Van de redactie - jrg. 76-04

Feike ter Velde • 76 - 2000/01 • Uitgave: 4
Het gebod van God heeft zijn kracht verloren, omdat de mens zelf norm van alle dingen is geworden. Dat heeft een lange voorgeschiedenis. Iedere generatie komt voort uit de geslachten daarvoor. De mensheid bouwt voort op het bouwwerk, waarvan al eeuwen geleden de fundamenten werden gelegd. Ons denken is niet autonoom, maar wordt in sterke mate bepaald door wat anderen vóór ons dachten. De vrijzinnigheid, die in onze tijd met nieuwe kracht om zich heengrijpt is gedurende jaren sluimerend opgebouwd in kerk en theologie. Het gezag van de Bijbel werd ondermijnd en langzamerhand kwam de mens zelf in middelpunt van alle dingen te staan. Het absolute karakter van het gebod Gods werd overstegen door het veeleisende zelfbeschikkingsrecht van de moderne mens. We staan er met niet geringe verbijstering naar te kijken en we weten eigenlijk niet hoe we erop moeten reageren. Tegelijkertijd weten we dat het één van de vele tekenen van de tijd is; van de eindtijd!

De Heiland sprak Zelf over de eindtijd en Hij sprak heldere taal. Toch doen veel christenen nauwelijks iets met deze indringende boodschap van de Here Jezus. Sprekend over de 'laatste dingen' zegt Hij o.a.: "En omdat de wetsverachting toeneemt…" (Matth. 24:12). Er is hier sprake van een massale toename van de ongerechtigheid en de wetteloosheid. In die tijd lijken we toch wel te zijn aangekomen. Daarom wordt de prediking van de wederkomst des Heren steeds urgenter. Het zou in ons land en in onze kerken moeten klinken als een heldere bazuin, die de onrustbarende boodschap brengt van de Wederkomst in de onheilspellende rust van deze tijd. De klokt tikt verder, de tekenen vermenigvuldigen en terwijl het alles 'vrede, vrede en geen gevaar' is, 'overkomt hun een plotseling verderf en zij zullen geenszins ontkomen" (1 Thess.5:3).

Er komt een nieuw wereldrijk, namelijk als de Vredevorst komt. Hij zal het Rijk Gods op aarde vestigen en het zal alle koninkrijken en machthebbers verbrijzelen onder zijn angstaanjagende verschijning. Want temidden van de verdrukkingen en de benauwdheden, die de volkeren ondergaan als de oordelen Gods over de wereld komen zullen "de (boze) machten der hemelen wankelen. En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen op een wolk met grote macht en heerlijkheid” (Luc. 21:27). Vlak daarvóór, als de eerste tekenen van die grote toorn Gods er zijn, zal de Gemeente van Christus, Zijn Bruid, in veiligheid worden gebracht in het huis des Heren, het huis van de Vader, met de velen woningen (Joh. 14:2,3), opdat zij is waar Hij is!

Niet zelden is er onder gelovigen zelfs spot en minachting te bespeuren als het over deze geweldige dingen gaat. We zullen ons moeten realiseren, dat het niet anders kan dan door de verzoening van zonde en schuld heen. Er heeft een kruis gestaan op Golgotha, waar de Heiland de diepste smarten leed om de schuld der zonde van de Zijnen te niet te doen. De kerk. die dit verzoenend sterven van Christus afwijst zal door de verschrikkingen en de verbrijzelingen van het oordeel gaan. De Bijbel zegt "Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God" (Hebr. 10:31).

Laten wij derhalve ernst maken met de rijke Boodschap van Christus' komst. Bij die Boodschap hoort ook de oproep tot levensheiliging: "Een ieder, die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, gelijk Hij rein is" (1 Joh. 3:3).

Namens de redactie
FtV