Visioenen vandaag de dag: aannemen of afwijzen?
Er circuleren de laatste tijd regelmatig filmpjes op internet van vermeende visioenen en buitenzintuigelijke waarnemingen over de hemel en de hel. Hoe moeten we hiermee omgaan? Mogen we ze in dankbaarheid aanvaarden of moeten we hier juist sceptisch tegenover staan? (A.S. te H.)
Antwoord:
Deze visioenen worden vaak in het kader van Handelingen 2:17 ‘Uw jongelingen zullen gezichten zien en uw ouderen dromen’ als Bijbels gelegaliseerd. Nu moeten we deze profetie uit Handelingen 2, aangehaald uit Joël 2, niet uit zijn verband halen. Deze profetie zal pas in vervulling gaan wanneer het ganse huis van Israël, bij de wederkomst van Christus, tot het geloof in de Here Jezus zal komen en heeft dus geen betrekking op de tijd waarin we nu leven.
Verder weten we dat alle profetieën en visioenen in Gods Woord opgenomen zijn, en dat dit Woord van God, de Bijbel compleet is. Daar hoeft niets meer aan toegevoegd te worden. Alles wat wij over de hemel en de hel moeten te weten, staat in de Bijbel en alles, wat ons over de hemel en de hel buiten de Bijbel om verteld wordt is op z’n minst gezegd twijfelachtig, of zelfs verleiding!
In Lucas 16:27 vraagt de rijke man in het dodenrijk aan Abraham, om de arme Lazarus naar zijn familie te zenden om hen te waarschuwen voor het ‘hellevuur’! Natuurlijk had Lazarus heel wat over zijn ervaringen in het dodenrijk kunnen vertellen en de mensen zullen waarschijnlijk aan zijn lip gehangen hebben. Maar de boodschap in vers 31 was klip en klaar: Ze moeten naar Gods geopenbaarde Woord luisteren en Gods Woord geloven en niet Lazarus die uit de doden op zou staan.
Een afwijzende en sceptische houding ten aanzien van deze buitenzintuiglijke waarnemingen is dus zeker op z’n plaats!
In Lukas 18:8 staat: ‘Doch, als de Zoon des Mensen komt, zal Hij dan het geloof vinden op aarde?’. Als Jezus terugkomt, zijn er toch geen gelovige mensen meer op aarde? Graag uw reactie hierop. (M. O. te @)
Antwoord:
Voorafgaand aan deze uitspraak vertelt de Here Jezus een gelijkenis over het volharden in het gebed. We lezen hier over een weduwe die bij een rechter aanklopt om tegenover haar tegenpartij recht te spreken. Eerst wordt ze door de rechter genegeerd, maar na haar lange volhouden, verschaft de rechter haar uiteindelijk recht. De Here Jezus prijst hier het volhardend gebed en geloof van deze vrouw, maar waarschuwt tegelijkertijd de gelovigen om te blijven volharden in het gebed en niet te verslappen.
Wanneer het nu gaat over ‘het geloof’, dat bij de komst van de Here Jezus op aarde schaars aanwezig zal zijn, dan hebben we hier niet te maken met het aantal gelovige mensen op aarde, maar met de mate en hoedanigheid van het geloof dat onder de gelovigen leeft. Wanneer het gaat om de gemeente van de Here Jezus in de toekomst, vlak voor zijn wederkomst, dan schetst de Bijbel ons geen rooskleurig beeld van de gemeente. Liefdeloosheid, verkilling, het loslaten van Gods Woord, het leven in zonden, het verwaarlozen van het gebedsleven, het zijn allemaal kenmerken van de gemeente in de eindtijd! De gemeente van nu wordt door de duivelse verleiding belaagd en is een prooi van de oprukkende secularisatie geworden. Vroeger stond de gemeente getuigend in de wereld, nu woont de wereld in de kerk. Veel gemeenten lijken inderdaad op de laatstgenoemde gemeente uit Openbaring 3: de gemeente in Laodicea. De naam Laodicea is een samenvoeging van twee woorden: Laos (volk) en Dicea (keuze). In de gemeente van Laodicea kiest het volk zelf en laat zich niet meer leiden door geestelijke, toegewijde oudsten, het bepaalt zelf wel wat goed en slecht voor haar is.
Zo zien we vandaag dat niet meer Gods Woord bepalend is voor de richting van de gemeente, maar de mening van het volk. Met als gevolg, het verwerpen van de zesdaagse schepping, de wonderen van de Here Jezus, de veranderende positie van de vrouw in de gemeente, de houding ten aanzien van de LHBTI’er hetze, het loslaten van het Bijbelse huwelijk en ga zo maar door.
De vraag is nu, hoe het nu met ons persoonlijk geloof is, wanneer de Here Jezus terugkomt. Zijn we dan met de massa meegegaan, of hebben we standvastig
en onverkort aan het gezag van Gods Woord vastgehouden? Als gelovige is het gemakkelijk om met de massa mee te gaan. Soms verlaat men een kleine, Bijbelgetrouwe gemeente om zich aan te sluiten bij een mega gemeente omdat de zang en muziek zo aantrekkelijk is, niet wetende dat juist deze mega gemeenten een potentiële plek kunnen worden om uiteindelijk het geloof helemaal kwijt te raken!
‘Groot en jong’ zijn vaak doorslaggevend bij de keuze van een gemeente, maar hoe staat het met het Bijbelse gehalte? Hoeveel ruimte heeft Gods Geest in de gemeente? Wordt het evangelie ‘Christus en dien gekruisigd’ verkondigd (zie 1 Korintiërs 2:2). Mijn gebed is, dat we in deze eindtijd nog volop in het geloof staan, of zoals Paulus het zo mooi verwoordt: in de ‘geloofsgehoorzaamheid’ (Romeinen 1:5).
Sommigen menen dat Daniël 2:44 zo’n tweeduizend jaar geleden in vervulling gegaan is: ‘Maar in de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan’. Is het gehele visioen dat Nebukadnezar over de verschillende elkaar opvolgende koninkrijken dan al vervuld? Hoe denkt u hierover? (A.S. te H.)
Antwoord:
De vier wereldrijken, waarover Nebukadnezar droomde, vertellen ons de wereldgeschiedenis in een notendop. Het begint met het Babylonische wereldrijk, dat door het Medo-Perzische rijk verslagen werd. Daarna kwam Alexander de Grote met de snelle overwinningen van het Grieks-Hellenistische rijk, dat uiteindelijk in vier delen uiteenviel en onder zijn vier generaals verdeeld werd. Na het Griekse wereldrijk kwam het Romeinse wereldrijk, waaronder de Here Jezus geboren werd. Genoemde wereldrijken werden tijdens een droom in de vorm van een beeld aan Nebukadnezar getoond, te beginnen met het gouden hoofd (Babel), daarna de zilveren armen en borst (Medo-Perzië), vervolgens de koperen buik en lendenen (Griekenland) en tenslotte de ijzeren benen (Rome). Met deze ijzeren benen houdt het echter niet op. De benen gaan over in de twee voeten en de tien tenen, waarmee we te maken hebben met de tweede (eind)fase van het Romeinse rijk. Zo wordt over het rijk van de antichrist geschreven over een ‘rijk dat was, is en zal zijn’, compleet met tien horens (tenen van het beeld) (Openbaring 17:8). De steen, ‘die zonder mensenhanden losraakt en het beeld verpulvert’ is niet de geboorte van de Here Jezus of de geboorte van de kerk, maar duidt heel duidelijk op de wederkomst van de Here Jezus, waarbij Hij alle tronen omver zal werpen en Hij als Koning der Koningen de enige zal zijn die regeert. Zijn koninkrijk zal nooit meer ten onder gaan. Dit is in onze tijd nog niet vervuld!
We beleven nu de opkomst van het herstelde Romeinse rijk dat uiteindelijk het rijk van de antichrist zal worden. De eerste komst van Christus vond plaats tijdens het eerste Romeinse rijk, terwijl de wederkomst van Christus plaats zal vinden aan het einde van het herstelde Romeinse rijk (‘Rome fase twee’).
Kenmerkend voor de twee voeten van het beeld, deels van ijzer, deels van leem, waardoor ze niet in staat zijn één geheel te vormen, is kenmerkend voor de tijd waarin we nu leven. Europa probeert één te zijn maar door de verscheidenheid aan culturen zal haar dat niet lukken!
Meer dan ooit staat de komst van de Here Jezus voor de deur. Bent u bereid, Hem te ontmoeten? Nee, niet in de eerste plaats als Koning, maar als Hoofd van het lichaam, de gemeente en als liefdevolle Bruidegom die zijn bruid, de gemeente, op komt halen!
Theo Niemeijer
Antwoord:
Deze visioenen worden vaak in het kader van Handelingen 2:17 ‘Uw jongelingen zullen gezichten zien en uw ouderen dromen’ als Bijbels gelegaliseerd. Nu moeten we deze profetie uit Handelingen 2, aangehaald uit Joël 2, niet uit zijn verband halen. Deze profetie zal pas in vervulling gaan wanneer het ganse huis van Israël, bij de wederkomst van Christus, tot het geloof in de Here Jezus zal komen en heeft dus geen betrekking op de tijd waarin we nu leven.
Verder weten we dat alle profetieën en visioenen in Gods Woord opgenomen zijn, en dat dit Woord van God, de Bijbel compleet is. Daar hoeft niets meer aan toegevoegd te worden. Alles wat wij over de hemel en de hel moeten te weten, staat in de Bijbel en alles, wat ons over de hemel en de hel buiten de Bijbel om verteld wordt is op z’n minst gezegd twijfelachtig, of zelfs verleiding!
In Lucas 16:27 vraagt de rijke man in het dodenrijk aan Abraham, om de arme Lazarus naar zijn familie te zenden om hen te waarschuwen voor het ‘hellevuur’! Natuurlijk had Lazarus heel wat over zijn ervaringen in het dodenrijk kunnen vertellen en de mensen zullen waarschijnlijk aan zijn lip gehangen hebben. Maar de boodschap in vers 31 was klip en klaar: Ze moeten naar Gods geopenbaarde Woord luisteren en Gods Woord geloven en niet Lazarus die uit de doden op zou staan.
Een afwijzende en sceptische houding ten aanzien van deze buitenzintuiglijke waarnemingen is dus zeker op z’n plaats!
In Lukas 18:8 staat: ‘Doch, als de Zoon des Mensen komt, zal Hij dan het geloof vinden op aarde?’. Als Jezus terugkomt, zijn er toch geen gelovige mensen meer op aarde? Graag uw reactie hierop. (M. O. te @)
Antwoord:
Voorafgaand aan deze uitspraak vertelt de Here Jezus een gelijkenis over het volharden in het gebed. We lezen hier over een weduwe die bij een rechter aanklopt om tegenover haar tegenpartij recht te spreken. Eerst wordt ze door de rechter genegeerd, maar na haar lange volhouden, verschaft de rechter haar uiteindelijk recht. De Here Jezus prijst hier het volhardend gebed en geloof van deze vrouw, maar waarschuwt tegelijkertijd de gelovigen om te blijven volharden in het gebed en niet te verslappen.
Wanneer het nu gaat over ‘het geloof’, dat bij de komst van de Here Jezus op aarde schaars aanwezig zal zijn, dan hebben we hier niet te maken met het aantal gelovige mensen op aarde, maar met de mate en hoedanigheid van het geloof dat onder de gelovigen leeft. Wanneer het gaat om de gemeente van de Here Jezus in de toekomst, vlak voor zijn wederkomst, dan schetst de Bijbel ons geen rooskleurig beeld van de gemeente. Liefdeloosheid, verkilling, het loslaten van Gods Woord, het leven in zonden, het verwaarlozen van het gebedsleven, het zijn allemaal kenmerken van de gemeente in de eindtijd! De gemeente van nu wordt door de duivelse verleiding belaagd en is een prooi van de oprukkende secularisatie geworden. Vroeger stond de gemeente getuigend in de wereld, nu woont de wereld in de kerk. Veel gemeenten lijken inderdaad op de laatstgenoemde gemeente uit Openbaring 3: de gemeente in Laodicea. De naam Laodicea is een samenvoeging van twee woorden: Laos (volk) en Dicea (keuze). In de gemeente van Laodicea kiest het volk zelf en laat zich niet meer leiden door geestelijke, toegewijde oudsten, het bepaalt zelf wel wat goed en slecht voor haar is.
Zo zien we vandaag dat niet meer Gods Woord bepalend is voor de richting van de gemeente, maar de mening van het volk. Met als gevolg, het verwerpen van de zesdaagse schepping, de wonderen van de Here Jezus, de veranderende positie van de vrouw in de gemeente, de houding ten aanzien van de LHBTI’er hetze, het loslaten van het Bijbelse huwelijk en ga zo maar door.
De vraag is nu, hoe het nu met ons persoonlijk geloof is, wanneer de Here Jezus terugkomt. Zijn we dan met de massa meegegaan, of hebben we standvastig
en onverkort aan het gezag van Gods Woord vastgehouden? Als gelovige is het gemakkelijk om met de massa mee te gaan. Soms verlaat men een kleine, Bijbelgetrouwe gemeente om zich aan te sluiten bij een mega gemeente omdat de zang en muziek zo aantrekkelijk is, niet wetende dat juist deze mega gemeenten een potentiële plek kunnen worden om uiteindelijk het geloof helemaal kwijt te raken!
‘Groot en jong’ zijn vaak doorslaggevend bij de keuze van een gemeente, maar hoe staat het met het Bijbelse gehalte? Hoeveel ruimte heeft Gods Geest in de gemeente? Wordt het evangelie ‘Christus en dien gekruisigd’ verkondigd (zie 1 Korintiërs 2:2). Mijn gebed is, dat we in deze eindtijd nog volop in het geloof staan, of zoals Paulus het zo mooi verwoordt: in de ‘geloofsgehoorzaamheid’ (Romeinen 1:5).
Sommigen menen dat Daniël 2:44 zo’n tweeduizend jaar geleden in vervulling gegaan is: ‘Maar in de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan’. Is het gehele visioen dat Nebukadnezar over de verschillende elkaar opvolgende koninkrijken dan al vervuld? Hoe denkt u hierover? (A.S. te H.)
Antwoord:
De vier wereldrijken, waarover Nebukadnezar droomde, vertellen ons de wereldgeschiedenis in een notendop. Het begint met het Babylonische wereldrijk, dat door het Medo-Perzische rijk verslagen werd. Daarna kwam Alexander de Grote met de snelle overwinningen van het Grieks-Hellenistische rijk, dat uiteindelijk in vier delen uiteenviel en onder zijn vier generaals verdeeld werd. Na het Griekse wereldrijk kwam het Romeinse wereldrijk, waaronder de Here Jezus geboren werd. Genoemde wereldrijken werden tijdens een droom in de vorm van een beeld aan Nebukadnezar getoond, te beginnen met het gouden hoofd (Babel), daarna de zilveren armen en borst (Medo-Perzië), vervolgens de koperen buik en lendenen (Griekenland) en tenslotte de ijzeren benen (Rome). Met deze ijzeren benen houdt het echter niet op. De benen gaan over in de twee voeten en de tien tenen, waarmee we te maken hebben met de tweede (eind)fase van het Romeinse rijk. Zo wordt over het rijk van de antichrist geschreven over een ‘rijk dat was, is en zal zijn’, compleet met tien horens (tenen van het beeld) (Openbaring 17:8). De steen, ‘die zonder mensenhanden losraakt en het beeld verpulvert’ is niet de geboorte van de Here Jezus of de geboorte van de kerk, maar duidt heel duidelijk op de wederkomst van de Here Jezus, waarbij Hij alle tronen omver zal werpen en Hij als Koning der Koningen de enige zal zijn die regeert. Zijn koninkrijk zal nooit meer ten onder gaan. Dit is in onze tijd nog niet vervuld!
We beleven nu de opkomst van het herstelde Romeinse rijk dat uiteindelijk het rijk van de antichrist zal worden. De eerste komst van Christus vond plaats tijdens het eerste Romeinse rijk, terwijl de wederkomst van Christus plaats zal vinden aan het einde van het herstelde Romeinse rijk (‘Rome fase twee’).
Kenmerkend voor de twee voeten van het beeld, deels van ijzer, deels van leem, waardoor ze niet in staat zijn één geheel te vormen, is kenmerkend voor de tijd waarin we nu leven. Europa probeert één te zijn maar door de verscheidenheid aan culturen zal haar dat niet lukken!
Meer dan ooit staat de komst van de Here Jezus voor de deur. Bent u bereid, Hem te ontmoeten? Nee, niet in de eerste plaats als Koning, maar als Hoofd van het lichaam, de gemeente en als liefdevolle Bruidegom die zijn bruid, de gemeente, op komt halen!
Theo Niemeijer