Van de redactie - jrg. 77-01

Feike ter Velde • 77 - 2001/02 • Uitgave: 1
We zijn toe aan een volgen de jaargang - nr. 77 en hierbij hebt u nummer 1 in handen gekregen. Wat zijn we dankbaar dat we opnieuw een jaar in mogen met de verkondiging van Gods Woord in alle facetten. Juist ook dat belangrijke thema van de Wederkomst des Heren, dat zo vaak wordt vergeten en waarover zoveel onwetendheid bestaat. Mogen we onder de zegen van de Here ons werk doen. Dat is ons gebed. Mogen we dat ook doen in de wetenschap dat u ook voor ons werk bidden zult. Bidden ook dat door ons werk nog veler ogen mogen opengaan voor de spoedige wederkomst van Christus in de druk der tijden. Bidden ook dat we dit jaar veel nieuwe abonnees erbij mogen winnen. Zou u daar in uw eigen familie en eigen omgeving niet een steentje kunnen bijdragen? Er zijn zeker mensen, soms vlak in de buurt. die graag abonnee op ons blad zouden willen worden. Ze wachten alleen op een stimulans daartoe van u.

Vandaag wordt de kerk en de hele christenheid steeds meer naar de marge van de samenleving verdreven. In diezelfde samenleving zien we steeds meer de kenmerken van de eindtijd. Daarom moeten gelovigen niet stil blijven, maar getuigen van de hoop die we hebben en van de Koning die komt. Dat is wat ons blad wil doen.

Zo enkele weken voor Pasen is het goed om stil te staan bij het lijden en sterven van de Here Jezus. Alle vier de evangeliën beschrijven ons dit diep indrukwekkende gebeuren. Daarom hebben we ook het artikel "Die geleden heeft onder Pontius Pilatus" van broeder Leen Kolle in dit nummer opgenomen. Het geeft veel interessante en geschiedkundige achtergronden, zodat we de laatste dagen van onze Heiland op aarde beter kunnen begrijpen. We zijn dankbaar dat er steeds weer mensen zijn die ons wijzen op de betrouwbaarheid van de Schrift en daarbij ook de achtergronden en feiten geven, die dat onderbouwen.

Er wordt zo vaak twijfel gezaaid in de harten van gelovigen, van jonge mensen ook, als het gaat om de Bijbel. Er zijn stemmen in de moderne theologie die zelfs beweren dat Jezus nooit echt bestaan heeft, maar dat het alleen maar om het 'verhaal' gaat. Men ontkent Zijn wonderen, Zijn dood en Zijn opstanding, omdat men de levende God ontkent.

De bekende filosoof Jean Paul Sartre - van moeders kant behoorde hij tot de familie van Albert Schweitzer - vertelt hoe hij in zijn kinderjaren al radicaal met God heeft gebroken. Hij had met lucifers gespeeld en een brandvlek in het tafelkleed gemaakt, die hij probeerde te verbergen. Toen voelde hij dat God hem zag: "Ik voelde zijn blik in mijn hoofd en op mijn handen. Ik werd woedend over zo'n onbeschaamdheid en ik vloekte net zo intens als ik mijn grootvader had horen doen." In zijn vloek heeft Sartre de tegenwoordigheid van God in zijn kinderbestaan gedood. "Il me regarde plus jamais" - Hij heeft me nooit meer aangekeken, verklaart hij plechtig. Zo werden velen na Sartre.

Maar God heeft deze wereld niet losgelaten. De postmoderne mens van nd Sartre kan - evenmin als Sartre zelf - loskomen van God. In de leegheid van deze wereld zoekt men vandaag naar zingeving, naar een nieuwe verwoording van 'waarden en normen' en naar een nieuwe ordening van het bestaan. De mensheid is op drift, losgeslagen als een stuurloos schip en schreeuwt om hulp in woeste golven.

De nood is hoog, een zwak christendom grijpt naar dezelfde dingen als de wereld, men zoekt oplossingen in dezelfde richting, zonder de Schrift en zonder de levende God en de weg van Zijn verlossing. Daarom moeten we bidden om een terugkeer naar de levende God en Zijn Woord.

FtV