Van Pasen naar Pinksteren

Feike ter Velde • 93 - 2017 • Uitgave: 10
Twee grote feesten van de kerk, Pasen en Pinksteren, liggen vijftig dagen uit elkaar. Ze zijn daarmee in overeenstemming met de oorspronkelijk Joodse feesten, namelijk Pesach en het Wekenfeest. Het is heel jammer dat veel christenen weinig of niets afweten van de Joodse feesten en hun achtergronden. Daarmee verliezen deze christenen ook het zicht op de eigen feesten en hun betekenis. Pasen en Pinksteren horen bij elkaar!

Het jaarlijkse Paasfeest ligt achter ons en het Pinksterfeest ligt voor ons. We leven dus nu tussen deze twee feesten – hoogtepunten – in het kerkelijke leven en in de maatschappij. In de maatschappij gaat het om feestelijke weekends met een extra vrije dag. In de Kerk gaat het om de grote geestelijke betekenis van deze feesten in het persoonlijke leven van iedere gelovige en in de Gemeenschap der heiligen, die de Kerk is, althans behoort te zijn!

De betekenis van christelijke feestdagen
Het is schokkend als een willekeurige voorbijganger in een winkelstraat wordt gevraagd naar de betekenis van het Paasfeest. De antwoorden die worden gegeven zijn soms niet te geloven. Daarmee wordt ons getoond – en dat gebeurde dit jaar ook en opnieuw op de televisie – hoever ons volk verwijderd is van de meest simpele dingen van het christelijk geloof. Men weet het eenvoudig niet. Grote delen van ons volk zijn teruggekeerd naar het pure heidendom. Een andere constatering kan er niet zijn.
Toch zijn veel facetten van het christelijk geloof wel degelijk terug te vinden in onze cultuur en in het straatleven van elke dag. Begrippen als vergeving, aanvaarding en onvoorwaardelijke liefde komen in de literatuur en in de (pop)muziek terug als volkomen aanvaarde begrippen. Dat leeft diep in het onderbewustzijn van onze cultuur zonder dat men zich bewust is van de betekenis van bijvoorbeeld de christelijke feestdagen. In geschriften, boeken en liederen komen deze dingen soms verrassend naar voren. En daar kan een mens best blij over worden. Toch moeten we niet schromen ook aan onszelf indringende vragen te stellen als het gaat om de christelijke feesten en hun betekenis. Ook veel mensen die elke zondag trouw naar de kerk gaan, zijn niet in staat hun geloof aan de hand van de christelijke feesten, te beschrijven. Velen lopen er desgevraagd volkomen in vast.
Natuurlijk weten de meeste kerkmensen wel dat Pasen in verband staat met de Opstanding van de Here Jezus en dat Pinksteren in relatie staat tot de uitstorting van de Heilige Geest. Maar dat is het dan ook. Maar als het niet verder komt dan dit, dan ontbreekt er iets heel wezenlijks in het denken en geloven van deze mensen. We moeten vrezen dat dit bij de meeste kerkmensen, zowel in reformatorische als in evangelische kerken, volop het geval is. Het wezen van het christelijk geloof wordt niet herkend, geloofd en beleefd, omdat dit bij de meeste mensen eenvoudig ontbreekt. De kennis is er niet! Kennis van het wezen van het christelijk geloof.

De heilsfeiten
Die kennis gaat natuurlijk eerst over de objectieve feiten van de Bijbelse openbaring van God en Zijn handelen. Die feiten moeten helder onderwezen worden. Ze zijn vast en zeker: het enige fundament onder ons geloof. God als Schepper van hemel en aarde en als de God van Israël. Jezus, de Zoon van God, Zijn plaatsvervangend lijden en sterven en Zijn opstanding, Zijn hemelvaart en de belofte van Zijn terugkeer. En vervolgens de komst van het Koninkrijk: het Duizendjarig Vrederijk met het Koningschap van Jezus over het herstelde Israël.
Feiten, heilsfeiten, die samen de Bijbel als Woord van God vormen. Dat als eerste! Maar nu komt het erop aan: ons aandeel in dat heil van God. Wat is dat?
Het antwoord daarop lijkt toch makkelijk, namelijk geloof. Dat is juist, maar vraagt wel om verheldering. Want ons geloof, dit geloof(!) is een gave van God! Dat hebben we niet uit ons zelf. We kunnen allerlei dingen geloven: zoals het spoorboekje om te zien hoe laat de trein gaat, of de televisiegids om te zien hoe laat een programma begint. Dat geloven we allemaal, maar hoewel het woord hetzelfde is, het Bijbelse geloof is anders, dieper en heeft grote gevolgen. Dat geloof is mogelijk geworden sinds de Pinksterdag. Want wat gebeurde er toen?

Een scheppingsdaad
Op de Pinksterdag is de Geest, die Jezus uit de dood heeft opgewekt, de Geest van God, dat is God zelf(!) gekomen om te wonen in de harten en levens van de gelovige discipelen en van alle gelovigen daarna, tot op vandaag! Maar, let op: het is de Geest, die Jezus uit de dood opwekte (Romeinen 8:11). Die was er daarvoor niet (Johannes 7:39)! Want wat gebeurde er op de Paasmorgen? Er kwam volkomen nieuw leven uit God. Dat nieuwe leven wekte Jezus op uit de dood.
Hij werd niet ‘weer levend’, zoals we vaak zeggen en zingen. Dat gebeurde bij voorbeeld bij Lazarus, of het dochtertje van Jaïrus. Zij werden ‘weer levend’. Maar Jezus kon niet ‘weer levend’ worden, want Hij had Zijn leven geofferd, als losprijs voor onze zonde! Dat leven heeft Hij niet weer teruggekregen. God deed daarom een nieuwe scheppingsdaad! Hij schiep leven uit de dood! Er werd een nieuw mens geschapen: Jezus, de Zoon van God (Romeinen 1:4). Diezelfde scheppingsdaad(!) verricht de Geest op de Pinksterdag.
Diezelfde scheppingsdaad verricht de Geest ook in het leven van elk mens dat vandaag tot geloof in de Here Jezus komt. Hij/zij wordt een nieuwe schepping (2 Korintiërs 5:17). Dat hangt nauw samen met de wedergeboorte. Als we wederom geboren worden verricht de scheppende God een groot scheppingswerk in ons leven: We worden van een verloren zondaar een kind van God dat eeuwigheidsleven ontvangt! Dat leven kenmerkt zich in een verlangen naar meer kennis en naar meer zicht op God en Zijn handelen met en in ons. Het is niet beperkt tot individuele gelovigen, maar staat in een veel groter heilsgebeuren: namelijk het herstel van Israël en de komst van Koning Jezus (Matteüs 19:28), om te regeren op de troon van Zijn vader David in Jeruzalem.

Hij maakt alles bekend
De ware gelovigen zijn wedergeboren – de Gemeente van Christus als eerstelingen(!) van een nieuwe schepping. Maar ook Israël zal wedergeboren worden en de troon van David zal staan in Jeruzalem. De Geest maakt dit alles bekend in de Bijbel. Het is daarom wonderlijk en zorgelijk dat veel kerkmensen, ook evangelischen, hieraan voorbij gaan en er eigenlijk niets van willen weten. Een andere geest, die vandaag actief werkzaam is onder ons, verzet zich hiertegen. Hij doet zich voor als de heilige Geest, maar hij is een andere geest! Waakt dus!
Een ieder die de Geest heeft ontvangen en een nieuwe schepping is geworden, wil ook meer leren van Gods heilshandelen met Israël en met de wereld. Want het is de Geest, die met de Bruid, zegt: “Kom Here Jezus!” (Openbaring 22:17). Laat die Geest ons hart mogen vervullen!

Feike ter Velde