Volharding

Jef de Vriese • 91 - 2015 • Uitgave: 11
Volharding staat bij veel christenen niet in het woordenboek. Velen verwachten van het christenleven dat het vanzelf gaat: een ‘Coca-Cola-christendom’ dat onmiddellijk verfrissing bezorgt. Geestelijke strijd wordt vermeden en als ongewenst of ongewoon ervaren. Toch is strijd, waarin aanhoudend volhard moet worden, een onderdeel van het leven voor iedere discipel die leeft in een vijandige omgeving en in een gemeente waarin ook tegenstand ontstaat.
De gemeente van Efeze (Openbaring 2) kan slechte mensen niet verdragen. Maar leed kan zij wél verdragen. De christenen zuchten niet onder het lijden dat zij omwille van hun geloof moeten doorstaan. Zij zijn bereid te lijden omwille van de naam van Jezus.
Hun verdragen is dus geen passief lijdzaam ondergaan, noch een tolerant oogluikend toestaan van ongerechtigheid. Het gaat erom dat zij in moeilijke omstandigheden en onder tegenstand in een goddeloze heidense stad (vgl. Handelingen 19:8-14), actief zijn doorgegaan met hun trouw aan de waarheid, zelfs wanneer in hun midden grimmige wolven ronddwaalden. Zij lieten zich in de druk niet van hun stuk brengen. De omstandigheden overspoelden hen niet. Hun hoofddoel was ook niet om van strijd bevrijd te zijn, maar om de naam van Jezus hoog te houden. Door op Hem te kijken, waren zij in staat om veel te verdragen en putten zij telkens nieuwe kracht om door te gaan. Hun verlangen naar Jezus-gelijkvormigheid overwon.
Noch aanvallen van buitenaf (vervolging), noch aanvallen van binnenuit (dwaalleer) hebben de energie van deze gemeente kunnen breken. Zij zijn het niet beu geworden. Hun weerstand is niet gebroken.
En de jouwe?

Jef De Vriese