Uw Naam worde geheiligd

Jan van Barneveld • 88 - 2012 • Uitgave: 11
De hemel straalt en galmt van Gods heiligheid. Serafs roepen elkaar toe: ‘Heilig, heilig, heilig is de HERE der heerscharen, de hele aarde is vol van zijn heerlijkheid’ (Jesaja 6:3). Dag en nacht klinkt hun lofprijs: ‘Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt’ (Openbaring 4:8). In het licht van Gods heiligheid kan zonde en onreinheid niet bestaan. “Wee mij, ik ga ten onder”, roept Jesaja. Wat hebben Pinksteren en Gods heiligheid te maken met Israël, dat in de Bijbel zo vaak het ‘heilige volk’ wordt genoemd? En met de gemeenschap van gelovigen, de Gemeente van Christus?

Twee feesten?
Pinksteren is één van de drie grote ‘feesttijden van de HERE’ die in Leviticus 23 worden voorgeschreven. Feesten die de Heilige van Israël met Zijn volk wil vieren. Het ‘Wekenfeest’ of Sjavoe’ot valt zeven weken na Pesach (Pasen). Aanvankelijk was het een oogstfeest. Door de ballingschap kwam de nadruk te liggen op ‘het licht van de Sinaï, dat in de synagoge wordt weerkaatst’ (Rabbijn De Vries), het feit dat de Thora via Mozes aan Israël is toevertrouwd (Romeinen 3:2). De geboden en verboden waren een gift van God aan Israël met het doel het volk voor de HERE te heiligen. ‘U zult voor Mij een koninkrijk van priesters zijn en een heilig volk’ (Exodus 19:6) zei de HERE vlak voordat Hij vanaf de Sinaï de ‘Tien Woorden’ tegen Israël sprak.
De Thora moest het volk weghouden van de wereld en de afgoden, dus heiligen. Wij vieren de komst van de Heilige Geest. ‘De Geest van heiliging’ (Romeinen 1:4, HSV) noemt Paulus Hem. Ook voor ons: heiliging. Dat is Gods wil. ‘Want dit wil God: uw heiliging’ (1 Tessalonicenzen 4:3). Pasen is het feest van onze redding en Pinksteren van onze heiliging. Heiliging voor Gods Aangezicht is een belangrijk aspect dat het Joodse Pesach en het christelijke Paasfeest gemeenschappelijk hebben. Waarom is dit zo belangrijk?

De Heilige van Israël
Alles wat met God te maken heeft is heilig of moet geheiligd worden. Engelen, eerstgeborenen, voorwerpen voor de eredienst in de tempel en de tabernakel, de berg Sion, samenkomsten tijdens de feesten. Voor belangrijke, geestelijke gebeurtenissen moest het volk of moesten de priesters geheiligd worden. De genodigden tot het bruiloftsmaal van het Lam werden gekleed in smetteloos fijn linnen (Openbaring 19:6-9). De gast zonder bruiloftskleed werd buitengesloten. Ook voor Israël geldt dit. ‘Uw volk zal geheel uit rechtvaardigen bestaan’, voorzegt Jesaja 60:21. We worden dan ook ernstig vermaand: ‘Jaagt naar de vrede met allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien’ (Hebreeën 12:14).
Waarom deze nadruk op heiliging? Dit raakt een wonderlijke en heerlijke openbaring van Gods grote genade en liefde. We citeren: ‘Ik zal in het midden van de Israëlieten wonen en Ik zal hun tot een God zijn’ (Exodus 29:45). Daartoe werden de tabernakel en beide tempels gebouwd. Onder Gods heilige heerlijkheid werden de tabernakel en de tempel van Salomo ingewijd. ‘En zij zullen Mij een heiligdom maken, en Ik zal in hun midden wonen’ (Exodus 25:8). Paulus zegt over de Gemeente: ‘Weten u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont?… Want de tempel van God, en dat bent u, is heilig’ (1 Korintiërs 3:16,17). Het grote, onbegrijpelijke, machtige wonder is dat de hoge en heilige God, door de Heilige Geest bij en in ons wil wonen. Hij is ‘de Koning der koningen en de Here der heren, die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont… en die geen mens kan zien’ (1 Timoteüs 6:15,16), Hij wil bij ons zijn. Een heilig God kan alleen bij geheiligde en heilige mensen wonen.

Toekomst
Heiliging heeft direct te maken met onze dagelijkse wandel, met ons rennen, hollen en vliegen, met onze omgang met de mensen om ons heen. Petrus vermaant ons dan ook: ‘Zoals Hij die u geroepen heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw wandel; er staat immers geschreven: Weest heilig want Ik ben heilig’ (1 Petrus 1:15,16). Op deze weg hebben we de hulp van Gods Geest hard nodig. De Heilige Geest was de sturende en leidende kracht van de eerste gemeente: ‘Zij werd opgebouwd en wandelde in de vreze des Heren en zij nam in aantal toe, door de bijstand van de heilige Geest’ (Handelingen 9:31).
Vooral in deze bijna-eindtijd is de heiliging én voor Israël én voor de Gemeente van extra groot belang. Voor Israël is een grote rol weggelegd als de wereld onder het gezag van Gods Woord wordt gebracht. ‘Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de HERE uit Jeruzalem’ (Jesaja 2:3). Een voorwaarde voor Israël is: ‘Huis van Jakob, komt, laten wij wandelen in het licht van de HERE’ (Jesaja 2:5). Dan zal Israël tot zegen zijn voor de volken (Zacharia 8:13). Dan is vervuld wat de HERE beloofd heeft: ‘Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt’ (Ezechiël 36:27).
Voor ons en voor Israël gaat de weg van heiligmaking, de weg naar Gods doel met ons, langs Geest en Woord. Het Woord alleen verstart. Alleen Geest verwart. En wij, wij als Gemeente van Christus, groeien onder de leiding van de heilige Geest, op ‘tot een tempel, heilig in de Here… tot een woonstede van God in de Geest’ (Efeziërs 2:21,22). Dan komt onze hemelse Vader, de God van Israël, tot Zijn doel, als het nieuw Jeruzalem neerdaalt uit de hemel: ‘Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen en God Zelf zal bij hen zijn’ (Openbaring 21:3).

En wij?
Langs de heilige weg van de Geest en het Woord zijn we onderweg. Als de Gemeente die weg gaat, zullen we ervaren hoe ‘de heiligheid uw (Gods) huis tot sieraad is’ (Psalm 93:5). Zo zullen onze bijeenkomsten ‘heilige samenkomsten en feesttijden voor de HERE’ (Leviticus 23:1-4) worden. Tot zegen van Israël en redding van velen. Totdat Hij komt.

Jan van Barneveld