Van de redactie - jrg. 75-01

ds. Jac. Schouten • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 1
Het is nog niet zo lang geleden dat het vijfenzeventigjarig bestaan van de arbeid van 'Het Zoeklicht' werd gevierd. Vijf jaar, om precies te zijn. In de oorlog is ons tijdschrift niet verschenen, vandaar dat we nu aan de 75e jaargang beginnen. Het was de Evangelist, Johannes de Heer, die een visionaire blik had. Niet zo maar, visionair vanuit de Bijbel. God gaf hem, door de Heilige Geest, licht in het profetische Woord. Hij zag het als het ware voor zich gebeuren. Israël zou weer hersteld worden in het land dat God hun had gegeven. Het droombeeld van Nebukadnezar zou zijn voltooiing vinden in de vorming, zoals het toen genoemd werd, het verenigd Europa, het herstelde Romeinse rijk. De wetteloosheid op aarde nam toe om zo de weg te bereiden voor de antichrist. Deze zou verschijnen als een machtig dictator. Joh. de Heer schroomde niet om Hitler en Musolini, als voorbeelden te stellen voor deze antichrist. Om dit alles en nog veel meer, aan Gods volk, de kerk, bekend te maken, stichtte hij het blad 'Het Zoeklicht', waarvan in 1919 de eerste nummers van de pers rolden. Bij duizenden ging het blad het land in. Dit was anders dan men tot nu toe had gehoord.

Vele ogen gingen open voor het profetische Woord en vele harten ontsloten zich om een nieuwe toewijding aan de Here te maken en velen kwamen voor het eerst tot de Here en werden gered voor de eeuwigheid. Er was ook tegenstand. Dat de kerk niet de plaats van Israël had ingenomen was niet minder dan het omver halen van een zeer vast dogma. Voor- en tegenstanders meldden zich. Ergens in Nederland vergaderde een jongelingsvereniging. Er kwam een predikant die van 'Het Zoeklicht' niet veel overeind liet staan. Een week later kwam er op diezelfde jongelingsvereniging een andere predikant van dezelfde kerk. Hij sprak deze woorden: 'Als jullie nog één dubbeltje in de week kunnen missen, abonneer je dan op 'Het Zoeklicht'. Niet alleen de vinger leggen bij het profetische Woord en het letten op de tekenen der tijden vervulde Joh. de Heer. Gedreven door de gedachte dat de tijd nabij was, werd op een duidelijke en indringende wijze het Evangelie verkondigd.

Veel gelovigen kwamen tot opwekking, anderen werden gered voor de eeuwigheid. Overal in het land werden samenkomsten en conferenties gehouden. En de honderden, ja, de duizenden, kwamen om de boodschap te horen. Ze stonden naast elkaar op het podium, Br. Joh. de Heer, Ds. C.J. Hoekendijk, Br. Lucardie, Ds.
Fasseur e.a.

Na elke samenkomst knielden tientallen neer om zich voor het eerst of opnieuw aan de Here te wijden. Het waren gezegende tijden. En nu, 1999. Bij de vijfenzeventigste jaargang moeten we zeggen dar er wel wat veranderd is. Maar nog steeds verschijnt 'Het Zoeklicht' met de boodschap van het Evangelie en het zien naar het profetische Woord. En meer dan ooit geldt vandaag het woord: De tijd is nabij.

Wij hopen en bidden dat de Here deze vijfenzeventigste jaargang ook zal zegenen. Zal tijdens deze jaargang de Here komen? We zien met spanning uit. En ons gebed is dat de Here ons trouw zal doen zijn aan de opdracht welke we in 1919 hebben gekregen en vandaag nog onverkort van kracht is. We wensen ons bij het schrijven en de duizenden bij het lezen Gods rijke zegen toe.

Ds. Jac. Schouten
Voorzitter Ver. "Het Zoeklicht"