Verlangen naar een opwekking

Joop Schotanus • 76 - 2000/01 • Uitgave: 21
Gezegend zij die naar een opwekking verlangen. Dat diepe verlangen is er, als je afgaat op de signalen, die je zo nu en dan opvangt. Niet alleen organisaties, die zich er mee bezig houden. Ook heel gewoon op de gezamenlijke wekelijkse bidstonden van de gemeente zijn er haast altijd wel een paar die geregeld bidden om een machtige doorbraak van Gods Geest. Naar de mate dat we om ons heen de afval en de verwatering zien, schijnt het verlangen toe te nemen om de Here God duidelijk aan het werk te zien in de levens van Zijn kinderen en in Kerk en Gemeente.

Als deze signalen naar meer zichtbaar geestelijk leven her en der openbaar worden, dan is het begrijpelijk dat ERO (Evangelisch-Reformatorisch Ontwaken) een samenkomst bijeenroept om te zien of we samen tot een meer effectieve samenbundeling van krachten kunnen komen.

Een samenkomst op Het Brandpunt. Er zijn advertenties geplaatst. De vaste achterban van ERO heeft een uitnodiging gekregen. De voorzitter van ERO zal een korte inleiding houden.

De pers is uitgenodigd. Er is ontdekt dat ook de voormannen van het Evangelisch Werkverband hun hoop willen vestigen op een goddelijk ingrijpen in Kerk en Gemeente. Uit publicaties van een broeder uit de Gereformeerde Gemeente is gebleken, dat er 'met het oog op morgen' belangstelling is voor de opwekkingsgeschiedenis uit het verleden. Ook een broeder-voorganger van een Parousia gemeente heeft kennis genomen van Whitefield en Jonathan Edwards.

Allemaal belangrijke mensen om er bij te hebben. We willen zo graag ontdekken wat het geheim was in het verleden en of wij dat ook kunnen ervaren en beleven.

DE BESPREKING
Naar de bedoeling wordt er eerst een bespreking gehouden, die wordt ingeleid door ds. Hegger. Daaraan vooraf stellen de aanwezigen zich voor. Globaal genomen is bijna de helft van de Gereformeerde Gemeente en de andere kleine helft is aangesloten bij een Baptisten Gemeente of iets dergelijks. In het licht van de geschiedenis eigenlijk niet eens zo'n opmerkelijk verschijnsel. In de inleiding komt de nadruk te liggen op allerlei factoren die de eenheid van kinderen Gods in de weg staan.

We moeten leren omgaan met de spanning tussen bijbelse waarheden en kerkelijke waarheden. Er moet nog heel wat opgeruimd worden om de eenheid gestalte te kunnen geven. We moeten onze stokpaardjes opgeven en gaan ontdekken waar het op aankomt. Na de inleiding mag iedere aanwezige een inbreng hebben.

DE INBRENG
Natuurlijk staat bij al ons verlangen naar meer van de Here het gebed voorop. Daarom is er ook een vol uur voor ons ingeruimd om samen te bidden. Er wordt op gewezen dat aan het begin van een opwekking het veelal ging om een vaak kleine groep zeer getrouwe en volhardende bidders. Verder wordt de cirkel wat nauwer om ons heen getrokken als er gesproken wordt over persoonlijke verbrokenheid. We kunnen in die weg geholpen worden door de brochure 'Leven door de Geest' van onze hoofdredacteur. Deze is uitgereikt aan alle deelnemers. Toch blijven we een beetje met de vraag van de voorzitter stoeien: Wat kunnen we doen?

DE KIP OF HET EI
Wat komt eerst: de opwekking en daarna de vruchten van eenheid en verbrokenheid e.d. of wacht de Here totdat we er klaar voor zijn? Het algemeen gevoelen was toch wel dat het niet in de eerste plaats gaat om wat wij kunnen doen, maar wie we mogen zijn in Christus. Moeten we nu eerst allerlei kerkelijke of leerstellige problemen oplossen of mogen we op een opwekking hopen, waarin die problemen als vanzelfsprekend opgelost worden? De geschiedenis toont aan dat er vaak een kleine voorbereide biddende nucleus is. Alle voorbereiding mag gezien worden als het graven van de greppels met het oog op de stromen van zegen, die we van de Here verwachten. De eigenlijke opwekking wordt dan vaak openbaar door de gezaghebbende bijbelse prediking van één of enkele predikers, al of niet vergezeld van een zanger van indrukwekkende geestelijke liederen. De greppels kunnen dan zijn: de bidstonden, de bijbelstudie- en huiskringen van de gemeente. Dit zijn vaak de eerste aanknopingspunten van een opwekking.

DE VERSCHIJNSELEN
In al de verschillende opwekkingsperioden is er sprake van een diepgaand zondebesef, waarbij mensen vaak onder tranen hun leven in orde brengen voor het aangezicht van God. Een direct gevolg is dat mensen met allerlei onderlinge onzuivere verhoudingen in het reine komen.

Er is een overvloed van echte vergevingsgezindheid. Oude veten worden opgelost en er komt een einde aan ruzie en onenigheid. Er wordt schoon schip gemaakt en men wil iedereen recht in de ogen kunnen zien. Brieven gaan de deur uit en er worden bezoeken afgelegd, want er mag niets overblijven van oud-zeer uit het verleden.

Men komt tot de ontdekking dat de huidige onbevredigende situatie wel te verklaren is uit het verleden, maar dat je er van vrijgemaakt kan worden en dat het je toekomst niet hoeft te bepalen.

DE LIEDEREN
Liederen die nu vaak gedachtenloos worden gezongen krijgen een nieuwe inhoud. Van de opwekking van Wales wordt zelfs gezegd, dat de melodie van sommige liederen overging van mineur naar majeur. Liederen van ootmoed en zelfonderzoek, van overgave en vertrouwen nemen een belangrijke plaats in, maar ook liederen van ommekeer en overwinning. We kennen in Nederland de opwekkingsliederen uit de bundel van Johannes de Heer met ook indrukwekkende liederen uit de periode van Het Reveil uit de negentiende eeuw. Naar de vorm soms nog ouderwets, maar naar de inhoud zo door en door vernieuwend. Laten wij allen die verlangen naar een opwekking deze liederen naast de nieuwe liederen toch ook maar blijven zingen. Laten we het ook de dichter van lied één uit onze bundel nazeggen en nazingen:

Ruis, o Godsstroom der genade,
door gemeente, huis en hart!
Laat in U gezond zich baden, wat
gebogen gaat door smart!
Stroom, o Heil'ge Geest terneder op
het uitgedroogde land;
en de bloemen bloeien weder.
haast verwelkt door zonnebrand.


(Lied nummer 1 uit de bundel van Johannes de Heer)

Joop Schotanus