Van de redactie - jrg. 76-26

Feike ter Velde • 76 - 2000/01 • Uitgave: 26
We zijn alweer aan het einde van de zesenzeventigste jaargang van ons blad. Het volgende nummer zal nummer één zijn van de zevenenzeventigste jaargang. Zoals u weet loopt het redactiejaar van Het Zoeklicht altijd van 1 april tot 31 maart. Zo bekeken is dit dus eigenlijk ons oudejaarsnummer. Dan sta je altijd even stil bij hetgeen was en kijk je vooruit naar hetgeen komt. Dat is eigenlijk altijd ook de teneur van de bijbelse profetie! De profeten kijken door de bril van verleden en heden naar de toekomst des Heren. De gelovige, die denkt en leeft in de termen van de Schrift, weet ook dat het hier-en-nu niet de dingen zijn van beslissende doorslag, maar dat de levende God de geschiedenis schrijft overeenkomstig Zijn heilsplan. Daarom zijn we nooit uitgeleverd aan 'de toevallige samenloop van omstandigheden'.

De God van de Bijbel is de God van de geschiedenis. De geschiedenis van deze wereld lijkt een aaneenschakeling van verschrikkingen, waarin filosofen door de eeuwen heen getracht hebben de logica hiervan in te zien, teneinde de mens een weg ten leven te bieden. Die logica en de samenhang der dingen kunnen echter niet gevonden worden los van de openbaring. De enige God, die Schepper is van hemel en aarde, is de God van de geschiedenis. Zijn weg is een weg van 'geheimenissen', waarvan de ''beheersers dezer eeuw geen weet hebben" (1 Cor. 2:8).

De filosofie van de wereld heeft daar óók geen weet van. Hoewel zij in haar naam 'filosofie' [philos = liefde en sophia = wijsheid] eigenlijk zegt liefde te hebben voor de wijsheid, blijft de ware wijsheid vreemd voor haar, als zij die zoekt lós van de openbaring.

Een mens - ook een christen - kan zo wijs worden in zichzelf, dat hij denkt geen openbaring meer nodig te hebben. Dat zien we ook vandaag nog steeds gebeuren. De 'beheersers dezer eeuw' hebben de grote Wijsheid van God, Christus (1 Cor. 1:30), afgewezen en gekruisigd, omdat ze wijs waren in eigen ogen. Wat een enorme tragiek!

De Here doet in onze dagen een groot werk. De Gemeente Gods wordt klaar gemaakt als de Bruid voor de hemelse Bruidegom. 'Wie heilig is worde nog meer geheiligd en wie vuil is worde nog vuiler' (Openb. 22:11). Het lijkt vandaag of de vuilheid en de zonde wordt geheiligd in 'begrip en tolerantie'. Zo werd het homo-huwelijk mogelijk en waar men dat kerkelijk niet meent te kunnen doen wordt homofilie minstens vaak met 'christelijk' begrip versierd. Wie dat doet ontkent metterdaad de verlossende en heiligende kracht van de Geest, hoe vroom men ook praten kan. Ook hier tekent zich een scheiding der geesten af, zelfs binnen de kerk. Wat zijn de tijden ernstig geworden. Men lijkt ook volkomen langs elkaar heen te praten en elkaar niet meer te verstaan.

De Here doet een groot werk in het vóórbereiden van Israël voor de komst van zijn Messias in de grote verdrukking waar het volk doorheen moet gaan. Heel het Midden-Oosten wordt steeds meer een kokende pot van demonische razernij. Israëls haters scharen zich in slagorde, compleet met de gevreesde atoombom, om Gods volk voor altijd van de aardbodem uit te roeien (Ps. 83:5,6).

Toch gaan de grote tekenen van de eindtijd aan de meesten voorbij. Het is alsof er een roes van diepe slaap ligt ook over het hart en leven van veel gelovigen. Maar de Gemeente des Heren, die bestaat uit hen die waarachtig zijn wedergeboren, ziet Gods grote daden en weet van Zijn heerlijke toekomst. Zij heft het hoofd omhoog omdat haar verlossing genaakt!

Namens de redactie
FtV