volkomen liefde, maar tegelijkertijd ook volkomen rechtvaardig. Hij kan de zonde niet door de vingers zien. De verlossing in het bloed van Christus wordt als vrije genadegift iedereen aangeboden, maar helaas niet door iedereen aanvaard. In Openbaring 22:17 vinden we hiertoe een laatste uitnodiging: "Wie het hoort zegge: Kom! En wie dorst heeft kome, en wie wil, neme het water des levens om niet!" Drie keer komen we in dit vers 'wie' tegen. De uitnodiging geldt voor iedereen. Iedereen mag zich door dit 'wie' aangesproken voelen. Helaas willen velen niet en zijn dan ook zelf verantwoordelijk voor de consequenties. De grootste zonde, die men kan doen en waardoor men verloren gaat, is het verwerpen van Gods genade-aanbod.

Door de zondeval is de wereld waarop we leven aan de zonde overgegeven. Niet alleen de aarde, maar zelfs ook de hemel rondom de aarde. Beide. Hemel en aarde zullen door Gods louterende vuur vergaan en gereinigd en vernieuwd tevoorschijn komen. De zonde zal dan met wortel en al uitgeroeid worden. Wanneer we het eigendom van de Here Jezus zijn mogen we met vertrouwen de toekomst tegemoet zien. Hij heeft alles in Zijn handen en het zal precies zo gaan, zoals Hij in Gods Woord aangeeft. Daarin kunt u ook lezen, dat de Here al Zijn kinderen reeds thuisgehaald heeft voordat Gods oordeel over deze wereld los zal barsten en de zondaren en de zondige schepping met Gods oordelen te maken zullen krijgen.

Aan de andere kant vervult deze verwachting ons ook met een grote verantwoordelijkheid. Er zijn nog vele mensen, die we met Gods reddende genadeboodschap moeten bereiken... helpt u daar ook aan mee?


Graag zou ik uw mening willen weten over de geschriften van Jozef Rulof. Op mijn huiskring is iemand sterk verslingerd aan de leer van Josef Rulof. Het heeft te maken met de reïncarnatieleer. Graag zou ik willen weten, welke uitspraken van Josef Rulof haaks op de bijbelse waarheid staan. (A. B. te D.)

Antwoord:
De geschriften van Josef Rulof ken ik niet, zodat ik u hiermee helaas niet kan helpen. Misschien is er een zoeklichtlezer, die meer van zijn geschriften af weet. Dan houden we ons graag aanbevolen. Natuurlijk spreekt de Bijbel de reïncarnatie-leer, zoals deze wordt geleerd in de oosterse godsdiensten, tegen. De Bijbel leert ons heel duidelijk, dat het de mens éénmaal gezet is te sterven en daarna het oordeel (Hebr.9:27). Nergens leert de Bijbel ons dat de mens vanuit het rad der reïncarnatie, waarin de mens oneindig veel keren geboorte, leven en sterven meemaakt, uiteindelijk in het niets verdwijnt.

Nogmaals, graag houden we ons aanbevolen voor informatie over Josef Rulof.


Mijn broer heeft verkering met een ongelovig meisje, ik heb hier absoluut niets op tegen hoor! Dit meisje wil op dit moment niet overspoeld worden met het geloof, toch zouden we zo graag zien, dat ze spoedig, nog voor de komst van Christus, tot geloof zal komen. Mijn vader zei echter, dat op grond van 1 Corinthiërs 7:14 de ongelovige vrouw door de gelovige man geheiligd is, dus dan ook gered zou zijn. Is dit zo, of heeft dit een andere betekenis? En hoe staat u tegenover de volgende stelling: "Samenwonen is de moderne variant op het trouwen van vroeger". (P. P. te Z.)

Antwoord:
Eerst wil ik reageren op het begin van de vraag. Je hebt geen moeite met het feit, dat je broer verkering heeft met een meisje dat ongelovig is. Toch wil ik je er op wijzen, dat de Here God daar wel moeite mee heeft! In 2 Corinthiërs 6:14 staat: "Vormt geen ongelijk span met een ongelovige, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis? Welke gemeenschappelijke grondslag heeft de tempel Gods met afgoden? "Bovenstaand vers maakt ons duidelijk, dat een ongelijk span verschilt in: inhoud, identiteit en het fundament van het leven. Het belangrijkste van je leven heb je niet samen, hoe kun je dan nog een eenheid vormen? De Bijbel leert ons, dat het onmogelijk is en waarschuwt ons er voor. Heel verleidelijk is het om toch verkering met een ongelovige partner aan te gaan, met de gedachte en de hoop, haar of hem in de verkeringstijd wel voor de Here te winnen.

Dit leidt vaak tot teleurstellingen en een verkeerde motivatie van de partner om tot geloof te komen. Eigenlijk ben je dan al een stap te ver gegaan en heb je Gods Woord naast je neer gelegd. Het lijkt me heel eng om over een beslissing, die je tegen Gods Woord in gemaakt hebt, Gods zegen te vragen en alsnog te bidden om de bekering van je partner!

Verder vraag je naar 1 Corinthiërs 7:14, waar we kunnen lezen, dat de ongelovige partner door de gelovige partner geheiligd is. In een bestaande huwelijkssituatie kwam het veelvuldig voor (en ook nu nog), dat één van beiden tot geloof kwam. Paulus schreef daarover, dat deze partners dan niet uit elkaar behoefden te gaan, maar zo mogelijk alles op alles te zetten om bij elkaar te blijven. Hij schrijft dan ook: "zoekt geen scheiding". Voor zulk soort situaties (dus al bestaande huwelijken) geldt de uitspraak, dat de ongelovige partner in de gelovige geheiligd wordt. Dit betekent niet, dat de ongelovige partner hiermee behouden is! Nee, het betekent veel meer dat dit huwelijk, ondanks het feit dat niet beiden gelovig zijn, toch wel door de Here gezegend kan worden. Zo'n huwelijk staat dus de zegen van de Here niet in de weg. Hetzelfde geldt voor de ongelovige kinderen in het gezin.

Verder vraag je mijn reactie op de stelling, dat samenwonen de moderne variant op het trouwen van vroeger is. Ik denk, dat je met deze stelling het bijbelse huwelijk 'vogelvrij' verklaart. In het voorbeeld van Jozef en Maria zien we heel duidelijk, dat Maria tegen de engel Gabriël zegt dat, hoewel ze verloofd waren, nog niet samenwoonden en ook nog geen omgang met elkaar gehad hebben. Ware liefde is bereid om tot op de huwelijksdag te wachten. Liefde is meer dan een gevoel. Liefde schept wederzijdse verplichtingen. Liefde moet beschermd worden en daarom wordt ons door Gods Woord geleerd, niet zo maar met iemand waarvan je houdt samen te wonen maar een huwelijk, een verbond, te sluiten om daarna samen te wonen en te gaan. Samenwonen zet de deur open voor een relatie op basis van ongebondenheid. Het Schriftwoord: "Wat God samengevoegd heeft scheide de mens niet" heeft dan geen enkele betekenis meer! Meer dan ooit behoren wij als christenen de bijbelse normen en waarden te eerbiedigen. Wanneer we dat niet doen en de normen en waarden van de wereld om ons heen hanteren, leveren we onze christelijke identiteit uit en zijn we als christenen niet meer herkenbaar in deze goddeloze wereld.

Theo Niemeijer