Volk tegen volk…

Feike ter Velde • 92 - 2016 • Uitgave: 20
Wie over de eindtijd nadenkt, komt vanzelf uit bij het Bijbelse gegeven over de Grote Verdrukking. De term ‘Grote Verdrukking’ komen we voor het eerst in de Bijbel tegen in de rede van de Here Jezus over het einde der tijden, in Matteüs 24. Willen we er meer over aan de weet komen, dan moeten we toch vooral zijn bij het laatste Bijbelboek: de Openbaring aan Johannes.
In dat boek vinden we de beschrijving, concreet en soms in beelden en metaforen, over de dingen die over de aarde gaan komen. Het is de beschrijving van een rampzalige chaos. We zijn niet onwetend achtergelaten!


De Here Jezus heeft Zijn Gemeente niet in onwetendheid achtergelaten op deze wereld. Heel duidelijk heeft Hij met Zijn leerlingen gesproken over het verloop van de dingen en het einde van deze bedeling. In deze bedeling (tijdperk op Gods kalender) kregen zij een duidelijke opdracht mee, namelijk de verkondiging van het Evangelie. Het wordt dan ook de genadebedeling genoemd.

Oordelen over de wereld
Hoe deden de apostelen dat in het begin eigenlijk? Wat was hun boodschap aan de wereld? De eerste keer zien we dat in Handelingen 2, waar Petrus het woord neemt en de menigte toespreekt. Hij citeert de profeet Joël (Handelingen 2:17) en begint met te zeggen dat ‘het in de laatste dagen zal zijn…’ Dan volgen kenmerken van de laatste dingen, namelijk dat de Here Zijn Geest zal geven en ook dat de oordelen over de wereld zullen komen op ‘de grote en doorluchtige dag des Heren’ (vers 20).
Hier moet direct bij worden vermeld dat de dag des Heren overal in de Bijbel de dag van het oordeel is: de Grote Verdrukking. Uiteraard niet te verwarren met het eindoordeel. Dat is weer een heel andere periode in de Schrift.
Duidelijk is echter wel dat die periode van de Grote Verdrukking een complete chaos op aarde zal zijn en niet alleen op aarde, maar ook in de hemelse gewesten (Openbaring 12:7).

Volk tegen volk
Er kwamen enkele discipelen tot Jezus om Hem te vragen naar de dingen van de eindtijd (Matteüs 24:3). In dat verband noemt de Here Jezus de ontwikkelingen die op aarde zullen gaan plaatsvinden. Die dingen luiden de Wederkomst van de Here in, maar ze zijn zelf nog niet het einde. Hij spreekt over oorlogen en geruchten van oorlogen en de komst van valse leer en van valse messiassen.
Politiek en geestelijk is de verwarring compleet in die tijd. Veel mensen reageren onmiddellijk door te zeggen dat er altijd al oorlogen geweest zijn op aarde. Dat lijkt een zinnige opmerking, maar dat is het toch niet. In de twintigste eeuw hebben wij een nieuw woord erbij gekregen: wereldoorlog. Dat bestond in alle eeuwen daar vóór niet! Complete verwarring: volk tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk. Precies zoals door de Here Jezus beschreven. Daarbij noemt Hij ook de grote rampen van hongersnoden, aardbevingen en dergelijke. In de twintigste eeuw zijn meer dan zeventig(!) miljoen mensen omgekomen door honger. De meesten, meer dan dertig miljoen, in China, dank zij ‘de grote stap voorwaarts’ – het communistische bestuur.

De bittere eeuw
De geschiedenis van onze twintigste eeuw wordt gedomineerd door twee wereldoorlogen. Dat is een ongekend fenomeen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog – en dat is een enorme gebeurtenis: vindt de afslachting van zes miljoen Europese Joden plaats. In de eeuw van de technische vooruitgang en enorme groei van de wetenschap werden medemensen fabrieksmatig uitgeroeid. Dan de oprichting van de Staat Israël, de oprichting van de Verenigde Naties en de vijandschap van de volkerenwereld tegen de Joden die hierdoor rechtstreeks zichtbaar werd. De Tweede Wereldoorlog komt in het Verre Oosten aan zijn einde door de twee atoombommen op Japan.
Daarna beginnen er lokale oorlogen op verschillende plaatsen: oorlog in China door opkomst van het communisme van Mao, de Koreaanse oorlog (1950-1953), de Balkanoorlog, de oorlogen in het Midden-Oosten van Israël met de vijandige buren en diverse oorlogen op het Afrikaanse continent. De Verenigde Naties zijn niet in staat het internationale humanistische vredesideaal aan de volkerenwereld op te leggen. Vredeslegers falen steeds weer. De historicus Johan Huizinga noemde de twintigste eeuw ‘de bitterste aller eeuwen’. Het enorme aantal oorlogen tussen landen in de twintigste eeuw, plus het uitmoorden van de eigen burgers door overheden, loopt in de honderden miljoenen slachtoffers. Meer dan alle eeuwen tezamen daarvoor!

God wordt verdreven
Deze feiten zouden ons allang wakker hebben moeten schudden. De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900) voorspelde dat de twintigste eeuw een periode van bloed en tranen zou worden. Waarom? Omdat God uit de samenleving verdreven wordt. Hij wordt door de mens vermoord. Van Nietzsche is de term ‘God is dood’. De mensheid kan in het beeld van Nietzsche niet leven in een wereld zónder God. Daarom verklaart de mens zichzelf tot god. Zo luidde Nietzsche de twintigste eeuw in: het zou chaos worden! En dat kwam uit, met alle verschrikkelijke gevolgen van dien.
De wereld wordt steeds donkerder. De goddelijke glans verdwijnt, omdat God eruit verdwijnt. Maar die plaats zal niet lang leeg blijven. Spoedig zal de vorst der duisternis deze lege plaats innemen: de antichrist komt. Hij zal mensen en volkeren tegen elkaar opzetten. Het zal worden: volk tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk.

Duidelijke taal spreken
De twintigste eeuw zelf is het grootste teken van de tijd. Daarom is het des te opmerkelijker dat veel mensen in de christenheid voorbij gaan aan de duidelijke sprake Gods. De tekenen van de tijd spreken duidelijke taal, alleen spreken veel christenen de taal van de Bijbel en van God niet meer. De Bijbel gaat steeds verder dicht. Dit is een subtiel gebeuren waarachter we de grote hater van God en Zijn woord moeten vermoeden: de duivel. In grote snelheid grijpt de moderne leegte wereldwijd om zich heen. De moderne mens is weggevlucht, verder die leegte in. Dat is beangstigend. De paus van Rome noemde het ‘de globalisering van de onverschilligheid’.
Wat van kerk en christendom mag worden verwacht, is de duiding van de tekenen van de tijd: de Bijbelse duiding. Het Woord van God, met name het Profetische Woord, spreekt duidelijke taal. Wij kunnen er niet over zwijgen, we mogen er niet omheen.
Bij al deze ontwikkeling is de hoop van elke ware christen: Straks komt de Heiland ons Zelf halen en zal ons brengen in het huis van Zijn Vader (Johannes 14:1-3)! Omdat we vandaag die hoop hebben, mogen we duidelijke taal spreken over morgen! Het oordeel komt! Maar ook de nieuwe morgen na de zwarte nacht!

Feike ter Velde