Vraag de Vader

Willem de Vink • 76 - 2000/01 • Uitgave: 18
“Niet gij hebt Mij, maar Ik, heb u uitgekozen en u aangewezen, opdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen en uw vrucht zou blijven, opdat de Vader u alles geve, wat gij Hem bidt in mijn naam.” (Joh. 15:16)

Uitgekozen door Jezus! Aangewezen door Hem! Ik was nog een tiener toen deze tekst me begon aan te spreken. Jezus die mij zag zitten! Ik vertrouwde mijn leven aan Hem toe en als ik twijfelde
aan mezelf of teleurgesteld was in mensen, dacht ik eraan dat Jezus me desondanks op het oog had. Hij bevestigde dat ik er mocht zijn.

Later ging ook het tweede gedeelte van deze tekst me duidelijk worden: vrucht dragen. Jezus wilde dat ik van Hem aan anderen uit zou delen. Dat was mijn levensdoel Dus bood ik Hem mijn mogelijkheden aan om zo verder met mij te kunnen komen: mijn creatieve talenten, mijn denkvermogen, mijn sociale vaardigheden - ik bracht ze allemaal onder zijn hoede.

Ik zag dat Hij mij bevestigde, doordat Hij mij gebruikte voor de bestemming die Hij voor me op het oog had. Maar Hij had mij nog lang niet op de plaats waar Hij me wilde hebben. Soms miste ik, het vertrouwen in Hem en soms was ik eigenwijs. Dan moest Hij mij terugroepen naar het punt waarop ik gezegd had dat Hij mijn leven mocht leiden.

Hij leidde me door snoeiprocessen waarin domme ambities, ongeduld, bitterheid, trots en al dat soort onvruchtbare dingen werden opgeruimd. En Hij is daar nog steeds mee bezig. Ik ben daar dankbaar voor. Eerlijk gezegd vind ik het bijzonder om Gods hand in mijn leven te ontdekken, al drukt die hand wel eens zwaar. Het bewijst dat Hij me uitkoos en aanwees en vrucht wil laten dragen. Dat geeft mijn leven zin!

Maar Jezus zegt nog iets in dit bijbelvers, wat me de laatste tijd nogal bezighoudt. God is niet alleen de fruitkweker die naar rendement zoekt, maar vooral de Vader naast wie ik mag opgroeien en die ik alles mag vragen. Wat ik vraag zal God geven, zegt Jezus. Maar wat mag ik vragen? Jezus geeft een hint. Ik moet bidden in zijn naam. Hoe doe ik dat? Ik bid in Jezus’ naam als ik de Vader benader als zijn zoon. En dat heeft toch weer alles met vrucht dragen te maken, want daarin herkent de vader zichzelf. Als ik Hem Sem vraag om optimaal vrucht te mogen dragen, zal Hij me daar de mogelijkheden voor geven: de energie, de middelen, en vooral de liefde voor mensen. Hij wil niets liever. Het is: zo Vader, zo Zoon, zo zoon.
Begrijp je?

Willem de Vink