Vermist: Normen en waarden
Normen en waarden, dat was tot voor kort iets waar ze het in de kerk misschien nog over hadden, maar waar de verlichte maatschappij mee afgerekend had. Totdat voormalig minister-president Balkenende het concept weer uit de kast haalde en er flink mee wist te scoren. Nederlanders waren ze toch wel gaan missen en dan vooral bij anderen.
Het CDA stelt weinig meer voor op het moment, maar de VVD heeft de handschoen opgepakt. Mark Rutte stuurde een uitzonderlijk prekerig epistel de media in over normaal doen, respect, zorg voor elkaar, hard werken en je afval in de afvalbak doen.
Zelfs Wilders heeft er de mond van vol, onze Joods-christelijke waarden. Want hoewel ze moeilijk te definiëren zijn, hebben veel mensen toch wel behoefte aan iets om zich mee te identificeren. Iets wat ons onderscheidt van de profiteurs, de aso’s, de criminelen en religieuze fundamentalisten. Iets dat het waard is om na te streven en door te geven aan onze kinderen.
Altijd een smoes paraat
Christenen zullen bij deze discussie als snel denken aan de wet die Israël kreeg. Waar de wet gevolgd werd, bloeide het land en de bevolking. Waar de wet niet gevolgd werd, stortten de structuren van de samenleving in, kwamen de legers van de omringende volken en uiteindelijk de ballingschap.
Veel mensen vandaag de dag zullen dit patroon in ons eigen land ook onderkennen. Als mensen zich netjes gedragen, fatsoenlijk en respectvol en zich aan de regels houden, dan is de samenleving leefbaar. Als mensen egoïstisch hun eigen belang nastreven en doen waar ze zin in hebben zonder aan anderen te denken, dan gaat het mis.
Zijn normen en waarden dus de oplossing voor de problemen in de samenleving? Ik denk het niet. In dit hele debat missen er namelijk drie belangrijke elementen. God, zonde en genade.
Om het maar eens plat te zeggen, je hebt niets aan je Joods-christelijke wortels zonder de Joods-christelijke God. Een norm is iets waaraan je iets anders afmeet. En dat moet buiten jezelf liggen. Want als jij jouw eigen gedrag gaat keuren volgens de normen en waarden die jij op dat moment belangrijk vindt, dan komt het niet gauw tot een veroordeling, laat staan een verandering.
De christelijke groep DC Talk schreef in de jaren negentig een aangrijpend lied, genaamd ‘In the Light’. De zanger beleed daarin dat hij de ‘king of excuses’ was, oftewel een smoezenkoning, en dat hij altijd wel een smoes paraat had voor elke egoïstische daad. Er is licht van buiten nodig om ons te beschijnen, een gerechtigheid waaraan we ons af kunnen meten, en een Rechter die ons oordeelt. Als dat ontbreekt, dan is het onvermijdelijk dat onze normen en waarden gaan verschuiven, mee met de geest van de tijd.
Wie is de rechter?
Het beeld van God als rechter is naar de achtergrond geduwd, niet alleen in de maatschappij, maar ook in de kerk. Maar wat is het alternatief? Dat we onze eigen rechter worden, of erger, dat we elkaars rechter worden.
Zonder oordeel van de Rechter kunnen we jarenlang doorgaan met destructief gedrag terwijl we onszelf voorhouden dat het wel meevalt. Of zonder vrijspraak van de rechter kunnen we jarenlang gebukt gaan onder schuldgevoel over dingen waar we niets aan konden doen en die God ons niet aanrekent.
Zonder een rechter voor wie we allemaal gelijk staan, kunnen we elkaar genadeloos de maat gaan nemen. Zonder een rechter die het kwade zal straffen, kunnen we verteerd worden door een verlangen naar wraak voor wat ons is aangedaan.
De wortel van het probleem
Het andere essentiële element dat ontbreekt in het debat over normen en waarden is dat van zonde. Het hooghouden van normen en waarden, dat kost ons wat. Het vraagt om inzet, geduld, nederigheid, onzelfzuchtigheid, tijd, kortom om offers. En we hebben allemaal de natuurlijke neiging om offers uit de weg te gaan. Normen en waarden zijn geweldig, voor anderen, en voor mij als het niet te lastig wordt.
De kracht van de zonde, die ons verleidt om met een dun laagje fatsoen toch vooral alles om onszelf te laten draaien, komt niet ter sprake in het huidige debat. De goedheid van mensen is een basisaanname, die in zijn naïviteit al heel wat ellende heeft veroorzaakt. Ja, die Joods-christelijke wortels zitten er, maar er zit een andere wortel, die van het kwade. Het onkruid, dat als het even kan het goede verstikt.
Rikkert Zuiderveld brengt het dilemma onder woorden in het lied ‘Water werd Wijn’, waar hij zingt: ‘Misschien denk je dat het meevalt/ je doet je best het lukt wel aardig/ toch zie je als je in de spiegel kijkt/ er is niemand rechtvaardig’.
Dat in de spiegel kijken, dat is waar het normen en waarden debat een nieuwe dimensie aan zou kunnen gaan nemen. Want op het moment zijn het vooral anderen die ‘normaal’ moeten doen, of anders opkrassen. En wij zijn degenen die duidelijk moeten maken wat normaal is en die moeten vechten voor onze normen en waarden. Dit legt de hele kwestie buiten onszelf. Dus in plaats van Goddelijke normen die wij moeten volgen, krijgen we menselijke normen die anderen moeten volgen. Zo kan een morele discussie afleiden van de wortel van het probleem, het kwaad in onszelf.
Waarheid en genade
Dat is geen nieuw probleem. Een korte blik in onze Joods-christelijke geschiedenis laat ons zien hoe dat kan ontsporen. Denk aan de Farizeeërs in de tijd van Jezus. Fatsoenlijker kreeg je ze niet. Niet het type dat bushokjes zou vernielen of colablikjes op straat zou gooien. Ze maakten naar hartenlust nieuwe wetten en legden die anderen op. Ze gaven hoog op van hun Joodse wortels, want ze waren kinderen van Abraham.
Maar Jezus zag de moordlust in hun hart en vertelde ze recht in hun gezicht dat ze kinderen van de duivel waren, de mensenmoordenaar van de beginne. Hij kreeg gelijk, want het waren de fatsoenlijke Joodse leiders die de goede wetten misbruikten om hun moordlust ten uitvoer te brengen. Jezus werd ter dood veroordeeld op basis van de wet tegen godslastering. Vele duizenden martelaren is nadien hetzelfde overkomen.
Kortom, normen en waarden zijn goed, maar kunnen ons niet van binnen veranderen. Het kwade in mensen zal altijd manieren vinden om door het laagje fatsoen heen te breken of juist beschermd door een laagje fatsoen, zijn destructieve werk te doen. Maar hoewel dit besef van zonde essentieel is, is het niet genoeg. Er is genade nodig.
Een menselijk systeem van normen en waarden heeft geen goddelijke Rechter. Het heeft echter ook geen goddelijke Advocaat. De regels zijn hard. Al snel krijg je een systeem van deugers die het volste recht hebben om neer te kijken op de niet-deugers. Als christenen kunnen we een dergelijk systeem niet omarmen. Het evangelie dat we geloven houdt waarheid en genade in evenwicht. Het zoekt wat verloren is. We streven geen rechtvaardigheid na die verkregen wordt door fatsoenlijk leven, maar een rechtvaardigheid die verkregen wordt door genade en vergeving. Van onszelf en van anderen.
Fatsoen hoog houden?
De Joods-christelijke normen en waarden zijn goed voor een volk, en de hernieuwde interesse kan openingen geven om te spreken over de Joods-christelijke God. Maar we moeten geen heil verwachten van een menselijk systeem dat zonder God, besef van zonde of genade, een samenleving wil hervormen. De kerk heeft niet de opdracht om fatsoen hoog te houden, maar de naam van Jezus, die zondaren rechtvaardigt.
Kim ter Berghe
Het CDA stelt weinig meer voor op het moment, maar de VVD heeft de handschoen opgepakt. Mark Rutte stuurde een uitzonderlijk prekerig epistel de media in over normaal doen, respect, zorg voor elkaar, hard werken en je afval in de afvalbak doen.
Zelfs Wilders heeft er de mond van vol, onze Joods-christelijke waarden. Want hoewel ze moeilijk te definiëren zijn, hebben veel mensen toch wel behoefte aan iets om zich mee te identificeren. Iets wat ons onderscheidt van de profiteurs, de aso’s, de criminelen en religieuze fundamentalisten. Iets dat het waard is om na te streven en door te geven aan onze kinderen.
Altijd een smoes paraat
Christenen zullen bij deze discussie als snel denken aan de wet die Israël kreeg. Waar de wet gevolgd werd, bloeide het land en de bevolking. Waar de wet niet gevolgd werd, stortten de structuren van de samenleving in, kwamen de legers van de omringende volken en uiteindelijk de ballingschap.
Veel mensen vandaag de dag zullen dit patroon in ons eigen land ook onderkennen. Als mensen zich netjes gedragen, fatsoenlijk en respectvol en zich aan de regels houden, dan is de samenleving leefbaar. Als mensen egoïstisch hun eigen belang nastreven en doen waar ze zin in hebben zonder aan anderen te denken, dan gaat het mis.
Zijn normen en waarden dus de oplossing voor de problemen in de samenleving? Ik denk het niet. In dit hele debat missen er namelijk drie belangrijke elementen. God, zonde en genade.
Om het maar eens plat te zeggen, je hebt niets aan je Joods-christelijke wortels zonder de Joods-christelijke God. Een norm is iets waaraan je iets anders afmeet. En dat moet buiten jezelf liggen. Want als jij jouw eigen gedrag gaat keuren volgens de normen en waarden die jij op dat moment belangrijk vindt, dan komt het niet gauw tot een veroordeling, laat staan een verandering.
De christelijke groep DC Talk schreef in de jaren negentig een aangrijpend lied, genaamd ‘In the Light’. De zanger beleed daarin dat hij de ‘king of excuses’ was, oftewel een smoezenkoning, en dat hij altijd wel een smoes paraat had voor elke egoïstische daad. Er is licht van buiten nodig om ons te beschijnen, een gerechtigheid waaraan we ons af kunnen meten, en een Rechter die ons oordeelt. Als dat ontbreekt, dan is het onvermijdelijk dat onze normen en waarden gaan verschuiven, mee met de geest van de tijd.
Wie is de rechter?
Het beeld van God als rechter is naar de achtergrond geduwd, niet alleen in de maatschappij, maar ook in de kerk. Maar wat is het alternatief? Dat we onze eigen rechter worden, of erger, dat we elkaars rechter worden.
Zonder oordeel van de Rechter kunnen we jarenlang doorgaan met destructief gedrag terwijl we onszelf voorhouden dat het wel meevalt. Of zonder vrijspraak van de rechter kunnen we jarenlang gebukt gaan onder schuldgevoel over dingen waar we niets aan konden doen en die God ons niet aanrekent.
Zonder een rechter voor wie we allemaal gelijk staan, kunnen we elkaar genadeloos de maat gaan nemen. Zonder een rechter die het kwade zal straffen, kunnen we verteerd worden door een verlangen naar wraak voor wat ons is aangedaan.
De wortel van het probleem
Het andere essentiële element dat ontbreekt in het debat over normen en waarden is dat van zonde. Het hooghouden van normen en waarden, dat kost ons wat. Het vraagt om inzet, geduld, nederigheid, onzelfzuchtigheid, tijd, kortom om offers. En we hebben allemaal de natuurlijke neiging om offers uit de weg te gaan. Normen en waarden zijn geweldig, voor anderen, en voor mij als het niet te lastig wordt.
De kracht van de zonde, die ons verleidt om met een dun laagje fatsoen toch vooral alles om onszelf te laten draaien, komt niet ter sprake in het huidige debat. De goedheid van mensen is een basisaanname, die in zijn naïviteit al heel wat ellende heeft veroorzaakt. Ja, die Joods-christelijke wortels zitten er, maar er zit een andere wortel, die van het kwade. Het onkruid, dat als het even kan het goede verstikt.
Rikkert Zuiderveld brengt het dilemma onder woorden in het lied ‘Water werd Wijn’, waar hij zingt: ‘Misschien denk je dat het meevalt/ je doet je best het lukt wel aardig/ toch zie je als je in de spiegel kijkt/ er is niemand rechtvaardig’.
Dat in de spiegel kijken, dat is waar het normen en waarden debat een nieuwe dimensie aan zou kunnen gaan nemen. Want op het moment zijn het vooral anderen die ‘normaal’ moeten doen, of anders opkrassen. En wij zijn degenen die duidelijk moeten maken wat normaal is en die moeten vechten voor onze normen en waarden. Dit legt de hele kwestie buiten onszelf. Dus in plaats van Goddelijke normen die wij moeten volgen, krijgen we menselijke normen die anderen moeten volgen. Zo kan een morele discussie afleiden van de wortel van het probleem, het kwaad in onszelf.
Waarheid en genade
Dat is geen nieuw probleem. Een korte blik in onze Joods-christelijke geschiedenis laat ons zien hoe dat kan ontsporen. Denk aan de Farizeeërs in de tijd van Jezus. Fatsoenlijker kreeg je ze niet. Niet het type dat bushokjes zou vernielen of colablikjes op straat zou gooien. Ze maakten naar hartenlust nieuwe wetten en legden die anderen op. Ze gaven hoog op van hun Joodse wortels, want ze waren kinderen van Abraham.
Maar Jezus zag de moordlust in hun hart en vertelde ze recht in hun gezicht dat ze kinderen van de duivel waren, de mensenmoordenaar van de beginne. Hij kreeg gelijk, want het waren de fatsoenlijke Joodse leiders die de goede wetten misbruikten om hun moordlust ten uitvoer te brengen. Jezus werd ter dood veroordeeld op basis van de wet tegen godslastering. Vele duizenden martelaren is nadien hetzelfde overkomen.
Kortom, normen en waarden zijn goed, maar kunnen ons niet van binnen veranderen. Het kwade in mensen zal altijd manieren vinden om door het laagje fatsoen heen te breken of juist beschermd door een laagje fatsoen, zijn destructieve werk te doen. Maar hoewel dit besef van zonde essentieel is, is het niet genoeg. Er is genade nodig.
Een menselijk systeem van normen en waarden heeft geen goddelijke Rechter. Het heeft echter ook geen goddelijke Advocaat. De regels zijn hard. Al snel krijg je een systeem van deugers die het volste recht hebben om neer te kijken op de niet-deugers. Als christenen kunnen we een dergelijk systeem niet omarmen. Het evangelie dat we geloven houdt waarheid en genade in evenwicht. Het zoekt wat verloren is. We streven geen rechtvaardigheid na die verkregen wordt door fatsoenlijk leven, maar een rechtvaardigheid die verkregen wordt door genade en vergeving. Van onszelf en van anderen.
Fatsoen hoog houden?
De Joods-christelijke normen en waarden zijn goed voor een volk, en de hernieuwde interesse kan openingen geven om te spreken over de Joods-christelijke God. Maar we moeten geen heil verwachten van een menselijk systeem dat zonder God, besef van zonde of genade, een samenleving wil hervormen. De kerk heeft niet de opdracht om fatsoen hoog te houden, maar de naam van Jezus, die zondaren rechtvaardigt.
Kim ter Berghe