“U moet weer naar de kerk gaan!”

Feike ter Velde • 91 - 2015 • Uitgave: 21
Antwoord op angstgevoelens

Europa wordt overspoeld met vluchtelingen uit het Midden-Oosten. Dat wil zeggen vooral islamieten. De islam wordt terecht gezien als een bedreiging voor het christelijk geloof, zoals dat sinds de zevende eeuw met de komst van Mohammed het geval is geweest. De enorme stroom vluchtelingen richting het Westen brengt overal angstgevoelens met zich mee onder Europeanen. Er is veel strijd over het aantal op te nemen vluchtelingen.
Wat is het antwoord op die angstgevoelens? Bondskanselier Angela Merkel gaf daarop een antwoord: “Europa moet voor het christelijke geloof uitkomen.” Dat geldt ook voor ieder persoonlijk!


De grote stroom vluchtelingen uit het Midden-Oosten wekt niet alleen grote onrust en angstgevoelens onder Europeanen, maar ook politieke spanningen in de verschillende verhoudingen binnen Europa. Niet alleen Noord versus Zuid, maar vooral ook West versus Oost. Oost-Europese landen wijzen krachtig de instroom van vluchtelingen in hun landen af. Iedere regering moet uiteraard de eigen afwegingen maken en rekening houden met het klimaat in eigen land. Niet overal is de stemming echter menselijk en niet overal wordt mededogen gezien met zoveel ontheemden.
Sommige landen rondom Syrië, het meest getroffen land in alle chaos, doen veel, althans scheppen ruimte voor deze mensen. Libanon telt zo’n 1,5 miljoen vluchtelingen op een eigen bevolking van 4,5 miljoen. Scholen in Libanon bieden onderwijs aan voor honderdduizend Syrische kinderen. Op sommige basisscholen zitten meer Syrische kinderen dan Libanese kinderen. In Jordanië is het niet veel anders. De Verenigde Naties geven hulp, maar door geldgebrek is dat maar zeer beperkt. Wonen is heel moeilijk, vooral met het oog op de komende winter. Er is op grote schaal veel hulp nodig voor deze gebieden. Medische zorg en voorlichting over hygiëne is heel belangrijk als schoon water niet altijd aanwezig is. Kortom: de ellende is vooral groot omdat aan alles gebrek is.
Nederland heeft onlangs vijfentwintig miljoen euro toegezegd voor directe hulp in Libanon. Niet veel, maar het is in ieder geval iets. Ons land geeft ook nog twintig militaire ambulances aan Libanon. Deze activiteiten laten toch ook zien dat Nederland handen en voeten wil geven aan ‘het opvangen van vluchtelingen in de regio’. Dat is een goed streven, maar dat zal niet verhinderen dat de stroom vluchtelingen naar Europa voorlopig zal aanhouden en dat iedereen aan de slag moet.

Wat kunnen we doen?
Van ons wordt vooral op de eerste plaats inlevingsvermogen gevraagd: gezinnen met kinderen, die alles kwijt zijn en hals overkop moesten vluchten. Zij komen hier berooid aan. Vaders en moeder die hun kinderen het beste proberen te geven ook aan schoolopleiding moeten in onze ‘christelijke’ wereld toch op z’n minst op begrip en aanvaarding kunnen rekenen en dan ook op concrete hulp. Velen zullen na de oorlog in Syrië willen terugkeren, anderen zullen proberen hier permanent te blijven.
Nu al zien we inspanning van christenen om concreet te helpen. EO-Metterdaad voert actie. Vorige jaar bezocht EO-directeur Arjan Lock de vluchtelingen in de Libanese Bekaa-vallei. Zij moesten de winter onder barre omstandigheden doorbrengen. Dat zal dit jaar veel erger worden, tenzij er meer hulp komt. Ook World Vision biedt hulp. Een moeder met kinderen zei: “Bij de kachel die we van World Vision hebben gekregen en het hout kunnen we warm blijven, anders waren we misschien wel doodgevroren.”
De winter komt eraan voor heel Europa en dat betekent extra hulp voor de vluchtelingen: behuizing, kleding en voeding.

Zendeling in eigen land
Wat biedt dit grote mogelijkheden! Zonder woorden kunnen we moslims hier de liefde van Christus tonen in praktische hulpverlening. Iedereen kan in de eigen woonomgeving wat doen. In Apeldoorn hebben veel gezinnen vluchtelingen uitgenodigd om bij hen thuis te komen eten. Ook in andere plaatsen werden soortgelijke initiatieven ontwikkeld. Je kunt met kleine dingen al grote blijdschap bezorgen aan mensen zonder hoop.
Er liep hier een gezin uit Syrië op de markt met drie kinderen. Het kleinste meisje van zes jaar keek naar een mooie pop in een kraampje en praatte met haar vader. Hij zei kennelijk nee, want geld was er niet. Ik was de hele dag blij dat ik die pop voor dat meisje had gekocht en die aan haar had gegeven. Ze straalde en de ouders ook. Ik wil dit als voorbeeld gebruiken om te zeggen dat we allemaal wat kunnen doen. Laten we bidden om vindingrijkheid en zo zendeling in eigen land worden.
Ja, maar zeggen veel mensen, Nederland is vol. En nu komen er ook nog eens een paar duizend vluchtelingen bij. Dan zeg ik: In 1914 – tijdens de Eerste Wereldoorlog – kwamen er één miljoen vluchtelingen ons land binnen. Er was hulp, onderkomen en eten voor iedereen. Vandaag moeten we ons plaatsvervangend schamen over de houding van sommigen in ons land, die vluchtelingen bij voorbaat al bestempelen als dieven, verkrachters en uitbuiters. In een groepje vluchtelingen uit Syrië dat in Nederland aankwam, had iemand een bordje gemaakt met het opschrift: “Wees niet bang, wij zijn mensen.”

Liefhebben
Angstgevoelens zijn overal aanwezig. Onder christenen zou dat anders moeten zijn. Daarom zijn de woorden van Bondskanselier Angela Merkel zo treffend: “U moet geen angst hebben voor de moslims. Gaat u weer naar de kerk en leert u weer uw geloof te belijden.”
Dit is een grote waarheid. De ondergang van het christelijk geloof in het Midden-Oosten en Noord-Afrika door de opkomst van de islam had vooral ook te maken met het verval van de kerk in die tijd. Het zwaard van Mohammed was doeltreffend om een kwijnende kerk het onderspit te doen delven.
Geert Wilders en de zijnen hebben een grote mond over het christelijke karakter van ons land, maar de vraag is óf en wát hij afweet van het christelijke geloof en haar innerlijke kracht. Het benoemen van verworvenheden in onze liberale en goddeloze samenleving zijn slechte voorbeelden. De innerlijke kracht van het geloof naar de Schrift betekent concreet dat ‘Hij die in ons is sterker is dan die in de wereld is’ (1 Johannes 4:4). Het moet voor ons helemaal wáár worden: ‘Kinderkens, laten wij liefhebben niet met het woord of met de tong, maar met de daad en in waarheid’ (1 Johannes 3:18).

Het worden mogelijk nog moeilijker tijden in onze vrije wereld. De vraag is: hoe gaan wij – hoe gaat de christelijke Gemeente – daarmee om? Angela Merkel gaf mijns inziens alvast een goede aanzet!

Feike ter Velde