Ufo’s in de eindtijd (5)
Waarom maakt de duivel juist gebruik van ufo’s in de eindtijd?
In deze serie over ufo’s en alles wat daarmee samenhangt hebben we opmerkelijke zaken voorbij zien komen. We hebben gezien dat mensen van allerlei tijden en culturen al ufo’s zagen, dat er sprake is van een echt fenomeen en geen verzinsel, dat dit niet buitenaards maar paranormaal moet worden geduid en dat er een sterke verbinding is met het occulte.
Bij volgers van deze serie zal inmiddels de vraag opgekomen zijn hoe dit mogelijk is, want hoe kan het dat de duivel van ufo’s gebruik maakt om mensen te misleiden? Geloven in het bestaan van de duivel en de macht van het kwaad is nog tot daaraantoe, maar dat dit zo concreet is dat er opnames van gemaakt kunnen worden en dat zelfs instrumenten van het Amerikaanse leger het registreren, dat gaat voor velen een brug te ver. Dat schuurt. Toch is dat niet terecht, want de duivel is een concrete persoonlijke macht, leert de Bijbel. Hij handelt gericht en grijpt in onze werkelijkheid in om mensen te misleiden en los te weken van God.
De duivel ook vandaag nog actief
Wij leven in een tijd dat er nog maar weinig mensen überhaupt geloven in het bestaan van de duivel. In Nederland is dat slechts 18 procent van de bevolking en onder christenen is dat nog maar 22 procent (!).[1] Het geloof in het bestaan van de duivel lijkt niet meer van deze tijd. Maar of de duivel bestaat of niet, hangt niet af van het feit of wij in hem geloven.
De Bijbel laat heel duidelijk zien dat hij er is en dat hij de vorst van deze gevallen wereld is. Denk maar aan het verhaal van de verzoeking van onze Heer Jezus in de woestijn. Daar verschijnt de duivel persoonlijk aan Jezus en probeert hij Hem te verleiden. Als Jezus voor hem knielt zal hij Hem alle koninkrijken van de wereld geven, want ‘ik kan daarover beschikken en geef het aan wie ik wil’ (Lukas 4:6). De duivel is een wezen met concrete macht. Hij is een geestelijke vorst (zie bijvoorbeeld Job 1 en 2). Hij heeft als machthebber zijn toegeëigende plaats verlaten door tegen God op te staan, en dat is niet veranderd; hij heeft macht en die macht uit zich erin dat hij concreet in het fysieke kan ingrijpen. Dat hoeft ons niet te verbazen. Iemand die bezeten is door een demon bijvoorbeeld heeft fysieke uitingen als de demon verschijnt. Zijn of haar stem kan veranderen of iemand kan talen spreken die hij of zij niet machtig is. Dit is allemaal empirisch vast te stellen en eventueel op te nemen met instrumenten. Het is een fysieke uitwerking van het kwaad. Hetzelfde geldt voor andere occulte praktijken als ouija-borden, glaasje draaien en poltergeist-activiteiten. Ook hierin wordt het kwaad tastbaar en meetbaar in ons bestaan en ook dat kan onderzocht worden en geregistreerd.
Het is ook een Bijbels gegeven dat de duivel in kan grijpen in de werkelijkheid. Het verhaal van Job is een goed voorbeeld. De duivel handelt daar door de natuur, door ziekte en door mensen. Het kwaad heeft concrete macht. Het manifesteert zich in en maakt gebruik van onze werkelijkheid. Daarbij oefent de duivel deze macht altijd uit met één doel: mensen vernietigen door hen van God, Jezus en het Evangelie weg te houden en los te trekken. Als het kwaad zich manifesteert in onze werkelijkheid is dat om dit te bereiken. Vaak gaan deze verschijnselen dan ook gepaard met misleiding, zinsbegoocheling en halve waarheden, waarbij dat wat goed en waar is wordt verdraaid. De duivel probeert ons zo voortdurend een rad voor de ogen te draaien.
Ufo’s als uiting van het kwaad
Het is dus niet vreemd om aan te nemen dat de duivel gebruik kan maken van het fysieke en dat hij en zijn trawanten zich kunnen manifesteren in onze werkelijkheid, deels paranormaal, deels binnen het normale van onze realiteit. En als ufo’s occult zijn, zullen we dat dus ook daar zien. Ook die zullen geestelijk én fysiek even misleidend zijn als al het andere waarvan het kwaad gebruik maakt.
Opvallend is dat we dat ook daadwerkelijk gezien hebben. Ufo’s verschijnen, maar blijven altijd ongrijpbaar. Zelfs als ze geregistreerd worden op camera’s, apparatuur of met behulp van meetinstrumenten, blijven ze buiten ons begrip. Ze lijken soms te spelen met ons en onze technologische middelen. Ufo-verschijningen blijven een combinatie van normaal en paranormaal, van natuurlijk en bovennatuurlijk. Dat is precies overeenkomstig de standaard werkwijze van de duivel en zijn demonen en overeenkomstig veel bekende occulte praktijken en manifestaties. Ook die blijven altijd ongrijpbaar en misleidend. Daarnaast zijn de boodschappen en leringen die mensen beweren te krijgen van ufo’s en de wezens die ze besturen en controleren, misleidend. Er is een fixatie op de Bijbel, het Evangelie en met name de persoon en het verlossingswerk van Jezus. Steeds is de boodschap dat mensen zelf god zijn, dat God niet drie in één is, dat Jezus niet Gods Zoon en Verlosser is, dat de Bijbel anders begrepen moet worden, etc. Ufo’s zijn zo een moderne manifestatie van het kwaad waardoor de duivel mensen van deze tijd probeert los te weken van het goede, van God en Zijn Evangelie. Het past feilloos binnen het scala van middelen die de duivel en zijn trawanten daar al eeuwen voor gebruiken.
God geeft grenzen
Daarbij zij wel gezegd dat de duivel niet zomaar en onbeperkt kan ingrijpen en binnentreden in onze werkelijkheid. God is ook hierin soeverein. Hij bepaalt welke ruimte het kwaad mag innemen. Vooral in het Oude Testament zien we daar voorbeelden van. Zo zien we in de geschiedenis van Job dat de duivel alleen dat kan doen waar God hem de ruimte voor geeft; aanvankelijk kan hij Jobs gezondheid bijvoorbeeld niet aantasten. Pas als God hem daarvoor de ruimte geeft, wordt dit mogelijk en wordt Job getroffen door zweren.
En dat brengt ons bij de conclusie van dit artikel. Het is niet vreemd of ongehoord dat het kwaad werkt met behulp van de misleiding door ufo’s. Het past binnen de modus operandi van het kwaad en komt overeen met wat de Bijbel daarover leert. Het komt ons als moderne mensen wellicht vreemd voor, maar dat zegt meer over ons en onze visie op het kwaad dan over de Bijbelse werkelijkheid. God geeft soms ruimte aan het kwaad om zo concreet in te grijpen. En daarin ligt dan ook de sleutel tot de kern van deze kwestie, want de vraag moet niet zijn: hoe kan dit? De vraag moet zijn: waarom? Waarom laat God dit toe? En waarom juist nu?
De volgende keer ga ik daar, in het slotartikel van deze serie, op in. Het is volgens mij geen toeval dat wij in de tijd leven dat we hier zo nadrukkelijk mee geconfronteerd worden. Het past binnen de plannen van God met deze wereld op weg naar de terugkomst van de Heer, maar daarover de volgende keer meer.
Roelof Ham
[1] Zie rapport ‘Christenen in Nederland’ van het SCP (2018) – online te downloaden op: www.scp.nl