Voor wie is de Grote Verdrukking?
We zijn er vast van overtuigd dat er, zoals de Here Jezus zelf zegt, een periode gaat komen die uniek en vreselijk zal zijn. Een verschrikkelijke tijd, zoals nooit eerder geweest is en nadien ook nooit meer komen zal. De Here Jezus zelf spreekt van `een grote verdrukking' (Mattheus 24:21). In het boek Openbaring horen we eveneens van die grote verdrukking, dan lezen we van mensen die `uit de grote verdrukking komen' (Openbaring 7:14). Wanneer we de Bijbel hieromtrent onderzoeken dan leren we dat die periode komt na de `opname van de gemeente'. Met andere woorden, die grote verdrukking is niet een vreselijke tijd die op ons die geloven neerdalen zal. Dat heeft te maken met het karakter en doel van de grote verdrukking. Ik hoor veel mensen die protesteren tegen het gevoel van ongelijkheid en zij wijzen daarbij ook op situaties van broeders en zusters die wel vreselijk lijden, of geleden hebben, maar gaat het om hetzelfde?
Komende toorn
In 1 Thessalonicenzen 1:10 wordt gesproken van `komende toorn', die ons die geloven niet kwetsen zal, we zullen juist daar van verlost worden. In Openbaring 3:10 lezen we van een bewaard worden voor de `ure der verzoeking die over de hele wereld komen zal'. Jesaja profeteert over deze dag des Heren en schrijft: `Zie, de dag (des Heren) komt meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toorn om de aarde tot een woestenij te maken en haar zondaars van haar te verdelgen'. Let op, het gaat hier om verdelging van zondaars. God zal Zijn kinderen niet verdelgen! We hebben nu een paar woorden gebruikt, die naar onze overtuiging synoniem zijn voor `grote verdrukking', die dus dezelfde periode aanduiden. Deze woorden en hun samenhang geven aan dat er over deze wereld een vreselijke tijd aanbreken zal, maar daar zullen gelovigen voor bewaard worden. We weten dat de straf die ons de vrede aanbrengt op Christus was.
Wie worden verdrukt?
Er is lijden van broeders en zusters, ver weg, soms dichtbij. Ook onze vaderlandse geschiedenis kent tijden van verdrukking voor hen die Gods Woord en de Here Jezus liefhadden. Dan kwam of komt de druk van de zijde van ongelovigen en worden gelovigen verdrukt. Hoe groot die verdrukking ook zijn kan, het is niet de grote verdrukking, niet de ure der verzoeking, niet de toorn van God of van het Lam, niet de vreselijke dag des Heren.
Het karakter en doel van de grote verdrukking raakt juist niet de kinderen Gods maar is een verdrukking van Godswege over de bewoners van deze aarde die de Here ongehoorzaam zijn, om de zondaars te verdelgen. En in het bijzonder is het een periode van groot lijden dat komen zal over Gods volk, Israël. Nu zullen er direct weer mensen zijn, van wie de gevoelens botsen met deze inzichten. En dat is ook wel begrijpelijk. Wanneer we denken aan het lijden dat dit volk van God zo menigmaal en schrijnend heeft ondergaan, dan denk je: dat nooit meer. Toch is die emotie, hoe begrijpelijk ook, strijdig met de dingen die we vanuit Gods Woord leren. De dagelijkse werkelijkheid laat ons meer en meer zien dat er voor Israël vreselijke tijden zijn en komen. We weten gelukkig ook van een `totdat'. Hoe vreselijk die grote verdrukking ook zijn zal, ze is niet het laatste. Het zijn de vreselijke weeën die naar een nieuwe tijd leiden.
We komen die grote verdrukking, zij het onder andere benamingen ook in het Oude Testament tegen. Dan horen we van de dag van `Jacobs benauwdheid', of we horen van de `dag des Heren'. Dan wordt ons geen vreugde getekend, geen bevrijding of heil, maar dan zien we hoe de Here God een vreselijk lijden laat gebeuren, zie bijvoorbeeld Jesaja 13:6, 9.
Waarom
Waarom? Dat is een indringende vraag. Om dat te begrijpen luisteren we naar de profeet Daniël wanneer hij de openbaring krijgt aangaande de zeventig jaarweken. Die jaarweken wijzen op een periode voor Israël, waarin de Here God met Zijn volk tot een bepaald doel wil komen. Dat doel wordt omschreven in Daniël 9:24 waar we lezen: `Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen, en om eeuwige gerechtigheid te brengen'. Er wordt hier gesproken van een louteringsproces. Zoals in een smeltkroes zilver gesmolten en gereinigd wordt, zo handelt de Here ook met zijn volk.
We lezen dan in Daniël 9:27 `Hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang'. Het is hier niet de bedoeling om de zeventig jaarweken te verklaren, we schrijven over de Grote Verdrukking. Die laatste jaarweek, waarin het `zwaar' doelt op die specifieke zware periode die we grote verdrukking noemen. Feitelijk wordt die periode beschreven door de Here Jezus in Mattheus 24. Wanneer de Here Jezus daar spreekt over de laatste dingen, dan gaat het om de laatste dingen voor Zijn volk, voor het lichamelijke nageslacht van Abraham. Dan gaat het om de vijgenboom die uitloopt, dat is Israël. De gruwel der verwoesting, waarvan de profeet Daniël gesproken heeft (Daniël 9:27), wordt hier door de Here Jezus expliciet genoemd (Mattheus 24:15). Onder de druk van deze dictator zullen velen van Gods oude verbondsvolk zich tot de Here bekeren.
Voorbeelden
We zien in het boek Richteren voorbeelden van een dergelijk gebeuren. Wanneer het volk ongehoorzaam is, laat de Here God verdrukking toe van vijandige buurlanden. Die verdrukking bewerkt dan een ommekeer en de Here God geeft door middel van een richter bevrijding. Je zou dit als voorloper kunnen zien van wat zich straks veel intenser zal plaatsvinden. De nood en de druk zal vreselijk zijn, een grote verdrukking als nooit te voren en
zoals die nadien ook nooit meer wezen zal.
Dan zal Gods volk, Israël, in haar nood tot de Here God roepen, dan zal de Here Jezus neerdalen. Hij zal staan op de Olijfberg, dan zal Hij Zijn stad binnentrekken en Zijn troon oprichten. Dan breekt het vrederijk aan. Het koninkrijk waar zulke heerlijke dingen van gevonden worden in de Bijbel. Dat koninkrijk, dat is nog niet gekomen. Het is niet zo dat de Here Jezus nu de wereld door de kerk regeert. Straks zal Hij vanuit Jeruzalem door Zijn volk Israël Zijn heerlijk koninkrijk oprichten. Maar voordat het zover is zal die vreselijke periode van lijden komen die we in navolging van de Here Jezus zelf de Grote Verdrukking noemen. Wanneer we beseffen hoe vreselijk die tijd zijn zal, worden we bewogen, geraakt en gedreven om het heil dat door genade ontvangen wordt des te nadrukkelijker te verkondigen. We kunnen door Christus bewaard worden voor die ure der verzoeking die over de hele wereld komen zal. Dan moeten we ons leven in Zijn machtige hand leggen en opruimen uit ons leven waar we Hem mee bedroeven.
Hoop
Zelfs in die uiterst donkere periode die we de Grote Verdrukking noemen, wanneer de Gemeente al thuis gehaald is, is God nog altijd de genadige en barmhartige. We leren uit het laatste bijbelboek dat er 144.000 Israëlieten zullen zijn, naast 2 bijzondere getuigen. We horen van een eeuwig evangelie dat verkondigd wordt en zien een schare van mensen nog gered worden uit de Grote Verdrukking, die noch het beest, noch zijn beeld hadden aangebeden en het merkteken niet op hun voorhoofd en hand hadden ontvangen (Openbaring 20:4). Deze grote groep van geredde mensen mag zich aansluiten bij de Gemeente, die met haar Here vanuit de hemel neerdaalt (lees Openbaring 19-20). Dan zal de Gemeente, samen met haar Here duizend jaar mogen regeren, een ongekend lange tijd van heil en vrede zal aanbreken, na een korte tijd van grote verdrukking.
ds. Henk Schouten
Komende toorn
In 1 Thessalonicenzen 1:10 wordt gesproken van `komende toorn', die ons die geloven niet kwetsen zal, we zullen juist daar van verlost worden. In Openbaring 3:10 lezen we van een bewaard worden voor de `ure der verzoeking die over de hele wereld komen zal'. Jesaja profeteert over deze dag des Heren en schrijft: `Zie, de dag (des Heren) komt meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toorn om de aarde tot een woestenij te maken en haar zondaars van haar te verdelgen'. Let op, het gaat hier om verdelging van zondaars. God zal Zijn kinderen niet verdelgen! We hebben nu een paar woorden gebruikt, die naar onze overtuiging synoniem zijn voor `grote verdrukking', die dus dezelfde periode aanduiden. Deze woorden en hun samenhang geven aan dat er over deze wereld een vreselijke tijd aanbreken zal, maar daar zullen gelovigen voor bewaard worden. We weten dat de straf die ons de vrede aanbrengt op Christus was.
Wie worden verdrukt?
Er is lijden van broeders en zusters, ver weg, soms dichtbij. Ook onze vaderlandse geschiedenis kent tijden van verdrukking voor hen die Gods Woord en de Here Jezus liefhadden. Dan kwam of komt de druk van de zijde van ongelovigen en worden gelovigen verdrukt. Hoe groot die verdrukking ook zijn kan, het is niet de grote verdrukking, niet de ure der verzoeking, niet de toorn van God of van het Lam, niet de vreselijke dag des Heren.
Het karakter en doel van de grote verdrukking raakt juist niet de kinderen Gods maar is een verdrukking van Godswege over de bewoners van deze aarde die de Here ongehoorzaam zijn, om de zondaars te verdelgen. En in het bijzonder is het een periode van groot lijden dat komen zal over Gods volk, Israël. Nu zullen er direct weer mensen zijn, van wie de gevoelens botsen met deze inzichten. En dat is ook wel begrijpelijk. Wanneer we denken aan het lijden dat dit volk van God zo menigmaal en schrijnend heeft ondergaan, dan denk je: dat nooit meer. Toch is die emotie, hoe begrijpelijk ook, strijdig met de dingen die we vanuit Gods Woord leren. De dagelijkse werkelijkheid laat ons meer en meer zien dat er voor Israël vreselijke tijden zijn en komen. We weten gelukkig ook van een `totdat'. Hoe vreselijk die grote verdrukking ook zijn zal, ze is niet het laatste. Het zijn de vreselijke weeën die naar een nieuwe tijd leiden.
We komen die grote verdrukking, zij het onder andere benamingen ook in het Oude Testament tegen. Dan horen we van de dag van `Jacobs benauwdheid', of we horen van de `dag des Heren'. Dan wordt ons geen vreugde getekend, geen bevrijding of heil, maar dan zien we hoe de Here God een vreselijk lijden laat gebeuren, zie bijvoorbeeld Jesaja 13:6, 9.
Waarom
Waarom? Dat is een indringende vraag. Om dat te begrijpen luisteren we naar de profeet Daniël wanneer hij de openbaring krijgt aangaande de zeventig jaarweken. Die jaarweken wijzen op een periode voor Israël, waarin de Here God met Zijn volk tot een bepaald doel wil komen. Dat doel wordt omschreven in Daniël 9:24 waar we lezen: `Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen, en om eeuwige gerechtigheid te brengen'. Er wordt hier gesproken van een louteringsproces. Zoals in een smeltkroes zilver gesmolten en gereinigd wordt, zo handelt de Here ook met zijn volk.
We lezen dan in Daniël 9:27 `Hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang'. Het is hier niet de bedoeling om de zeventig jaarweken te verklaren, we schrijven over de Grote Verdrukking. Die laatste jaarweek, waarin het `zwaar' doelt op die specifieke zware periode die we grote verdrukking noemen. Feitelijk wordt die periode beschreven door de Here Jezus in Mattheus 24. Wanneer de Here Jezus daar spreekt over de laatste dingen, dan gaat het om de laatste dingen voor Zijn volk, voor het lichamelijke nageslacht van Abraham. Dan gaat het om de vijgenboom die uitloopt, dat is Israël. De gruwel der verwoesting, waarvan de profeet Daniël gesproken heeft (Daniël 9:27), wordt hier door de Here Jezus expliciet genoemd (Mattheus 24:15). Onder de druk van deze dictator zullen velen van Gods oude verbondsvolk zich tot de Here bekeren.
Voorbeelden
We zien in het boek Richteren voorbeelden van een dergelijk gebeuren. Wanneer het volk ongehoorzaam is, laat de Here God verdrukking toe van vijandige buurlanden. Die verdrukking bewerkt dan een ommekeer en de Here God geeft door middel van een richter bevrijding. Je zou dit als voorloper kunnen zien van wat zich straks veel intenser zal plaatsvinden. De nood en de druk zal vreselijk zijn, een grote verdrukking als nooit te voren en
zoals die nadien ook nooit meer wezen zal.
Dan zal Gods volk, Israël, in haar nood tot de Here God roepen, dan zal de Here Jezus neerdalen. Hij zal staan op de Olijfberg, dan zal Hij Zijn stad binnentrekken en Zijn troon oprichten. Dan breekt het vrederijk aan. Het koninkrijk waar zulke heerlijke dingen van gevonden worden in de Bijbel. Dat koninkrijk, dat is nog niet gekomen. Het is niet zo dat de Here Jezus nu de wereld door de kerk regeert. Straks zal Hij vanuit Jeruzalem door Zijn volk Israël Zijn heerlijk koninkrijk oprichten. Maar voordat het zover is zal die vreselijke periode van lijden komen die we in navolging van de Here Jezus zelf de Grote Verdrukking noemen. Wanneer we beseffen hoe vreselijk die tijd zijn zal, worden we bewogen, geraakt en gedreven om het heil dat door genade ontvangen wordt des te nadrukkelijker te verkondigen. We kunnen door Christus bewaard worden voor die ure der verzoeking die over de hele wereld komen zal. Dan moeten we ons leven in Zijn machtige hand leggen en opruimen uit ons leven waar we Hem mee bedroeven.
Hoop
Zelfs in die uiterst donkere periode die we de Grote Verdrukking noemen, wanneer de Gemeente al thuis gehaald is, is God nog altijd de genadige en barmhartige. We leren uit het laatste bijbelboek dat er 144.000 Israëlieten zullen zijn, naast 2 bijzondere getuigen. We horen van een eeuwig evangelie dat verkondigd wordt en zien een schare van mensen nog gered worden uit de Grote Verdrukking, die noch het beest, noch zijn beeld hadden aangebeden en het merkteken niet op hun voorhoofd en hand hadden ontvangen (Openbaring 20:4). Deze grote groep van geredde mensen mag zich aansluiten bij de Gemeente, die met haar Here vanuit de hemel neerdaalt (lees Openbaring 19-20). Dan zal de Gemeente, samen met haar Here duizend jaar mogen regeren, een ongekend lange tijd van heil en vrede zal aanbreken, na een korte tijd van grote verdrukking.
ds. Henk Schouten