Vaders, verbittert uw kinderen niet!

ds. H.J. Hegger • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 12
In het Grieks staat voor 'verbitterd' een werkwoord dat is samengesteld uit para = naar / tot / in de richting van een orgé = toorn / woede; Dus: vaders brengt uw kinderen niet tot woede, wek bij hen niet de agressieve gevoelens op. De vraag rijst dan meteen: hoe is dit Schriftwoord te rijmen met Spreuken 3:11,12 en Hebreeën 12:5-11? En vooral met Spreuken 13:24 waar staat dat 'wie de roede spaart, zijn zoon haat'?

TEDERHEID
Maar voordat ik verder ga, wil ik eerst met heel veel nadruk onderstrepen dat elk kind liefde nodig heeft, maar tevens dat die liefde zich moet uiten in de vorm van lichamelijke tederheid. Een kind verstaat immers nog geen abstracte taal. Als je tegen hem zegt: 'Ik houd van je', zegt hem dat nog niets. Pas als je hem knuffelt, weet hij het: 'Mijn vader, mijn moeder houdt van mij'. Een kind heeft deze lichamelijke hartelijkheid nodig zoals een plant licht en warmte nodig heeft. Als je een plant in een kelder zet, zal deze scheef en krom groeien in de richting van het keldervenster waardoor nog wat spaarzaam licht valt. Zo misgroeien en verkrommen ook kinderen die niet aan den lijve de liefde van hun ouders hebben gevoeld. Dan zoeken ze naar allerlei surrogaat van liefde. En die vergroeiingen en verkrommingen nemen ze heel hun verdere leven mee.
Want het reactiepatroon dat het kind zich heeft gevormd wordt het onderbewustzijn van de volwassene.

Voorbeelden:
Een emotioneel verwaarloosd kind wil graag in het zonnetje worden gezet. Het wil op een hinderlijke wijze steeds maar weer de aandacht op zich vestigen.
Sommigen proberen die aandacht te krijgen door excentriek te doen. Ze worden neurotisch, hysterisch of crimineel.

HENDRIK VAN TEYLINGEN
Maar laat ik wat concreter worden: Hendrik van Teylingen. Ik kende hem van nabij. Toen ik in 1949 -50 aan de VU studeerde, was ik 9 maanden bij het gezin Van Teylingen in pension. Ik maakte hen geregeld mee bij de maaltijden en bij de koffie. In Trouw las ik dat hij een kwaadaardige tumor in de hersenen had. Hij was columnist van Trouw en vanuit zijn ziekbed publiceerde hij zijn laatste artikel. Daarin schreef hij: 'De tumor in mijn hoofd is versteend verdriet. Verdriet om het gebrek aan liefde dat ik ontvangen heb van mijn vader, de dominee'.

Ik heb daarop gereageerd: 'Beste Henk', - zo heette hij vroeger -'voorop gezet: mijn innig meeleven met je ziekte en verdriet. Ook al lijkt er geen zicht op genezing, toch blijf ik voor je bidden. Ik heb je artikel gelezen. Naar aanleiding daarvan deze vraag: Zou het goed zijn, als je je kijk op je vader wat meer zou relativeren? Realiseer je dat ook hij zeer waarschijnlijk zonder de lichamelijke tederheid waaraan elk kind behoefte heeft, is opgevoed? In die tijd zag men de noodzaak daarvan niet zo in. Zou het bovendien beter zijn wat meer te spreken over 'mijn vader, zoals ik hem zag' en minder: 'zoals hij werkelijk was'?
In die 9 maanden dat ik jullie gezinsleven mocht meemaken heb ik hem leren kennen als een hoffelijke christen. Zeker, hij was gefrustreerd, maar toch oprecht. Hij kón geen warmte geven. Hij was een kamergeleerde. Zijn preken boeiden mij totaal niet. Maar je moeder hield van hem. Dat was duidelijk. Zij zag in hem blijkbaar iets anders dan jij. Bedenk dat ook'. Tot zover mijn brief.

Aanvankelijk van hoe hij zou reageren, hoopte ik een nieuwe brief te kunnen schrijven, waarin ik hem voorzichtig op het evangelie zou kunnen wijzen, maar hij stierf spoedig daarna.

VOORSPELLINGEN
Onlangs gaf iemand mij zijn boek 'De grote verschuiving van de aardas in 1998 - Roman'. De omslag vermeldt: 'In dit boek maakt Hendrik van Teylingen zich zorgen over de verschuiving van de aardas in 1998 die hem door verschillende bronnen is voorzegd'. Commentaar: Ik geloof zeer beslist in de mogelijkheid van profetie als een gave van God voor onze tijd. Maar profetieën kunnen ook voortkomen uit het verlangen naar de warmte van de publieke belangstelling, wanneer de 'profeet' zoals bij Henk het geval was, de liefde in de vorm van lichamelijke tederheid heeft gemist.
Op pagina 204 zegt hij dat zijn huidige vriendin Pré een helderziende is, en hem heeft voorspeld dat hij 97 jaar zou worden, maar hij stierf toen hij 61 was. Ook zijn vriendin wilde blijkbaar interessant zijn door het spuien van voorspellingen.
Ook zij had waarschijnlijk in haar jeugd de nodige warmte gemist.

ZIJN STERVENDE MOEDER
'Ze (zijn moeder) keek me opeens fel aan en zei met een scherpte alsof mijn hoofd moest rollen: 5 vrouwen! Ze had het goed bijgehouden: 4 echtgenoten en een vriendin' (pagina 72).
Commentaar: Bij al die vijf vrouwen heeft Henk gezocht naar de warmte van de liefde, maar hij deed dat met een ziel die verkromd was tot echocentrisme.
Echte liefde voor een ander kón hij niet opbrengen, omdat hij steeds maar op zoek was naar de liefde die hij had gemist. En dat moeten al die vrouwen hebben aangevoeld: Het gaat Henk niet om mij, maar om hemzelf. Zulke huwelijken moesten dan ook wel stuk gaan. Toch heb ik enorm met Henk te doen. Zijn bekentenis deed mij denken aan wat Jezus tegen de Samaritaanse vrouw zei: 'Terecht zegt gij 'Ik heb geen man', want gij hebt 5 mannen gehad, en die gij nu hebt, is uw man niet' (Joh. 4:17-18).

Die vrouw was blijkbaar ook op zoek naar de warmte van de echte liefde, die ze ook nergens vond behalve bij Jezus. Er moet van Hem een geweldige uitstraling van begrijpende, vergevende liefde zijn uitgegaan. Daardoor kwam zij tot geloof.

JEUGDFRUSTRATIES
Bij de begrafenis van zijn moeder zitten er bijna honderd mensen in de aula. Dan houdt Henk een toespraak. 'Ik heb mijn tekst op papier. Ik heb besloten niemand naar de mond te praten. Ik ben '…hier stond een vloek die ik liever niet overneem' geen kleine jongen meer. Laten de samengestroomde geloofsgenoten van vader en moeder eens wat anders horen dan dat eeuwige gepreek voor eigen parochie' (pag. 80). En dan verkondigt hij de leer van reïncarnatie.

Commentaar:
Henk is hier eerlijk. Het is duidelijk: Hij heeft zijn hele leven zichzelf gezien in de hoek van 'de kleine jongen', die echter ook wil meetellen. Hij heeft die jeugdfrustraties nooit goed verwerkt. Henk was lange tijd de leider van de Hara Krishna-beweging in Nederland. Hij liep met een kaalgeschoren hoofd en in een geel gewaad en zocht zo zonder dat hij zich dat bewust was, een surrogaat van de liefde: De aandacht op zichzelf vestigen. Maar natuurlijk kreeg hij ook daar onenigheid.

ZILVEREN RIJKSDAALDERS
Ik wil ook nog dit voorval noemen, dat Henk vermeldt in zijn boek 'Zorgvliet'. Ik spaarde destijds zilveren guldens. Ineens miste ik ze. Het bleek dat Henk ze gestolen had. Zijn vader nam hem - hij was toen 11 jaar - mee naar een kamertje en gaf hem een enorme aframmeling. Het doet mij nog verdriet als ik dat gestommel en gesnuif in mijn herinnering hoor. Zijn vader zal gedacht hebben aan Spreuken 13:24. Maar hij besefte niet dat hij de haat in het hart van zijn zoon sloeg. Henk werd een vulkaan van machteloze woede. Het kan gezond zijn dat een kind eens een pak voor zijn broek krijgt, als het tot het uiterste blijft treiteren, maar:
Zo'n afstraffing mag nooit voortkomen uit de dolle drift van een vader of moeder die er maar op los slaat; Als een kind daarnaast via de tederheid merkt dat zijn vader echt van hem houdt, zal hij dat diep in zijn hart billijken. Dat zou Henk waarschijnlijk ook gedaan hebben, want het was toch wel een beetje gemeen om te stelen van iemand die helemaal van de diaconie, van de 'geef', moest leven. Want als ex-priester was ik straatarm. Daarom opnieuw: Vaders en moeders, gelooft u in de Schrift van kaft tot kaft, verbittert uw kinderen niet!!!!

ds. H.J. Hegger