Ultraorthodoxe Joden: een serieus probleem
Een bijzondere groep Joden wordt gevormd door de ultraorthodoxe Joden. Een groep waar buitenstaanders lastig contact mee krijgen. Door (politieke) veranderingen in Israël lijkt het land moeilijk regeerbaar.
De ultraorthodoxe Joden worden ook wel Charedim genoemd (chared = beven) in Jesaja 66:5 - u die beeft voor zijn woord). Jongemannen studeren aan een jesjiva: een Talmoedschool bedoeld voor jongens en ongehuwde jongemannen. Mannen houden zich voornamelijk bezig met studie van de Thora (de 5 boeken van Mozes) en de Talmoed. De Talmoed bevat veel geschriften van rabbijnen en wordt door ultraorthodoxe Joden beschouwd als de mondelinge Thora.
In Israël vormen zij een minderheid van zo’n 12 procent en leven met name in Bnei Brak, een stad ten oosten van Tel Aviv, in Bet Shemesh, een stad ten westen van Jeruzalem en in Kiryat Hayovel, een wijk in het zuidwesten van Jeruzalem. De mannen krijgen een uitkering voor hun studeren, het zijn vooral de vrouwen, die een betaalde (deeltijd)baan hebben.
Wettisch
Ultraorthodoxe Joden hebben strenge leefregels. Er zijn strikte kledingvoorschriften voor mannen en vrouwen, in het openbaar dienen mannen en vrouwen gescheiden te zijn: in het openbaar vervoer. In theaters, in winkels, bij de Klaagmuur, in de synagoge, enz. Zelfs in vliegtuigen wordt moeilijk gedaan als ultraorthodoxe mannen een plaats krijgen toegewezen naast een vrouw. Omgang met mensen buiten hun geloofsgemeenschap ligt moeilijk, zelfs in de speeltuin mogen hun kinderen niet spelen met andere kinderen.
Charedim zijn niet alleen streng voor zichzelf. Zij willen hun wetten opleggen aan andere Israëliërs. Zo worden op sabbat straten afgezet met koorden. Auto’s, die door een Charedische wijk rijden, lopen gevaar op steniging. Als een wijk getalsmatig langzamerhand door hen wordt overgenomen, kan dat in zo’n wijk tot botsingen leiden.
Dienstplicht
Charedim dragen weinig bij tot de economie in het land en zijn vrijgesteld van militaire dienstplicht. Dat is geen probleem, zolang hun aantal relatief klein is, hoewel het kwaad bloed zet bij reguliere Joden. In 2017 heeft het Israëlische hooggerechtshof bepaald dat vrijstelling van militaire dienstplicht voor ultraorthodoxe Joden moet vervallen. Sindsdien is geprobeerd om dat in wetgeving om te zetten. Dat is niet gelukt in de regering van premier Benjamin Netanyahu, die in december 2018 ten val kwam.
De Israëlische parlementsverkiezingen van 9 april 2019 hebben ook geen oplossing geboden. Zowel de rechtse Likoed partij van Netanyahu als de centrumlinkse fusiepartij Blauw en Wit kregen allebei 35 zetels in de 120 leden tellende Knesset, het Israëlische parlement. Beide partijen waren aangewezen op ultraorthodoxe partijen om een regering te kunnen vormen, terwijl die partijen geen militaire dienstplicht voor ultraorthodoxe Joden willen invoeren. Een alternatief zou zijn een regering van nationale eenheid van de partijen Likoed enerzijds, en Blauw en Wit anderzijds. Maar Likoed zag dat niet zitten, terwijl Blauw en Wit dat alleen wilde op voorwaarde dat Netanyahu niet meedeed. Inmiddels zijn er op 17 september 2019 opnieuw verkiezingen gehouden in Israël, waarbij Likoed enkele zetels heeft verloren. Een coalitie vormen blijft lastig en het wettelijk invoeren van dienstplicht voor Charedim eveneens.
Overigens is een nieuwe wet niet de enige oplossing voor dit probleem. Charedische dienstplichtigen kunnen problemen opleveren doordat ze niet met vrouwen in contact mogen komen en dat is eigenlijk onvermijdelijk in het Israëlisch defensieleger (IDF), waar veel vrouwen deel van uitmaken.
Daarbij komt dat ultraorthodoxe Joden een veel hogere bevolkingsgroei hebben dan andere Joden in Israël en dan wordt de situatie nog moeilijker. Blijft het land nog wel regeerbaar? Reguliere Joden realiseren zich ongemakkelijk dat zij over enkele decennia een minderheid vormen in Israël als de Charedim ruim 30 procent van de Israëliërs zullen uitmaken en de Arabieren ruim 20 procent. Dan zal de invloed van ultraorthodoxe partijen steeds groter worden.
Tempel
De druk op het bouwen van een nieuwe tempel zal ook toenemen. Joden weten dat er een tempel zal zijn als de Messias komt (Maleachi 3:1). Wij weten dat die Messias, Christus, al gekomen is. Maar ook dat er in de eindtijd, tijdens de grote verdrukking, een Joodse tempel zal zijn, waarin de laatste wereldheerser, het Beest uit de zee (Openbaring 13), zich zal zetten om zich te laten aanbidden (2 Thessalonicenzen 2:4). Een nieuwe tempel ligt dus in de lijn der profetische verwachtingen en de toenemende invloed van ultraorthodoxe Joden sluit daar naadloos bij aan. Ondanks dat diverse Arabische landen steeds positiever doen naar Israël, die ze beschouwen als een bondgenoot tegen Iran, ligt het politiek nu nog te gevoelig om een nieuwe tempel te bouwen op de tempelberg. Maar als bijvoorbeeld God op bovennatuurlijke wijze ingrijpt bij de door Ezechiël voorzegde oorlog tegen Israël (Ezechiël 38:21-39:7), zal de buitenlandse en binnenlandse weerstand tegen een nieuwe tempel zo afgenomen kunnen zijn dat er daadwerkelijk een nieuwe tempel gebouwd zal worden.
Hoop
In de tussentijd lijken de Charedim onbereikbaar voor het Evangelie. Maar er is hoop. Op allerlei manieren wordt geprobeerd om hen te bereiken. Christenen reizen naar Israël om huizen op te knappen, te werken in gaarkeukens of andere vormen van liefdadigheid.
“Israël en de Bijbel” houdt zich bezig met het uitdelen van een tweetalige Tenach (Oude Testament) aan Joden. Als zij zover komen om het Oude Testament te gaan lezen in plaats van de Talmoed, dan kunnen ze tot de ontdekking komen dat Messiaanse profetieën in de Tenach inderdaad wijzen naar Jesjoea (Jezus). Soms zijn Joden zelfs bereid om tweetalige Nieuwe Testamenten aan te nemen. Als ze die lezen komen ze tot de verrassende ontdekking dat het Nieuwe Testament een zeer Joods boek is en niet, zoals zij denken, antisemitisch.
In Israël is de organisatie One For Israël actief, waarin Israëliërs proberen om landgenoten te bereiken met het Evangelie. Op hun YouTube kanaal staan veel getuigenissen van bekeerde Joden in het Engels en het Hebreeuws. Verder ook evangelieboodschappen, waarbij soms wordt geciteerd uit de Talmoed, teneinde ultraorthodoxe Joden meer te bereiken. Er zijn zelfs ultraorthodoxe rabbijnen die tot bekering zijn gekomen en nu zelf evangeliseren.
Gods Geest is aan het werk onder ultraorthodoxe Joden in Israël, en misschien zullen uit hen wel veel van de 144.000 Israëlieten (Openbaring 7 en 14) voortkomen, die in de eindtijd zullen evangeliseren. Maranatha!
Kees Noorlander
De ultraorthodoxe Joden worden ook wel Charedim genoemd (chared = beven) in Jesaja 66:5 - u die beeft voor zijn woord). Jongemannen studeren aan een jesjiva: een Talmoedschool bedoeld voor jongens en ongehuwde jongemannen. Mannen houden zich voornamelijk bezig met studie van de Thora (de 5 boeken van Mozes) en de Talmoed. De Talmoed bevat veel geschriften van rabbijnen en wordt door ultraorthodoxe Joden beschouwd als de mondelinge Thora.
In Israël vormen zij een minderheid van zo’n 12 procent en leven met name in Bnei Brak, een stad ten oosten van Tel Aviv, in Bet Shemesh, een stad ten westen van Jeruzalem en in Kiryat Hayovel, een wijk in het zuidwesten van Jeruzalem. De mannen krijgen een uitkering voor hun studeren, het zijn vooral de vrouwen, die een betaalde (deeltijd)baan hebben.
Wettisch
Ultraorthodoxe Joden hebben strenge leefregels. Er zijn strikte kledingvoorschriften voor mannen en vrouwen, in het openbaar dienen mannen en vrouwen gescheiden te zijn: in het openbaar vervoer. In theaters, in winkels, bij de Klaagmuur, in de synagoge, enz. Zelfs in vliegtuigen wordt moeilijk gedaan als ultraorthodoxe mannen een plaats krijgen toegewezen naast een vrouw. Omgang met mensen buiten hun geloofsgemeenschap ligt moeilijk, zelfs in de speeltuin mogen hun kinderen niet spelen met andere kinderen.
Charedim zijn niet alleen streng voor zichzelf. Zij willen hun wetten opleggen aan andere Israëliërs. Zo worden op sabbat straten afgezet met koorden. Auto’s, die door een Charedische wijk rijden, lopen gevaar op steniging. Als een wijk getalsmatig langzamerhand door hen wordt overgenomen, kan dat in zo’n wijk tot botsingen leiden.
Dienstplicht
Charedim dragen weinig bij tot de economie in het land en zijn vrijgesteld van militaire dienstplicht. Dat is geen probleem, zolang hun aantal relatief klein is, hoewel het kwaad bloed zet bij reguliere Joden. In 2017 heeft het Israëlische hooggerechtshof bepaald dat vrijstelling van militaire dienstplicht voor ultraorthodoxe Joden moet vervallen. Sindsdien is geprobeerd om dat in wetgeving om te zetten. Dat is niet gelukt in de regering van premier Benjamin Netanyahu, die in december 2018 ten val kwam.
De Israëlische parlementsverkiezingen van 9 april 2019 hebben ook geen oplossing geboden. Zowel de rechtse Likoed partij van Netanyahu als de centrumlinkse fusiepartij Blauw en Wit kregen allebei 35 zetels in de 120 leden tellende Knesset, het Israëlische parlement. Beide partijen waren aangewezen op ultraorthodoxe partijen om een regering te kunnen vormen, terwijl die partijen geen militaire dienstplicht voor ultraorthodoxe Joden willen invoeren. Een alternatief zou zijn een regering van nationale eenheid van de partijen Likoed enerzijds, en Blauw en Wit anderzijds. Maar Likoed zag dat niet zitten, terwijl Blauw en Wit dat alleen wilde op voorwaarde dat Netanyahu niet meedeed. Inmiddels zijn er op 17 september 2019 opnieuw verkiezingen gehouden in Israël, waarbij Likoed enkele zetels heeft verloren. Een coalitie vormen blijft lastig en het wettelijk invoeren van dienstplicht voor Charedim eveneens.
Overigens is een nieuwe wet niet de enige oplossing voor dit probleem. Charedische dienstplichtigen kunnen problemen opleveren doordat ze niet met vrouwen in contact mogen komen en dat is eigenlijk onvermijdelijk in het Israëlisch defensieleger (IDF), waar veel vrouwen deel van uitmaken.
Daarbij komt dat ultraorthodoxe Joden een veel hogere bevolkingsgroei hebben dan andere Joden in Israël en dan wordt de situatie nog moeilijker. Blijft het land nog wel regeerbaar? Reguliere Joden realiseren zich ongemakkelijk dat zij over enkele decennia een minderheid vormen in Israël als de Charedim ruim 30 procent van de Israëliërs zullen uitmaken en de Arabieren ruim 20 procent. Dan zal de invloed van ultraorthodoxe partijen steeds groter worden.
Tempel
De druk op het bouwen van een nieuwe tempel zal ook toenemen. Joden weten dat er een tempel zal zijn als de Messias komt (Maleachi 3:1). Wij weten dat die Messias, Christus, al gekomen is. Maar ook dat er in de eindtijd, tijdens de grote verdrukking, een Joodse tempel zal zijn, waarin de laatste wereldheerser, het Beest uit de zee (Openbaring 13), zich zal zetten om zich te laten aanbidden (2 Thessalonicenzen 2:4). Een nieuwe tempel ligt dus in de lijn der profetische verwachtingen en de toenemende invloed van ultraorthodoxe Joden sluit daar naadloos bij aan. Ondanks dat diverse Arabische landen steeds positiever doen naar Israël, die ze beschouwen als een bondgenoot tegen Iran, ligt het politiek nu nog te gevoelig om een nieuwe tempel te bouwen op de tempelberg. Maar als bijvoorbeeld God op bovennatuurlijke wijze ingrijpt bij de door Ezechiël voorzegde oorlog tegen Israël (Ezechiël 38:21-39:7), zal de buitenlandse en binnenlandse weerstand tegen een nieuwe tempel zo afgenomen kunnen zijn dat er daadwerkelijk een nieuwe tempel gebouwd zal worden.
Hoop
In de tussentijd lijken de Charedim onbereikbaar voor het Evangelie. Maar er is hoop. Op allerlei manieren wordt geprobeerd om hen te bereiken. Christenen reizen naar Israël om huizen op te knappen, te werken in gaarkeukens of andere vormen van liefdadigheid.
“Israël en de Bijbel” houdt zich bezig met het uitdelen van een tweetalige Tenach (Oude Testament) aan Joden. Als zij zover komen om het Oude Testament te gaan lezen in plaats van de Talmoed, dan kunnen ze tot de ontdekking komen dat Messiaanse profetieën in de Tenach inderdaad wijzen naar Jesjoea (Jezus). Soms zijn Joden zelfs bereid om tweetalige Nieuwe Testamenten aan te nemen. Als ze die lezen komen ze tot de verrassende ontdekking dat het Nieuwe Testament een zeer Joods boek is en niet, zoals zij denken, antisemitisch.
In Israël is de organisatie One For Israël actief, waarin Israëliërs proberen om landgenoten te bereiken met het Evangelie. Op hun YouTube kanaal staan veel getuigenissen van bekeerde Joden in het Engels en het Hebreeuws. Verder ook evangelieboodschappen, waarbij soms wordt geciteerd uit de Talmoed, teneinde ultraorthodoxe Joden meer te bereiken. Er zijn zelfs ultraorthodoxe rabbijnen die tot bekering zijn gekomen en nu zelf evangeliseren.
Gods Geest is aan het werk onder ultraorthodoxe Joden in Israël, en misschien zullen uit hen wel veel van de 144.000 Israëlieten (Openbaring 7 en 14) voortkomen, die in de eindtijd zullen evangeliseren. Maranatha!
Kees Noorlander