Van de redactie - jrg. 78-03
Volgende week vieren we Koninginnedag en aan het einde van die week ook de Bevrijdingsdag. Nationale feestdagen voor alle Nederlanders. De vlag zal overal wapperen. Maar laten we eerlijk zijn: er zit toch een donker randje om het feestprogramma. Waar heeft het ons gebracht?
Onze nieuwe wetten zijn de meest goddeloze wetten ter wereld. Media uit de hele wereld kwamen smeuïge programma's maken en artikelen schrijven over onze wetten van wetteloosheid. Leven en dood werden er beide in geregeld. Twintig jaar geleden begon het met een vrije abortus wetgeving en snel daarna kwam de discussie op gang over euthanasie en zelfdoding. Nu zijn de wetten er al. Alles keurig geregeld. Verlichte politici kunnen sier maken met het summum van onze ruimdenkendheid, tolerantie en humanisme. In ons keurig aangeharkte landje is het allemaal netjes in kannen en kruiken tot en met de dodelijke zelfmoordpil die er straks ook zal zijn en beschikbaar komt voor wie die hebben wil.
Zieken, mensen die er geen gat meer in zien, jongeren met een ongeneselijke ziekte, ouderen die "het hebben gehad". Dwars door Gods geboden heen loopt onze nieuwe wetgeving. Uniek in de wereld. Een land dat een grote geschiedenis heeft door de Reformatie, zijn grote theologen en zijn bloeiende kerk van weleer.
Is het christelijk geloof hier te lande dan door de eeuwen toch maar een dun vernisje aan de buitenkant geweest? Is de druk van de 'god dezer wereld' en het wereldse denken dan toch sterker gebleken dan de kracht van het Evangelie, dat mensen verandert en onze landen in Europa heeft gechristianiseerd? Zijn we teruggekeerd naar het heidendom van vóór die tijd, waarin alleen het recht van de sterkste geldt en waarin wat ziek en zwak is moet worden afgeschreven en uitgeroeid?
We mogen onze Koninginnedag vieren in een vrij land. In mijn kindertijd luisterden we thuis 's avonds naar 'Radio Oranje'. Mijn vader had zelf een klein radiootje gebouwd in de oorlogsjaren. Het was verstopt achter de trap naar boven. Achter de traploper was een klein luikje gemaakt, dat dan open ging. Ik meen dat het om zeven uur 's avonds tijd was om te gaan luisteren. Alle deuren en ramen gingen dicht, want radiobezit was verboden door de Duitse bezetters. We lagen of zaten als kinderen op de trap. We hoorden dan de stem van koningin Wilhelmina vanuit Londen. Ze begon altijd met: 'Landgenoten'. Haar hoge sopraanstem kwam goed door dat kleine radiootje heen. Ik was vier jaar, maar voel nog de lotsverbondenheid met onze verre koningin en de andere landgenoten "ter land, ter zee en in de lucht", zoals de omroeper vanuit Londen iedere avond zei. Vaak moest vader weg, onderduiken, vluchten, op zoek naar eten in het hongerige Noord-Holland. Zijn vrouw en kinderen thuis, hij weg, maar net als wij, ook met een lege maag en soms in angst voor zijn leven en zijn gezin. De bevrijding was geweldig. De Canadese militaire voertuigen daverden langs onze straat, de soldaten strooiden pakjes sigaretten uit. Ik had tussen de mensenmassa ook een pakje opgevangen. Maar onmiddellijk graaide een man naast mij het uit mijn handen. Ik klemde het stevig vast, maar kon niet van hem winnen. Ik was woest, schreeuwde en schopte hem tegen zijn benen. Maar 't hielp niet. En niemand hielp mij. Ik was de sigaretten voor mijn vader kwijt.
De vrije samenleving van na de oorlog is nog egoïstischer geworden dan die man van toen. De publieke moraal is diep gezonken. Als we nu gedenken, mogen we als gelovigen gedenken in dankbaarheid. We mogen leven in vrijheid en welvaart. We mogen in vrijheid naar de kerk gaan en in vrijheid getuigen. Dat is een groot goed. Laten we als gelovigen de handen ineenslaan en in de duistere wereld zelf als lichtende sterren schijnen. In alle eeuwen is het getuigenis van Jezus gehaat evenals Zijn getuigen. Maar velen werden er door dit getuigenis behouden voor eeuwig. We mogen in dienst staan van de Meester en ons werk doen in Zijn opdracht en onder Zijn leiding. Ook in ons blad. Doet u ook mee?
Feike ter Velde
Onze nieuwe wetten zijn de meest goddeloze wetten ter wereld. Media uit de hele wereld kwamen smeuïge programma's maken en artikelen schrijven over onze wetten van wetteloosheid. Leven en dood werden er beide in geregeld. Twintig jaar geleden begon het met een vrije abortus wetgeving en snel daarna kwam de discussie op gang over euthanasie en zelfdoding. Nu zijn de wetten er al. Alles keurig geregeld. Verlichte politici kunnen sier maken met het summum van onze ruimdenkendheid, tolerantie en humanisme. In ons keurig aangeharkte landje is het allemaal netjes in kannen en kruiken tot en met de dodelijke zelfmoordpil die er straks ook zal zijn en beschikbaar komt voor wie die hebben wil.
Zieken, mensen die er geen gat meer in zien, jongeren met een ongeneselijke ziekte, ouderen die "het hebben gehad". Dwars door Gods geboden heen loopt onze nieuwe wetgeving. Uniek in de wereld. Een land dat een grote geschiedenis heeft door de Reformatie, zijn grote theologen en zijn bloeiende kerk van weleer.
Is het christelijk geloof hier te lande dan door de eeuwen toch maar een dun vernisje aan de buitenkant geweest? Is de druk van de 'god dezer wereld' en het wereldse denken dan toch sterker gebleken dan de kracht van het Evangelie, dat mensen verandert en onze landen in Europa heeft gechristianiseerd? Zijn we teruggekeerd naar het heidendom van vóór die tijd, waarin alleen het recht van de sterkste geldt en waarin wat ziek en zwak is moet worden afgeschreven en uitgeroeid?
We mogen onze Koninginnedag vieren in een vrij land. In mijn kindertijd luisterden we thuis 's avonds naar 'Radio Oranje'. Mijn vader had zelf een klein radiootje gebouwd in de oorlogsjaren. Het was verstopt achter de trap naar boven. Achter de traploper was een klein luikje gemaakt, dat dan open ging. Ik meen dat het om zeven uur 's avonds tijd was om te gaan luisteren. Alle deuren en ramen gingen dicht, want radiobezit was verboden door de Duitse bezetters. We lagen of zaten als kinderen op de trap. We hoorden dan de stem van koningin Wilhelmina vanuit Londen. Ze begon altijd met: 'Landgenoten'. Haar hoge sopraanstem kwam goed door dat kleine radiootje heen. Ik was vier jaar, maar voel nog de lotsverbondenheid met onze verre koningin en de andere landgenoten "ter land, ter zee en in de lucht", zoals de omroeper vanuit Londen iedere avond zei. Vaak moest vader weg, onderduiken, vluchten, op zoek naar eten in het hongerige Noord-Holland. Zijn vrouw en kinderen thuis, hij weg, maar net als wij, ook met een lege maag en soms in angst voor zijn leven en zijn gezin. De bevrijding was geweldig. De Canadese militaire voertuigen daverden langs onze straat, de soldaten strooiden pakjes sigaretten uit. Ik had tussen de mensenmassa ook een pakje opgevangen. Maar onmiddellijk graaide een man naast mij het uit mijn handen. Ik klemde het stevig vast, maar kon niet van hem winnen. Ik was woest, schreeuwde en schopte hem tegen zijn benen. Maar 't hielp niet. En niemand hielp mij. Ik was de sigaretten voor mijn vader kwijt.
De vrije samenleving van na de oorlog is nog egoïstischer geworden dan die man van toen. De publieke moraal is diep gezonken. Als we nu gedenken, mogen we als gelovigen gedenken in dankbaarheid. We mogen leven in vrijheid en welvaart. We mogen in vrijheid naar de kerk gaan en in vrijheid getuigen. Dat is een groot goed. Laten we als gelovigen de handen ineenslaan en in de duistere wereld zelf als lichtende sterren schijnen. In alle eeuwen is het getuigenis van Jezus gehaat evenals Zijn getuigen. Maar velen werden er door dit getuigenis behouden voor eeuwig. We mogen in dienst staan van de Meester en ons werk doen in Zijn opdracht en onder Zijn leiding. Ook in ons blad. Doet u ook mee?
Feike ter Velde