Van verzorgingsstaat naar verzorgingsstad

Jaap Spaans • 90 - 2014 • Uitgave: 20
Over drie maanden wordt de ingrijpendste naoorlogse stelselwijziging in de zorg en sociale sector van kracht. Grote groepen burgers zullen ermee te maken krijgen. De decentralisatie, oftewel de overheveling van rijkstaken naar gemeentes, zal ook voor de kerken gevolgen hebben.

De wereld verandert in hoog tempo en wel op mondiaal, nationaal en lokaal niveau. In toenemende mate is er sprake van samenhang bij alles wat zich op deze planeet afspeelt. De komende stelselwijziging is het gevolg van een proces dat ruim twee decennia geleden werd ingezet en door de wereldwijde kredietcrisis werd versterkt.
In 1992 verscheen een fascinerend boek met als titel: ‘Afscheid van de zorgeloze verzorgingsstaat’ (Uitgeverij Spectrum). Twee auteurs, sociologen verbonden aan de Erasmus Universiteit, maakten een scherpe analyse van de verzorgingsstaat. Hun onderzoek omvatte onderwerpen als de groei van de collectieve sector, de volumestijging bij de sociale wetgeving, het subsidiebeleid en de vergrijzing. Met een vooruitziende blik concludeerden zij dat het roer om moest. De verzorgingsstaat moest niet verdwijnen, maar plaatsmaken voor een soberder systeem. Minder overheid en meer eigen verantwoordelijkheid. Zij introduceerden een voor die tijd nieuw begrip ‘arbeidsparticipatie’.

Ontwikkeling staatsschuld
Door politieke verdeeldheid en belangentegenstellingen, bleven ingrijpende maatregelen uit. Totdat in 2008 de financiële crisis toesloeg. Grote delen van de mensheid kregen de rekening gepresenteerd voor onmatigheid, een overspannen huizenmarkt, begrotingstekorten en te hoge schuldenlasten. De ontwikkeling van de Nederlandse staatsschuld is illustratief. Omgerekend in euro’s groeide de staatsschuld van 34,4 miljard in 1970 naar 187,3 miljard in 1990. Volgens de website www.destaatsschuldmeter.nl die dagelijks de groei van de staatsschuld registreert, bedroeg deze op 20 augustus 2014 ruim 456 miljard euro.
Een zware last, die de noodzaak van structurele veranderingen onderstreept. Het decentralisatieproces zal met pijn en moeite gepaard gaan. Een traject van wederopbouw naar verzorgingsstaat, is nu eenmaal gemakkelijker dan het omgekeerde proces. Overheden moeten erop toezien dat de pijn eerlijk over de bevolking wordt verdeeld.

Risico’s
Gezaghebbende adviesorganen als de Raad van State en de Algemene Rekenkamer gaven al aan, dat de omslag van een verzorgingsstaat naar een verzorgingsstad een moeizaam proces wordt. Prof. dr. Kim Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, beschrijft in de studie ‘Rijk geschakeerd. Op weg naar de participatiesamenleving’ van juni 2014, welke risico’s er kleven aan dit veranderingsproces. Hij erkent de noodzaak van de stelselwijziging, maar plaatst wel enige kritische kanttekeningen.
Er is onvoldoende aandacht voor belangrijke sociale grondrechten, zoals het gelijkheidsbeginsel en het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De ene gemeente zal een ander ondersteuningsbeleid voeren dan de andere, waardoor willekeur kan ontstaan. Steden in krimpregio’s kunnen het economisch zwaarder krijgen dan die in groeiregio’s. Er is zorg over de veiligheid van omvangrijke dossiers met gevoelige (medische en psychosociale) informatie. Volgens Putters zijn aannames van de overheid over beschikbare mantelzorg te positief ingeschat en is de bevolking onvoldoende voorbereid.

Aanzienlijke gevolgen
Belangrijke wetten waarvoor in het nieuwe stelsel gemeentes met de uitvoering worden belast zijn de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wet maatschappelijke ondersteuning. De sociale werkvoorziening wordt gereorganiseerd en alle jonggehandicapten (Wajongers) zullen de komende jaren fysiek of op dossier worden herbeoordeeld naar beschikbaar arbeidsvermogen. Voor de oude gevallen geldt een overgangsregeling. De financiële en psychosociale gevolgen zullen aanzienlijk zijn. Bij thuiszorgmedewerkers zullen tijdelijke contracten de vaste vervangen en dat betekent vaak minder bestedingsruimte. Gemeentes beginnen de operatie al met forse budgetkortingen, waardoor er veel onzekerheid bestaat rond de financiële gevolgen van de stelselwijziging. Bij verzoeken om ondersteuning zal in de eerste lijn al een selectie plaats vinden. Voor ouderen, chronisch zieken, gehandicapten en jongeren met gedragsproblemen zal het moeilijker worden om een plaatsje in een zorginstelling te krijgen. Familie, mantelzorgers en vrijwilligers moeten een deel van de taken overnemen, die nu door professionals worden uitgevoerd.

Bijbelse uitgangspunten
Ik verwacht een toename van het aantal mensen dat te maken krijgt met financiële of psychosociale problemen, met alle maatschappelijke gevolgen van dien. Er zal een groter beroep worden gedaan op maatschappelijke organisaties als verenigingen, welzijnsorganisaties en kerken. Of dat haalbaar is in een tijd van ontkerkelijking, individualisering en teruglopende subsidies zal de tijd leren. Er zijn al hoopvolle signalen. Ingegeven door de omstandigheden, is de Stichting Welzijnswerk in mijn woonplaats gestart met een cursus ‘Budgetteren kun je leren en hoe blijf je verleidingen de baas’? Want dat die verleidingen zullen blijven staat vast. Kerken en zorgondernemers hebben elkaar al opgezocht voor samenwerking. Geld en goede budgettering zullen in het nieuwe systeem een belangrijke rol spelen.
De Bijbel biedt op dat punt voldoende richtlijnen. De visie van de apostel Paulus over geld(zucht) reikt verder dan vaak wordt gedacht. Veel Bijbelteksten handelen direct of indirect over materiële onderwerpen en het is mijn overtuiging dat we in de eindtijd ook worden beproefd op materiële kwesties (1 Timoteüs 6:10, Matteüs 24:38, Lucas 21:34).
Lokale ambtenaren krijgen straks de loodzware taak persoonlijke, vaak schrijnende situaties in te schatten en zelfs te indiceren en voor cliënten ingrijpende beslissingen te nemen. Laten we ook hen opdragen in onze gebeden. De verzorgingsstaat had ons verwend en in slaap gesust. In de verzorgingsstad kunnen kerken taken weer oppakken, die in de ‘zorgeloze verzorgingsstaat’ wat in de vergetelheid waren geraakt.

Jaap Spaans