Verwarring over het Koninkrijk der hemelen (1)

Jules Hollebrandse • 95 - 2019 • Uitgave: 9
Koninkrijk der hemelen = Koninkrijk van God?

Onder het thema ‘Verwarring over het Koninkrijk der hemelen’ willen we de komende tijd een aantal controversiële uitspraken van de Heere Jezus onder de loep nemen. Niet dat die uitspraken zélf omstreden of aanvechtbaar zouden zijn, maar omdat christenen met elkaar strijden over de juiste betekenis en interpretatie ervan. Een ‘woordenstrijd’ die helaas vaak alleen nog maar meer onduidelijkheid, verwarring, twijfel en onzekerheid oplevert. Velen struikelen erover; sommigen lopen er zelfs compleet op vast. Hoe komt dat toch?

Concreet doelen we hier op uitspraken zoals: ‘Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren’ of: ‘Zo zullen de laatsten de eersten zijn, en de eersten de laatsten’ of: ‘Want wie heeft, aan hem zal gegeven worden, en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, van hem zal genomen worden, zelfs wat hij heeft’.
Stuk voor stuk teksten die nogal eens uit hun context worden gerukt en zo een eigen leven gaan leiden. Of nog kwalijker: verkeerd worden uitgelegd en toegepast. Veel christenen krijgen daardoor een verwrongen en vertekend beeld van de (on)mogelijkheid om zalig te worden, soms zelfs met depressiviteit tot gevolg.
Zoals Paulus Timotheüs opriep om het Woord der Waarheid recht te snijden (2 Timotheüs 2:15), zo moeten wij dat, voor het juiste verstaan van deze teksten, ook doen. Dat betekent dat we niet alleen moeten lezen wát er staat, maar ons ook steeds afvragen: wíe heeft dit geschreven, vóór wie of áán wie en wannéér, wat was de aanleiding ervoor, met welk doel en in welke context is het geschreven? Daarna kun je jezelf de vraag stellen welke (geestelijke) toepassing je daarop mag maken en wanneer juist niet. Volgens dit uitgangsprincipe willen we een aantal van Jezus’ opmerkelijke uitspraken in het Mattheüs-evangelie gaan bestuderen.

Wat is het ‘Koninkrijk der hemelen’?
Vooraf merken we op dat de te behandelen teksten allen in verband staan met het ‘Koninkrijk der hemelen’. Veel christenen denken dat het ‘Koninkrijk der hemelen’ en het ‘Koninkrijk van God’ synoniemen zijn voor het eeuwig Koninkrijk in de hemel. Een Koninkrijk waarvan God de Vader Koning is, Die leeft en regeert in alle eeuwigheid. In hun gedachten is geen plaats voor een aanstaand Messiaans vrederijk op aarde, met Jezus als Koning op de troon van Zijn vader David (Lukas 1:32). Helaas geven sommige Bijbelvertalingen ook aanleiding voor die gedachte. Zo vertaalde Luther de term ‘Koninkrijk der hemelen’ met ‘Hemelrijk’ en de Groot Nieuws Bijbel met ‘het hemelse koninkrijk’. Dat is zeer verwarrend, want het Koninkrijk der hemelen is niet een koninkrijk ín de hemel, maar een koninkrijk dat ván de hemel naar de aarde zal komen. Het kán niet eens een koninkrijk ín de hemel zijn, want er is sprake van zowel goede als boze gasten (Mattheüs 22:10), van tarwe en onkruid (Mattheüs 13:30) en van goede en bedorven vissen (Mattheüs 13:48). In de hemel komt dat niet voor.
Laten we eerst ons beeld van het ‘Koninkrijk der hemelen’ een beetje scherp proberen te stellen. Want als we uitsluitend denken aan een hemels Koninkrijk, als we teksten door elkaar haspelen of als we ze gaan vergeestelijken, dan ontstaat er een onzuiver en vertroebeld beeld van de bedoeling van Jezus’ lessen. Dan zullen we die niet goed begrijpen.
Israëls reactie
Mattheüs schreef zijn evangelie in de eerste plaats voor zijn eigen volksgenoten, de Joden. Al van oude tijden af verwachten zij, op grond van de profetieën, een koninkrijk van vrede op de aarde. Mattheüs noemt dat rijk steevast het ‘Koninkrijk der hemelen’. Hij probeert steeds met citaten uit het Oude Testament aan te tonen dat Jezus Christus de Messias-Koning van dat koninkrijk is.
Johannes de Doper riep de mensen op om zich op de naderende komst van dit rijk voor te bereiden: ‘Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen’. Ook Jezus Zélf heeft het evangelie van dit Koninkrijk gepredikt en Israël aangeboden. Hij zond eveneens Zijn discipelen eropuit met deze boodschap.
De Heere Jezus maakte in alles duidelijk dat Hij dé langverwachte Messias is: in Zijn spreken, in Zijn handelen, in de wonderen die Hij deed, enz. Maar keer op keer werd Hij niet geloofd en erkend! Niet door de oudsten, niet door de Schriftgeleerden, niet door de Farizeeërs en niet door de massa van het Joodse volk. Zij weigerden Jezus te aanvaarden als hun Messias en Koning en wezen Zijn aanbod van de hand, wat uiteindelijk leidde tot een grondige verwerping (Mattheüs 11 en 12).

Consequenties
Blijkbaar was de tijd nog niet rijp voor de oprichting van het Koninkrijk en moest dit worden uitgesteld tot een later tijdstip. Er werd een tussenfase ingelast waarin het Koninkrijk in een onzichtbare vorm verder zou gaan. Tijdens deze periode verlegde God Zijn aandacht van Israël naar de volken. We zien dat duidelijk aan het begin van de gelijkenissen in Mattheüs 13. ’Een zaaier ging eropuit om te zaaien…’ (vers 3). Het evangelie ging naar de heidenen. Dat is een ontwikkeling waarover in het Oude Testament niet was geprofeteerd. Daarom openbaarde Jezus deze verborgenheid aan Zijn discipelen (vers 11) en sprak daar in gelijkenissen over.
Het is de tijd van de gemeente, de tijd waarin mensen zalig kunnen worden op grond van geloof in Jezus Christus en Zijn volbrachte werk. De gemeente mag door genade weten dat haar toekomstige eindbestemming bóven is en houdt daarom haar blik op de hemel gericht. Paulus schrijft: ‘Wij weten immers dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen’ (2 Korinthe 5:1).
Als lichaam van Christus, zal de gemeente eenmaal samen met Hem als koningen over Zijn aardse Koninkrijk regeren, duizend jaar lang (Openbaring 20:6). Daarna zal de Heere Jezus afstand doen van Zijn troon op aarde en het Koningschap weer teruggeven aan Zijn Vader (1 Korinthe 15:24).
Het Koninkrijk der hemelen, dat ‘slechts’ duizend jaar zal duren, is dus een aards koninkrijk en maakt onderdeel uit van het eeuwigdurend hemels Koninkrijk van God. Het is belangrijk om steeds goed het onderscheid te maken tussen het aan Israël beloofde aardse Koninkrijk en de toekomstige bestemming van de gemeente in de hemel.

Einde verhaal voor Israël?
Tot slot: Heeft God als reactie op Israëls afwijzing hen ook verworpen? Heeft Israël voor altijd bij God afgedaan? Nee, Goddank niet! (Zie Romeinen 11:1,2). We lezen in Mattheüs 23:39, toen Jezus afscheid nam van Jeruzalem ‘U zult Mij van nu af aan niet zien, totdat u zegt: Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere!’. Er komt dus een tijd van inkeer en bekering. Een tijd waarin Israël zich zal bekeren en Jezus wél als haar Messias en Koning zal erkennen (zie ook Hosea 3:5). Een tijd waarin Israël wél gereed zal staan om haar Koning te ontvangen. Dan keert Jezus terug naar deze aarde om het Koningschap over Zijn Koninkrijk te aanvaarden. Onder Zijn regering wordt dan alles anders! (Openbaring 20).

Jules Hollebrandse

1. Zie resp. Mattheüs 22:14; 20:16 en 13:12
2. Voor een uitvoeriger uiteenzetting verwijs ik graag naar het boek ‘Vergeten rijkdom’ van Dirk Schürmann en Stephan Isenberg (een Zoeklicht-uitgave)
3. Zie Mattheüs 3:2; 4:17,23; 9:35 en 10:7
4. Jezus citeert hier Psalm 118:26