Van de redactie - jrg. 77-11
Het Zoeklicht is geboren uit een bijzondere roeping die Johannes de Heer ontving tijdens de opwekking in Wales in 1905. Een jaar eerder werd hij bijzonder geraakt door een bijbeltekst,
namelijk 1 Koningen 5:9. Hij verstond de betekenis ervan niet.
In zijn biografie door Drs. Domus Etsman staat het als volgt:
Men had hem in Wales gevraagd in een samenkomst zijn getuigenis te geven. Daarin sprak hij de wens uit dat ook Nederland zou delen in de opwekking die gaande was in Wales. Hij schrijft over die samenkomst later: "Terwijl alles om mij heen een goddelijke voortgang had en niemand iets bespeurde, zie ik plotseling dat er vlak tegenover mij op de witte muur in vlammende letters iets geschreven wordt, op dezelfde wijze als dat bij sommige lichtreclames geschiedt, als de ene vurige letter na de andere verschijnt en een woord of een zin vormt. Ik lees wat er staat en tot mijn verbazing zie ik de vergeten tekst van 1 Koningen 5:9 : 'Ik zal het op vlotten over de zee voeren en gij zult het wegnemen; gij zult ook Mijn wil doen, dat gij Mijn huis spijs geeft'.
Johannes de Heer verklaart zelf dat de roeping des Heren hem toen geheel duidelijk was geworden en hij wijdt zich geheel toe aan een nieuwe taak ten behoeve van het huis des Heren in Nederland, de Kerk. In woord en lied begint hij aan een nieuwe fase in zijn leven. Hij was toen 39 jaar.
Vooral het vooreerst letterlijk verstaan van de bijbelse profetie aangaande het toekomstige herstel van Israël, de opname van de Gemeente, de Grote Verdrukking en het Vrederijk. Hij werkt deze thema's uit in prediking en in geschriften, vooral in het blad Het Zoeklicht.
Die boodschap leidde tot de opkomst van de Maranatha-beweging in Nederland die in nagenoeg alle kerken wortel schoot. Duidelijk distantieerde Johannes de Heer zich van allerlei sectarische groepen. Hij wilde de boodschap van Christus' Wederkomst binnen de bestaande kerken gestalte geven. Zelf bleef hij zijn leven lang lid van de nationale kerk, de Nederlands Hervormde Kerk.
FtV
namelijk 1 Koningen 5:9. Hij verstond de betekenis ervan niet.
In zijn biografie door Drs. Domus Etsman staat het als volgt:
Men had hem in Wales gevraagd in een samenkomst zijn getuigenis te geven. Daarin sprak hij de wens uit dat ook Nederland zou delen in de opwekking die gaande was in Wales. Hij schrijft over die samenkomst later: "Terwijl alles om mij heen een goddelijke voortgang had en niemand iets bespeurde, zie ik plotseling dat er vlak tegenover mij op de witte muur in vlammende letters iets geschreven wordt, op dezelfde wijze als dat bij sommige lichtreclames geschiedt, als de ene vurige letter na de andere verschijnt en een woord of een zin vormt. Ik lees wat er staat en tot mijn verbazing zie ik de vergeten tekst van 1 Koningen 5:9 : 'Ik zal het op vlotten over de zee voeren en gij zult het wegnemen; gij zult ook Mijn wil doen, dat gij Mijn huis spijs geeft'.
Johannes de Heer verklaart zelf dat de roeping des Heren hem toen geheel duidelijk was geworden en hij wijdt zich geheel toe aan een nieuwe taak ten behoeve van het huis des Heren in Nederland, de Kerk. In woord en lied begint hij aan een nieuwe fase in zijn leven. Hij was toen 39 jaar.
Vooral het vooreerst letterlijk verstaan van de bijbelse profetie aangaande het toekomstige herstel van Israël, de opname van de Gemeente, de Grote Verdrukking en het Vrederijk. Hij werkt deze thema's uit in prediking en in geschriften, vooral in het blad Het Zoeklicht.
Die boodschap leidde tot de opkomst van de Maranatha-beweging in Nederland die in nagenoeg alle kerken wortel schoot. Duidelijk distantieerde Johannes de Heer zich van allerlei sectarische groepen. Hij wilde de boodschap van Christus' Wederkomst binnen de bestaande kerken gestalte geven. Zelf bleef hij zijn leven lang lid van de nationale kerk, de Nederlands Hervormde Kerk.
FtV