Vanwaar toch die islamitische claim op Jeruzalem? (2)

Wim van Thes • 88 - 2012 • Uitgave: 24
Het jaar van de hijra, 622 A.D., het jaar waarin Mohammed werd erkend als ware vertegenwoordiger van de islam én als staatsman, betekent het startschot voor de grote islamitische zegetochten onder zijn leiding. Ten tijde van zijn overlijden, 10 jaar na de hijra, was reeds het gehele Arabische Schiereiland geïslamiseerd, overigens niet zonder geweld. Na zijn overlijden breidden de veroveringen zich uit tot (ver) buiten het Schiereiland. De toenmalige heersers over die regio, de Byzantijnen en de Sassaniden (over het Perzische Rijk) waren echter door eeuwenlange onderlinge oorlogen dusdanig verzwakt, dat zij geen weerstand van betekenis konden bieden tegen de oprukkende Arabieren. Al in 634 werd Jeruzalem veroverd op de Byzantijnen door de tweede opvolger van Mohammed, kalief Omar. Omar staat daarmee aan de basis van de islamisering van Jeruzalem.

Tempelberg
In de islamitische traditie staat Omar bekend als zeer vrome moslim. Bij zijn bezoek aan Jeruzalem wees hij een grote vuilnisbelt aan als gebedsplaats. Door zijn vroomheid wist hij dat dit heilig gebied was. Later bleek dat hier de Joodse Tempel had gestaan, maar nu was de grond ontheiligd. (Eerst hadden heidense Romeinen Jeruzalem en de Tempel verwoest, wat leidde tot de definitieve Joodse diaspora. Daarna hadden Byzantijnen, aanduiding voor de Romeinse heersers in het oostelijk kustgebied van de Middellandse Zee nadat ze tot het christendom waren overgegaan, het plateau als vuilstortplaats gebruikt.) Aangekomen bij de Tempelberg gaf Omar opdracht het gebied te reinigen om er een moskee neer te kunnen zetten: deze zou, pas veel later, Al-Aksa Moskee worden genoemd. Deze moskee liet hij zodanig positioneren, dat moslims hun gebeden zouden uitvoeren met hun gezicht gericht op Mekka, en niet naar de centraal op het Tempelplateau gelegen Rots. De Rots, in de Joodse traditie bekend als Even Sjetijja, ’de steen die God geplaatst heeft’, was namelijk heilig voor Joden. Hiermee maakt Omar expliciet duidelijk dat Mekka de meest heilige plek voor moslims was geworden. In de onderstaande afbeelding van de Tempelberg, ‘The Noble Sanctuary’ geeft de lijn van de Rotskoepel (met daarin de Rots), Dome of the Rock, naar de Al-Aksa Moskee, Al-Aqsa Mosque, precies de juiste gebedsrichting aan.

De aan Omar toegedichte rol als vrome moslim bij de allereerste islamitische bouwwerkzaamheden op de Tempelberg gaat zelfs zo ver, dat ook nu nog de Rotskoepel vaak ‘Moskee van Omar’ wordt genoemd. Juist vanwege die betrokkenheid en de alom binnen de islam gerespecteerde vroomheid van Omar, geldt Jeruzalem als een van de meest vooraanstaande islamitische steden.

Nachtreis van Mohammed
In het eerste artikel is aangegeven dat de heiligheid van Jeruzalem binnen de islam voor het grootste deel gebaseerd is op de in soera 17 vermelde Nachtreis van Mohammed. Dit geldt met name voor het eerste vers: ‘Lofprijzing aan Hem (Allah) die Zijn dienaar (Mohammed) des nachts deed reizen van het Gewijde Bedehuis (de Ka’ba te Mekka) naar het Uiterste Bedehuis (de Tempel te Jeruzalem).’ De toevoegingen tussen haakjes zijn conform de meest gangbare Koran-interpretaties (tafsir). Dat is speciaal het geval voor de islamitische consensus dat de plaats van bestemming Jeruzalem is; in de Koran komt de naam Jeruzalem (Al-Quds) niet voor. Voor verdere details van de Nachtreis zijn we aangewezen op hadiths (verhalen uit het leven van Mohammed).
Het verslag van de Nachtreis luidt dan in grote lijnen als volgt. Op een nacht krijgt Mohammed in Mekka bezoek van Gabriël/Jibril, en Jibril voert hem naar Jeruzalem op de rug van (Al-)Buraq, een gevleugeld rijdier. Nadat ze daar met zijn allen zijn aangekomen, stijgt Mohammed af, en bevestigt Buraq aan een van de ringen van de Westelijke Muur, die ‘speciaal bestemd zijn om rijdieren van profeten aan vast te maken’. Mohammed, vanaf nu alleen begeleid door Jibril, ontmoet daar een aantal door de islamitische traditie erkende profeten onder wie Abraham, Mozes en Jezus, en hij gaat hen voor in het rituele gebed, de Salat. Hierna wordt Mohammed aan een ‘dranktest’ onderworpen. Hij krijgt drie vaten voorgelegd, gevuld met verschillende dranken: één met melk, één met wijn en de derde met water (soms wordt honing genoemd). De keuze hieruit zou bepalend zijn voor het lot van alle toekomstige moslims. Zou hij namelijk voor wijn hebben gekozen, dan zouden zij in dwaling zijn geraakt; bij water of honing zouden zij na Mohammeds verblijf op aarde ten onder zijn gegaan. Maar omdat hij de juiste keuze maakt voor melk, heeft Mohammed volgens de traditie voorkomen dat zijn gemeenschap later in de hel zou belanden.

Opvolger van Abrahams monotheïsme
De impact van de Nachtreis binnen de islam is enorm. Dat blijkt bijvoorbeeld uit vers 60 van soera 17: ‘En niet hebben Wij (Allah) het gezicht (De Nachtreis) dat Wij u hebben doen zien gesteld dan tot een verzoeking (fitna) voor de mensen…” Het wel of niet geloof hechten aan het verhaal van de Nachtreis is dus een fundamentele geloofskwestie.
Uit het verslag zelf komt naar voren dat Mohammeds profeetschap volledig wordt erkend. Doordat hij de leiding krijgt van de Salat te midden van de voornaamste representanten van jodendom en christendom, wordt Mohammed binnen de islam bevestigd als belangrijkste profeet. De islam profileert zich hierdoor bovendien niet alleen als opvolger van jodendom en christendom, maar ook als erflater van het monotheïsme van Abraham zoals het oorspronkelijk was bedoeld. De Thora en Bijbel zijn in deze moslimvisie slechts vervalsingen van de Koran: joden en christenen hebben de teksten daarvan ‘bewerkt’ en worden daarom beschouwd als moslims die van het rechte pad zijn afgeweken.
De Salat speelt zich af (in de nabijheid van de Rots) te Jeruzalem en bekrachtigt daarmee de heilige status van Jeruzalem voor moslims.
Tot slot ondersteunt de passage over het afkeuren van de wijn door Mohammed het in de Koran (impliciet) opgenomen verbod op het drinken van alcohol.

In de hadiths wordt de Nachtreis doorgaans meteen gevolgd door de Hemelvaart van Mohammed. Mohammed wordt vanaf de Rots een aantal hemelen omhooggevoerd via een hem door Jibril aangereikte ladder. Dit verhaal heeft veel overeenkomsten met de Nachtreis, zoals ontmoetingen met Bijbelse figuren en de ‘dranktest’. Karakteristiek voor de Hemelvaart is de beschrijving van de totstandkoming van het verplichte aantal dagelijkse gebeden, vijf, een voorschrift dat niet aan de Koran is ontleend, maar exclusief aan deze hadiths.

In het volgende artikel hopen we aandacht te besteden aan de bijdrage van de Nachtreis en Hemelvaart van Mohammed aan de identificatie van Jeruzalem als islamitische stad.

Wim van Thes