Vanwaar toch die islamitische claim op Jeruzalem? (3)

Wim van Thes • 88 - 2012 • Uitgave: 25
Slechts twee jaar na het overlijden van Mohammed was Jeruzalem al in islamitische handen gevallen door zijn opvolger, kalief Omar (in 634 A.D.). Met spoed werd begonnen aan het bouwen van een moskee, zoals gebruikelijk zodra een stad was ingenomen door moslims, maar deze (nog naamloze) moskee verrees op de voor Joden heilige Tempelberg.

Rotskoepel
De islamitische claim op Jeruzalem wordt ook nu nog het sterkst belichaamd door de reeds binnen zestig jaar na de islamitische inname gebouwde Rotskoepel (692 A.D.); het gouden dak daarvan schittert iedere bezoeker van Jeruzalem reeds van verre tegemoet. Er is wel beweerd dat de Rotskoepel primair gebouwd is om deze te laten wedijveren met de Ka’ba te Mekka, maar het is waarschijnlijker dat de belangrijkste beweegreden de wens was om de pas verworven islamitische superioriteit ten opzichte van jodendom en christendom te laten zien. Daar zijn diverse aanwijzingen voor te vinden.
Allereerst de bouwplek: precies boven de voor Joden heilige Rots op de Tempelberg. Door deze locatiekeuze verheft de islam zich boven het Jodendom. Dan de vormgeving; deze is Byzantijns, achthoekig, net als de nabij gelegen Heilige Grafkerk. Door deze imitatie maakt de islam duidelijk, althans in Jeruzalem, dat zij niet onderdoet voor het christendom en door de uitbundige versieringen zelfs ‘beter’ is. Verder staan buiten en binnen de Rotskoepel talloze inscripties, die de absolute éénheid van Allah verkondigen conform de islamitische geloofsbelijdenis, de shahada. Een groot aantal van de inscripties ontkent dat Hij een Zoon zou hebben. Hiermee staat de islam lijnrecht tegenover het christendom, waarin de persoon van de Here Jezus centraal staat en Zijn Goddelijkheid juist een fundamenteel geloofsprincipe is.
Ruim tien jaar na de voltooiing van de Rotskoepel was de herbouw op de Tempelberg van de oorspronkelijke primitieve moskee gereed (rond 710 A.D.): de nu in grootse stijl gebouwde moskee die pas veel later de naam Al-Aksa Moskee zou krijgen. Hiermee was de islam in Jeruzalem duidelijk zichtbaar aanwezig en was de basis gelegd voor een steeds sterkere claim op de stad.

Heiligdom
In het proces van de groter wordende claim spelen de Nachtreis en Hemelvaart van Mohammed een prominente rol. Mohammed heeft overigens nooit een feitelijk fysiek bezoek gebracht aan Jeruzalem. De islamitische traditie zou een dergelijk bezoek ongetwijfeld hebben vermeld, gelet op het belang van Jeruzalem voor de islam. Alleen door het visioen of droom van Mohammed van de Nachtreis en Hemelvaart loopt er een connectie tussen Jeruzalem en hem. Het uiterst summiere verslag van de Nachtreis in de Koran bracht een stortvloed van speculaties teweeg, voortlevend in diverse legendes, die ertoe leidden dat de mate van heiligheid van Jeruzalem binnen de islam sterk werd vergroot. De Arabische naam voor Jeruzalem Al-Quds heeft zich ontwikkeld vanuit de Hebreeuwse benaming voor de Tempelberg, Bayt ha-Miqdash, ‘Het Huis van het Heiligdom/Tempel’. Uit de Arabische naamgeving blijkt dat de islam zich wel degelijk realiseert dat dit gebied heilig is voor Joden; dit is tegenstrijdig met de huidige pogingen van de islamitische beheerders van de Tempelberg, de Waqf, om aan te tonen dat hier nooit een Joodse Tempel zou zijn geweest. Het is ook in conflict met eerder door de Waqf uitgegeven reisgidsen voor Jeruzalem (jaren twintig en dertig), waarin staat dat er geen enkele twijfel is, dat hier Salomo’s Tempel heeft gestaan.

Bedehuis
De verhalen over de Hemelvaart eindigen vaak met het tonen van Allah aan Mohammed van wat er met gelovigen en ongelovigen zal gebeuren als Allah het Laatste Oordeel heeft uitgesproken. De oordeelsplek is dus ook nauw verbonden met Jeruzalem. Dit eindpunt wordt in de islamitische traditie duidelijk onderscheiden van het beginpunt van de Hemelvaart, en heeft zich daarom kunnen ontwikkelen tot een hemelse plek. Daarmee is vervolgens ruimte ontstaan voor de opvatting dat het reisdoel van de Nachtreis, het ‘Uiterste Bedehuis’, een niet-hemelse, maar aardse plaats is. Dit proces was rond 750 A.D. gerealiseerd.
Het ‘Uiterste Bedehuis’ is de vertaling van Al-Masjid Al-Aqsa, wat echter ook te vertalen is als ‘de Al-Aksa Moskee’. Daarmee is duidelijk, dat Mohammed deze moskee nooit als reisdoel kan hebben gehad, zoals tegenwoordig wel wordt beweerd door moslims; tijdens de bouw daarvan was hij immers al ruim honderd jaar overleden.

Gouden Poort
Over de identificatie van Jeruzalem als plaats van bestemming voor Nachtreis (en Hemelvaart) bestaat pas sinds ca. 1030 consensus binnen de islam. Immers, als Jeruzalem meteen bij de verovering door moslims als reisdoel van Mohammed was beschouwd, dan zouden, ter onderbouwing van hun aanspraken, zeker de Rotskoepel en de Al-Aksa Moskee zijn voorzien van inscripties van het eerste vers uit Soera 17. De eerste inscriptie van dit vers vinden we echter pas vanaf ca. 1030, en wel in de Al-Aksa Moskee.
De Tempelberg werd, na Rotskoepel en Al-Aksa Moskee, voorzien van diverse kleinere bouwwerken, die veelal te maken hebben met de Nachtreis en Hemelvaart, om daarmee de koranische relatie te versterken met Jeruzalem. Andere bouwwerkjes op de Tempelberg dienden vooral ter ondersteuning van pelgrimages rondom en op de Tempelberg: gedenkplaatsen van profeten, kansels, gebedsnissen, gebedsbankjes en fonteinen.
Toen Jeruzalem, na korte tijd in bezit te zijn geweest van de Kruisvaarders, weer onder islamitische heerschappij kwam (in 1187, door Saladin), werd ook het aan de Tempelberg grenzende gebied geïslamiseerd. Zo werd de Gouden Poort, recht tegenover de Olijfberg, dichtgemetseld. De moslims probeerden zo te voorkomen dat Jezus door deze poort vanaf de Olijfberg Jeruzalem zou binnengaan, als Hij daar vanaf de Olijfberg zou terugkeren, zoals in de Bijbel voorzegd (bijv. in Zacharia 14:4). Bovendien werd op het terrein voor de poort een islamitische begraafplaats aangelegd, zodat Hij een voor moslims heilig gebied zou moeten ontwijden in Zijn route van Olijfberg naar de stad. Op deze primitieve wijze probeerden moslims zichzelf, maar vooral Joden en christenen, te laten geloven dat zij in staat waren het ongelijk van de Bijbel aan te tonen.

De heiligheid van Jeruzalem voor de islam was in eerste instantie gebaseerd op de centrale positie van Jeruzalem voor Joden; Jeruzalem was vóór Mekka de door Mohammed voorgeschreven gebedsrichting voor moslims. Na de verovering van Jeruzalem is deze heiligheid en daarmee de aanhoudende islamitische claim vooral gerelateerd aan de in slechts één Koranvers beschreven Nachtreis. In de islamitische traditie is de Nachtreis verder uitgewerkt en is de Hemelreis daaraan toegevoegd; deze traditie weerspiegelt het karakter van de islam als een combinatie van de zelfverklaarde, ‘ware’ monotheïstische godsdienst en politiek.

Wim van Thes

Meer weten over dit onderwerp? Lees dan ‘Eindtijd, Israël en de Islam’ van Jan van Barneveld. De vijfde, bijgewerkte druk is onlangs verschenen bij Uitgeverij Het Zoeklicht. Prijs: € 13,95.