Vervulling

Gieneke van Veen-Vrolijk • 89 - 2013 • Uitgave: 7
‘opdat de Schriften van de profeten vervuld zouden worden…’ (Matteüs 26:56).

In het Nieuwtestamentische verslag over het lijden, sterven en de daaropvolgende opstanding van de Here Jezus wordt bij herhaling benadrukt dat het alles gebeurde overeenkomstig de Oudtestamentische profetieën.
Wat zijn deze profetieën? We moeten hierbij denken aan boeken van het Oude Testament waarin in bepaalde delen wordt gesproken over het lijden, sterven en opstaan uit de dood van Gods Zoon, de Here Jezus, de lang beloofde en verwachte Messias. Vele profetieën, zoveel eeuwen vóór Zijn komst uitgesproken, gingen in Hem in vervulling. Het gaat om profetische vervulling!
De Here Jezus Zelf benadrukte deze profetische vervulling: ‘Maar dit alles is geschied, opdat de Schriften van de profeten vervuld zouden worden’ (Matteüs 26:56, HSV).

Profetische voorafschaduwing
Wanneer God het volk Israël uit de slavernij in Egypte verlost, geeft Hij hen bij monde van Mozes opdracht om de avond vóór de wonderlijke uittocht het Pesachfeest te vieren (Exodus 12:1-28). Mozes spreekt hier als profeet1 en gebiedt hen een ‘volkomen lam’ te slachten en met het bloed hiervan de posten te bestrijken van het huis waar men de maaltijd houdt (vers 5-7). Wanneer de Here de strafgerichten aan Egypte voltrekt, zal Hij dat huis sparen, want Hij zei: ‘En het bloed zal u tot teken zijn… als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan…’ (vers 13).
Hierin zien we een profetische voorafschaduwing van de Here Jezus die geofferd zou worden als ‘het Godslam die de zonde van de wereld wegneemt’ (Johannes 1:29b). Toen de tijd vervuld was met Jezus’ komst is Hij, toen Zijn lijdensuur was aangebroken, ‘door Zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft een eeuwige verlossing teweeggebracht’ (Hebreeën 9:11-14, HSV). Zo bracht Zijn lijden en sterven mij eeuwig geluk en leven!

Profeten spreken
Veel Oudtestamentische teksten bevatten profetieën over de Messias. Maar onder de Oudtestamentische profetieën die spreken over het lijden en sterven van de Messias, nemen vooral Jesaja en de Psalmen een voorname plaats in. Het gaat dan om profetieën stammend uit een periode van circa 1000 à 500 jaar voordat Jezus kwam en stierf op Golgotha…
Zo sprak de profeet Jesaja2 over de diepste vernedering die de ‘Knecht van de HERE’ zou ondergaan en het onuitsprekelijke lijden dat Hij zou dragen als de ‘Man van smarten’ (Jesaja 52:13-53:12).
Deze Knecht werd geslagen, verbrijzeld en veracht, terwijl Hij Zijn leven overgaf en stelde als een vrijwillig ‘schuldoffer’ (vers 10).3 Volgens de Thora van Mozes dient een offerdier als ‘schuldoffer’ (Leviticus 5), maar hier neemt de Knecht van de HERE deze plaatsvervangende offertaak op zich. Offerdieren konden de vreselijke zondeschuld van de mens niet voldoen! Door Zijn offerdood betaalt de Knecht nu de schuld van de zondaar en door al dat gruwelijke lijden zou Hij velen rechtvaardigen en hun ongerechtigheden torsen (vers 11). Zo heeft Hij Zijn ziel en leven ‘uitgestort tot in de dood’ (vers 12; vgl. Filippenzen 2:6-11).
Al vóór Jezus’ kruisdood had Matteüs het lijden van de Heiland benoemd als profetische vervulling: ‘Opdat vervuld werd wat gesproken was door de profeet Jesaja toen hij zei: Hij heeft onze… ziekten gedragen’ (Matteüs 8:17, HSV).4 Later betrekt ook Filippus in zijn onderwijs aan de Ethiopische kamerheer de lijdensbeschrijving uit Jesaja 53 op het offer van de Here Jezus (Handelingen 8:26-38).

Toen Jezus Judas uitkoos, wist Hij dat Hij door hem zou worden verraden, zoals David eens geklaagd had over ‘de man… op wie ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft mij hard nagetrapt’ (Psalm 41:10, HSV). Maar Hij zei ‘…de Schrift moet vervuld worden…’ (Johannes 13:18; vgl. Matteüs 26:47-54; zie ook Psalm 55:13-15). Daarvoor was Hij gekomen…

Profetische vervulling
De evangelist Johannes beschrijft gebeurtenissen voorafgaand aan Jezus’ kruisiging (Johannes 19:1-22) en vermeldt hoe daarna de soldaten Zijn kleding onder elkaar verdeelden door erover te dobbelen (Johannes 19:23-24). Ook Matteüs benadrukt dat de verdeling van Jezus’ kleding met behulp van lotwerpen gebeurde ‘…opdat vervuld zou worden wat gezegd is door de profeet…’ (Matteüs 27:35, HSV). Beide evangelisten citeren hier een davidische klaagpsalm, waarbij deze profetisch geduid wordt (Psalm 22:19).
Ook Paulus spreekt over de profetische vervulling wanneer hij in de synagoge te Antiochië in een vogelvlucht-geschiedenis laat zien hoe Israëls Messias uit het Huis van David voortkwam en hoe Hij uiteindelijk plaatsvervangend voor de zondaar de smartelijke kruisdood stierf te Jeruzalem, waar ‘…zij alles volbracht hadden wat over Hem geschreven was…’ (Handelingen 13:28-30, HSV).

Een profetie ging in vervulling (Zacharia 13:7; Matteüs 26:56) toen Hij werd verlaten door Zijn vrienden, dit was opdat wie in Hem gelooft nooit meer van God verlaten zou zijn…

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk

1 ‘En er stond geen profeet meer op in Israël, zoals Mozes…’ (Deuteronomium 34:10).
2 Jesaja behoort tot de profeten die optraden in de 8e eeuw vóór Christus.
3 Van de verschillende typen offers was ‘schuldoffer’ het offer waarmee Israëlieten hun schuld tegenover God konden betalen.
4 Zie ook Lucas 22:37; vgl. 1 Petrus 2:21-25.