Van de redactie - jrg. 77-05

Feike ter Velde • 77 - 2001/02 • Uitgave: 5
Het Pinksterfeest bepaalt ons bij de grote waarheden van de heilige Schrift, die sinds die dag in Jeruzalem en vervolgens over de gehele wereld zijn verkondigd. Die grote waarheden zijn de feiten van het lijden, het sterven en de opstanding van de Here Jezus Christus. Maar niet alleen die feiten als historische gebeurtenissen, maar het wonder van Pinksteren reikt veel dieper. Het brengt de gevolgen van die feiten van dood en opstanding als Gods kracht in de harten van mensen. Dat wonder geschiedde - en
geschiedt tot op vandaag - onder de verkondiging. Waar het Woord van God naar waarheid wordt verkondigd daar verricht God de Heilige Geest het wonder van wedergeboorte. Zo gebeurde het op de Pinksterdag en zo gebeurt hét vandaag nog steeds.

Als we de gebeurtenissen in Handelingen 2 nauwkeurig lezen is er maar één conclusie te trekken: de Geest verbindt zich aan het Woord. Het Woord der Waarheid - de Bijbel - moet derhalve ook vandaag naar de bedoeling van de Geest worden verkondigd. Dat is de grote taak van de Kerk. In deze tijd is er veel vertwijfeling. Overal worden vraagtekens bij gezet, alles wordt beredeneerd en bediscussieerd en zo vaak wordt vergeten te verkóndigen. Wie verkondigt in de kracht van de Geest, die merkt dat de Geest van God zich verbindt aan die verkondiging en Zijn goddelijk werk verricht in de harten van de hoorders. Op de Pinksterdag kwamen er al drieduizend tot geloof, omdat de kracht van het Woord merkbaar was. Petrus discussieerde niet, maar sprak Gods Woord met macht. Zijn hoorders werden "diep in hun hart getroffen" (Hand. 2:37). Zo werd de Kerk geboren. Uit de kracht van Woord en Geest. Laten we vandaag opnieuw geloof hechten aan Woord en Geest. Dat geloof vraagt niet om academische beschouwing, een intellectuele beredenering of oecumenische onderhandeling. Dat geloof dringt tot verkondiging. In tijden van opwekking, zo leren we uit de kerkgeschiedenis, komt die oorspronkelijke kracht van de Pinksterdag steeds weer terug. Daar mogen we ook vandaag om bidden.

De Pinksterdag in Jeruzalem bepaalt ons ook bij de toekomst, de eindtijd, de oordelen en de wederkomst des Heren. Sterker nog: Petrus begint ermee. Hij zet de uitstorting van de Heilige Geest direct in het licht van de profetie en "de grote en doorluchte dag des Heren" (Hand. 2:17-21). Pinksteren heeft te maken met de voltooiing van Gods heilsplan in Christus en "de laatste dagen" (:17).

Daarom is er vandaag ook moed nodig op de kansel om het wereldgebeuren te betrekken in de prediking, omdat de Here ons laat zien dat de tekenen ons bepalen bij die laatste dagen. Petrus was concreet en zei: "Dit is het waarvan gesproken is door de profeet Joël (:16). Hij actualiseerde de profetie en bond haar vast aan die dag. Dàt is prediking van het Woord in de kracht des Geestes. Mensen herkennen het in verbijstering en komen tot verbrokenheid en zondebesef als nooit tevoren.

Mag zo Pinksteren 2001 het feest worden van de vernieuwing, van de opwekking, van de opbouw van de Kerk des Heren, die mag leven in de verwachting van Zijn komst. Maranatha!

Namens de redactie
FtV