Van de redactie - jrg. 76-01
Feike ter Velde • 76 - 2000/01 • Uitgave: 1
Er is - althans voor Het Zoeklicht - zo maar weer een jaar om. Een nieuwe jaargang van ons blad begint altijd op 1 april. Vandaar dat wij u hierbij het eerste nummer aanbieden van de 76e jaargang. We weten ons verbonden met de oprichter, Joh. de Heer, en met de apostelen en profeten, die zo'n concrete Messiasverwachting hadden. Met hen zeggen we: 'Hij komt spoedig!"
We leven in deze weken naar Goede Vrijdag en naar Pasen toe. Deze weken staan we bijzonder stil bij het offer van de Here Jezus aan het Kruis. Het offer van Zijn heilig leven, dat Hij uitgoot in de dood (Jes. 53:12). Laten we deze dagen eens de tijd nemen om speciaal te denken aan Zijn smartelijke lijden. Voor óns, aan het Kruis. Laten we nog eens heel goed kijken, naar Hem, met de verlichte ogen van ons hart (Ef. 1:18).
Het openingskoor van de Mattheüs-Passion van J. S. Bach, roept ons ook op goed te kijken en de aangrijpende muziek zet direct aan tot een diepe ontroering.
De tekst zegt: Sehet! Kijk! Dan klinkt de vraag: Wen? Naar Wie? Antwoord: Den Bräutigam, de Bruidegom, Christus! Dan weer: Sehet! Gevraagd wordt: Wie? Hoe? Antwoord: Als wie ein Lamm. Als naar een Lam.
Nóg eens: Sehet! Dan de vraag: Was? Wat? Seht die Geduld! Zie zijn geduld! Wéér: Sehet! De vraag: Wohin? Waarop zullen we zien? Auf unsre Schuld! Op onze schuld!
Dan klinkt in een diep aangrijpend koraal: O Lamm Gottes unschuldig! De laatste zin van dit koraal verklinkt in een lang aangehouden toon: Erbarm dich unser, o Jesu!
Als we goed kijken en als het tot ons dóór mag dringen, wat de Here Jezus voor ons heeft gedaan, toen Hij, onschuldig en rein, voor ons tot zonde werd gemaakt en smartelijk stierf in de nacht van Golgotha, dan valt al het andere in ons leven in het niet. Zijn onnavolgbare liefde voor elk verloren mens bracht Hem aan dat kruishout. Hij spreidde daar Zijn armen uit en nodigt ons: “Komt tot Mij”.
Zo zingt de alt in dit muziekstuk - vlak voordat Jezus de woorden spreekt: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” - Sehet, Jesus hat die Hand, uns zu fassen ausgespannt. Kommt! De altstem dringt - in vraag en antwoord met het koor - aan om te komen, verlossing te zoeken en genade aan te nemen, want hier kan men leven, sterven en uitrusten. Veilig in Jezus‘ armen!
In een andere solo zingt een sopraanstem: 'So solltst Du mir allein, mehr als Welt und Himmel sein". Is de Heiland u ook méér dan hemel en aarde?
Mogen wij u gezegende weken, dagen en uren wensen in het overdenken van het lijden en sterven van onze Here Jezus Christus.
Namens de redactie
FtV
We leven in deze weken naar Goede Vrijdag en naar Pasen toe. Deze weken staan we bijzonder stil bij het offer van de Here Jezus aan het Kruis. Het offer van Zijn heilig leven, dat Hij uitgoot in de dood (Jes. 53:12). Laten we deze dagen eens de tijd nemen om speciaal te denken aan Zijn smartelijke lijden. Voor óns, aan het Kruis. Laten we nog eens heel goed kijken, naar Hem, met de verlichte ogen van ons hart (Ef. 1:18).
Het openingskoor van de Mattheüs-Passion van J. S. Bach, roept ons ook op goed te kijken en de aangrijpende muziek zet direct aan tot een diepe ontroering.
De tekst zegt: Sehet! Kijk! Dan klinkt de vraag: Wen? Naar Wie? Antwoord: Den Bräutigam, de Bruidegom, Christus! Dan weer: Sehet! Gevraagd wordt: Wie? Hoe? Antwoord: Als wie ein Lamm. Als naar een Lam.
Nóg eens: Sehet! Dan de vraag: Was? Wat? Seht die Geduld! Zie zijn geduld! Wéér: Sehet! De vraag: Wohin? Waarop zullen we zien? Auf unsre Schuld! Op onze schuld!
Dan klinkt in een diep aangrijpend koraal: O Lamm Gottes unschuldig! De laatste zin van dit koraal verklinkt in een lang aangehouden toon: Erbarm dich unser, o Jesu!
Als we goed kijken en als het tot ons dóór mag dringen, wat de Here Jezus voor ons heeft gedaan, toen Hij, onschuldig en rein, voor ons tot zonde werd gemaakt en smartelijk stierf in de nacht van Golgotha, dan valt al het andere in ons leven in het niet. Zijn onnavolgbare liefde voor elk verloren mens bracht Hem aan dat kruishout. Hij spreidde daar Zijn armen uit en nodigt ons: “Komt tot Mij”.
Zo zingt de alt in dit muziekstuk - vlak voordat Jezus de woorden spreekt: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” - Sehet, Jesus hat die Hand, uns zu fassen ausgespannt. Kommt! De altstem dringt - in vraag en antwoord met het koor - aan om te komen, verlossing te zoeken en genade aan te nemen, want hier kan men leven, sterven en uitrusten. Veilig in Jezus‘ armen!
In een andere solo zingt een sopraanstem: 'So solltst Du mir allein, mehr als Welt und Himmel sein". Is de Heiland u ook méér dan hemel en aarde?
Mogen wij u gezegende weken, dagen en uren wensen in het overdenken van het lijden en sterven van onze Here Jezus Christus.
Namens de redactie
FtV
