Twee belangrijke uitdagingen voor het christendom:
De westerse wereld en het ‘10/40-raam’
Toen ik de beschikbare historische gegevens over de christelijke en islamitische bevolking over de hele wereld over de afgelopen honderd jaar onderzocht, vond ik dat er gelijke uitdagingen in twee regio’s liggen; de islamitische landen en onze eigen achtertuin; de westerse wereld. In deze regio’s wordt de christelijke kerk geconfronteerd met lastige obstakels. Deze twee regio's en de bijbehorende problematiek zijn duidelijk verschillend in geografie, in cultuur en in oorsprong, maar ook in aard van hindernissen om het Evangelie te verspreiden.
Om al deze uitdagingen effectief het hoofd te bieden, ben ik ervan overtuigd dat we moeten erkennen dat we nieuwe verschillende benaderingen en methoden nodig hebben binnen regionale specifieke culturele verschillen.
Uitdaging 1: de postmoderne westerse Wereld
De eerste grote uitdaging ligt binnen de twee continenten waar het percentage christenen gestaag afneemt: Europa en Noord-Amerika. Toch is het in West-Europa waar de grootste daling in de gehele wereld over de laatste eeuw heeft plaats gevonden. Deze ontwikkelingen moeten ons zeker aansporen om de huidige praktijken en strategieën voor de verkondiging van het evangelie door onze kerken te onderzoeken.
Een eerste stap moet een besef zijn dat het primair de verantwoordelijkheid van de bestaande lokale kerken en christenen is om het Koninkrijk binnen onze eigen gemeenschappen, naties en regio’s te verspreiden. Is het niet vreemd dat zo vaak de westerse kerk op de een of andere manier ervan overtuigd lijkt te zijn dat het zendingsveld altijd ‘overzee’ ligt en dat we zo weinig belangstelling hebben voor de verspreiding of de achteruitgang van de Kerk in onze eigen regio’s en continenten. Is het niet in diezelfde lijn evenzo zinvol voor de huidige sterke en levendige kerk ten zuiden van de Sahara om de primaire verantwoordelijkheid voor de zendingsopdracht in de Noord- en West-Afrikaanse regio op zich te nemen?
Wij, christenen, hebben de belangrijkste boodschap voor de wereld: Gods boodschap van leven in plaats van dood, liefde in plaats van haat, hoop in plaats van wanhoop. Om deze boodschap in vruchtbare grond te zaaien in het huidige Europa en Noord-Amerika, moeten we een manier vinden om het huidige beeld over God, de christenen en de Kerk dat nu bestaat te veranderen onder de algemene bevolking.
Leren van rokers
Gezondheidszorgmedewerkers hebben in sommige opzichten een vergelijkbare taak. Voor hun doelgroepen hebben zij ook een negatieve boodschap net zoals de boodschap van de christenen. Niet roken, anders..., beweeg, anders…, eet gezond, anders… Die boodschap is niet populair en wordt ontvangen met ongeveer hetzelfde gebrek aan enthousiasme als de stem van het hedendaagse westerse christendom, ondanks het feit dat deze boodschappen voor ieders eigen bestwil worden gegeven. De gezondheidswerkers hebben echter hun tactiek veranderd en lijken een interessante en eenvoudige, maar effectieve aanpak te hebben ontdekt. En deze tactiek heeft meetbaar succes opgeleverd bij de preventie van roken. De verschuiving in de benadering was van een nadruk op de ernstige waarschuwingen naar een concentratie op het veranderen van het imago van het roken en de roker. Roken wordt niet meer afgeschilderd als ‘cool’ of populair, maar eerder lomp, asociaal, en misschien zelfs vies. Het imago is dus veranderd.
Bij de evaluatie van de recente antirookcampagnes vind ik een aantal intrigerende lessen. Individuele of verspreide projecten werkten weinig. Programma’s werden daarom opnieuw ontworpen voor de specifieke doelgroepen. De nieuwe modellen waren goed georganiseerd, doelgericht, en werden tegelijkertijd op diverse fronten gezamenlijk uitgevoerd. En ze lieten de gewenste resultaten zien.
Net als de roker de niet-roker minachtte (niet rokers zijn saai en ‘niet cool’), merk ik op dat de ongelovige in de huidige postmoderne westerse cultuur ook negatieve opvattingen heeft over de christenen, de Kerk en bijgevolg ook over God. In hun ogen lijken de christenen:
• Voortdurend bezig met zichzelf;
• Dogmatisch en opdringerig bezig in het leven van anderen;
• Geen relevante antwoorden op belangrijke maatschappelijke vraagstukken te hebben;
• Ongelooflijk verdeeld te zijn.
Hoe anders was het beeld in Handelingen over de christenen. ‘Zij stonden in de gunst van het volk’ (Handelingen 2:47). Waarom was dat zo? ‘Ze waren één van geest...’ (Handelingen 2:46) en hun leven bleek aantrekkelijk voor anderen.
Christenen zullen op de een of andere manier moet leren om de wereld te tonen dat leven volgens Bijbelse normen gezond en positief is. We moeten laten zien dat Gods boodschap de oplossing voor geestelijke chaos is. Een dusdanig leven zal het tastbare resultaat tonen van Gods genade en Zijn vermogen om harten en levens te veranderen, zelfs in onze tijd. Het is duidelijk dat woorden alleen niet genoeg zijn.
Uitdaging 2: Het 10/40-raam
Een gebied waarin het christendom weinig ingang ervaart is het veelbesproken 10/40-raam van de wereld. Het is dat deel van de wereld dat ligt in het rechthoekige gebied van Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Azië tussen ongeveer 10 en 40 graden noorderbreedte. Dit is het gebied waar de meerderheid van de bevolking moslim, hindoe en boeddhist is.
Dat gebied heeft de afgelopen vijftig jaar een toenemende mate van belangstelling van de christelijke zending gekregen. Hier is de weerstand tegen het christendom formidabel en veel genade, energie en vindingrijkheid zal nodig zijn voor de opbouw van de Kerk van Christus. Zoals al herhaaldelijk aangetoond, zijn de traditionele methoden en technieken tot gemeentestichting en het maken van discipelen niet altijd overal geschikt. Vrucht kan zich ontwikkelen door christelijke ambassadeurs van het Evangelie, die baanbrekend, relaties opbouwend, nederig van hart zijn en voorbereid op de eenzame, frustrerend en vaak lange en ogenschijnlijk vruchteloze inspanning. Vaak alleen levend te midden van mensen uit een vaak vijandige en vreemde cultuur terwijl het opbouwen van een één-op-één interpersoonlijk vertrouwen op basis van getoond respect en liefde nodig is.
Door het houden van een enquête onder jongeren die de Europese Mission-Net conferentie bijwoonden, blijkt helaas duidelijk dat het vooruitzicht van een geïsoleerde zendingspost niet erg populair is. De jongeren van vandaag geven de voorkeur aan mogelijkheden van gemeenschap en aanbidding die zij vinden in groepen. Hier stuiten we op een grote moeilijkheid.
Vanuit het huidige perspectief realistisch vooruitblikkend, ontwikkelt christelijk werk in de moeilijkste regio’s zich in een langzaam proces, met uitzondering van Iran. Dit land kent momenteel een verrassend sterke christelijke groei en is een land waar christelijke organisaties goede resultaten boeken.
Christelijke hulpverlening
Over zending ben ik vaak bang dat we het zicht op het ware doel verliezen: het brengen van Gods Evangelie aan verlorenen. Ik denk dat er behoefte is aan een aantal herwaarderingen van onze zendingsmethoden vanuit de fundamentele doelstelling. Ik heb veel humanitair maatschappelijk werk waargenomen dat wordt uitgevoerd onder de vlag van het Evangelie en toch zonder verkondiging van het Evangelie als onderdeel van het werk. In sommige gevallen inderdaad, is het opzettelijk beleid van de sponsoren van organisaties om met een dergelijke proclamatie belediging van de begunstigde natie of zijn mensen te vermijden.
Ware christelijke hulpverlening zal in de naam van Jezus Christus worden uitgevoerd. Zonder dat is het gewoon seculier maatschappelijk werk – geenszins te versmaden natuurlijk, maar moet niet verward worden met de christelijke zendingsopdracht. De sociale activiteiten kunnen een krachtig en duidelijk Bijbels middel zijn ter voorbereiding van de bodem om het Woord te planten. Zonder zaaien van het Evangelie zullen de verlorenen nooit de Heiland leren kennen. Zoals Paulus zegt in Romeinen 10:17 ‘Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God’ (integral mission). Sociale projecten zijn geen doel, maar een middel.
Samenwerking
In mijn persoonlijke ervaring door de jaren heen, heb ik zowel schadelijke organisatorische bekrompenheid waargenomen, met gelukkig daarnaast ook zeer gunstige samenwerking in zending. Er moet minder van het eerstgenoemde en veel van het laatste gaan bloeien, vooral in de moeilijke regio’s van de huidige wereld. Deze samenwerking heeft in het verleden geleid tot resultaten die organisaties alleen niet hadden kunnen bewerkstelligen. Geïsoleerde werknemers van organisaties die in moeilijke gebieden werken, hebben van andere organisaties een verscheidenheid van noodzakelijke materialen gekregen die zij nodig hadden voor distributie. Intelligente coördinatie tussen zendingsorganisaties heeft geleid tot de ontwikkeling van op maat geschreven media materialen en radio- programma’s. Meer van deze gecoördineerde en gezamenlijke inspanning is zeker een noodzakelijk ingrediënt voor succes in de moeilijke plekken van de wereld, zowel voor vandaag als voor de toekomst.
De uiteindelijke conclusie voor iedere christen is dat wij worden geroepen om individueel en expliciet uit Gods Woord ‘ons licht moeten laten schijnen voor de mensen, dat zij onze goede werken mogen zien en glorie moeten geven aan onze Vader in de hemel’ (Matteüs 5:16). Terwijl de groei van Zijn kerk uiteindelijk afhankelijk is van Gods soevereine wil en genade, zal elke christen, als een functionerend lid van Zijn lichaam op aarde, worden benoemd en gezien als Zijn verantwoordelijk instrument, onder toepassing van Zijn principes.
In Handelingen 1, vlak voor de hemelvaart van Jezus, gaf Hij Zijn leerlingen de opdracht om te dienen in Jeruzalem (die plaats waarin wij leven), in Judea (binnen ons eigen land), in Samaria (de ons omringende landen) en ten slotte de gehele aarde, als Zijn getuigen (ambassadeurs). Ben je inderdaad klaar om die roeping serieus te nemen en de last op je schouders te nemen omwille van Hem die vrijwillig alles gaf opdat u en uw buurman het eeuwige leven zullen hebben?
Dick Slikker
Toen ik de beschikbare historische gegevens over de christelijke en islamitische bevolking over de hele wereld over de afgelopen honderd jaar onderzocht, vond ik dat er gelijke uitdagingen in twee regio’s liggen; de islamitische landen en onze eigen achtertuin; de westerse wereld. In deze regio’s wordt de christelijke kerk geconfronteerd met lastige obstakels. Deze twee regio's en de bijbehorende problematiek zijn duidelijk verschillend in geografie, in cultuur en in oorsprong, maar ook in aard van hindernissen om het Evangelie te verspreiden.
Om al deze uitdagingen effectief het hoofd te bieden, ben ik ervan overtuigd dat we moeten erkennen dat we nieuwe verschillende benaderingen en methoden nodig hebben binnen regionale specifieke culturele verschillen.
Uitdaging 1: de postmoderne westerse Wereld
De eerste grote uitdaging ligt binnen de twee continenten waar het percentage christenen gestaag afneemt: Europa en Noord-Amerika. Toch is het in West-Europa waar de grootste daling in de gehele wereld over de laatste eeuw heeft plaats gevonden. Deze ontwikkelingen moeten ons zeker aansporen om de huidige praktijken en strategieën voor de verkondiging van het evangelie door onze kerken te onderzoeken.
Een eerste stap moet een besef zijn dat het primair de verantwoordelijkheid van de bestaande lokale kerken en christenen is om het Koninkrijk binnen onze eigen gemeenschappen, naties en regio’s te verspreiden. Is het niet vreemd dat zo vaak de westerse kerk op de een of andere manier ervan overtuigd lijkt te zijn dat het zendingsveld altijd ‘overzee’ ligt en dat we zo weinig belangstelling hebben voor de verspreiding of de achteruitgang van de Kerk in onze eigen regio’s en continenten. Is het niet in diezelfde lijn evenzo zinvol voor de huidige sterke en levendige kerk ten zuiden van de Sahara om de primaire verantwoordelijkheid voor de zendingsopdracht in de Noord- en West-Afrikaanse regio op zich te nemen?
Wij, christenen, hebben de belangrijkste boodschap voor de wereld: Gods boodschap van leven in plaats van dood, liefde in plaats van haat, hoop in plaats van wanhoop. Om deze boodschap in vruchtbare grond te zaaien in het huidige Europa en Noord-Amerika, moeten we een manier vinden om het huidige beeld over God, de christenen en de Kerk dat nu bestaat te veranderen onder de algemene bevolking.
Leren van rokers
Gezondheidszorgmedewerkers hebben in sommige opzichten een vergelijkbare taak. Voor hun doelgroepen hebben zij ook een negatieve boodschap net zoals de boodschap van de christenen. Niet roken, anders..., beweeg, anders…, eet gezond, anders… Die boodschap is niet populair en wordt ontvangen met ongeveer hetzelfde gebrek aan enthousiasme als de stem van het hedendaagse westerse christendom, ondanks het feit dat deze boodschappen voor ieders eigen bestwil worden gegeven. De gezondheidswerkers hebben echter hun tactiek veranderd en lijken een interessante en eenvoudige, maar effectieve aanpak te hebben ontdekt. En deze tactiek heeft meetbaar succes opgeleverd bij de preventie van roken. De verschuiving in de benadering was van een nadruk op de ernstige waarschuwingen naar een concentratie op het veranderen van het imago van het roken en de roker. Roken wordt niet meer afgeschilderd als ‘cool’ of populair, maar eerder lomp, asociaal, en misschien zelfs vies. Het imago is dus veranderd.
Bij de evaluatie van de recente antirookcampagnes vind ik een aantal intrigerende lessen. Individuele of verspreide projecten werkten weinig. Programma’s werden daarom opnieuw ontworpen voor de specifieke doelgroepen. De nieuwe modellen waren goed georganiseerd, doelgericht, en werden tegelijkertijd op diverse fronten gezamenlijk uitgevoerd. En ze lieten de gewenste resultaten zien.
Net als de roker de niet-roker minachtte (niet rokers zijn saai en ‘niet cool’), merk ik op dat de ongelovige in de huidige postmoderne westerse cultuur ook negatieve opvattingen heeft over de christenen, de Kerk en bijgevolg ook over God. In hun ogen lijken de christenen:
• Voortdurend bezig met zichzelf;
• Dogmatisch en opdringerig bezig in het leven van anderen;
• Geen relevante antwoorden op belangrijke maatschappelijke vraagstukken te hebben;
• Ongelooflijk verdeeld te zijn.
Hoe anders was het beeld in Handelingen over de christenen. ‘Zij stonden in de gunst van het volk’ (Handelingen 2:47). Waarom was dat zo? ‘Ze waren één van geest...’ (Handelingen 2:46) en hun leven bleek aantrekkelijk voor anderen.
Christenen zullen op de een of andere manier moet leren om de wereld te tonen dat leven volgens Bijbelse normen gezond en positief is. We moeten laten zien dat Gods boodschap de oplossing voor geestelijke chaos is. Een dusdanig leven zal het tastbare resultaat tonen van Gods genade en Zijn vermogen om harten en levens te veranderen, zelfs in onze tijd. Het is duidelijk dat woorden alleen niet genoeg zijn.
Uitdaging 2: Het 10/40-raam
Een gebied waarin het christendom weinig ingang ervaart is het veelbesproken 10/40-raam van de wereld. Het is dat deel van de wereld dat ligt in het rechthoekige gebied van Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Azië tussen ongeveer 10 en 40 graden noorderbreedte. Dit is het gebied waar de meerderheid van de bevolking moslim, hindoe en boeddhist is.
Dat gebied heeft de afgelopen vijftig jaar een toenemende mate van belangstelling van de christelijke zending gekregen. Hier is de weerstand tegen het christendom formidabel en veel genade, energie en vindingrijkheid zal nodig zijn voor de opbouw van de Kerk van Christus. Zoals al herhaaldelijk aangetoond, zijn de traditionele methoden en technieken tot gemeentestichting en het maken van discipelen niet altijd overal geschikt. Vrucht kan zich ontwikkelen door christelijke ambassadeurs van het Evangelie, die baanbrekend, relaties opbouwend, nederig van hart zijn en voorbereid op de eenzame, frustrerend en vaak lange en ogenschijnlijk vruchteloze inspanning. Vaak alleen levend te midden van mensen uit een vaak vijandige en vreemde cultuur terwijl het opbouwen van een één-op-één interpersoonlijk vertrouwen op basis van getoond respect en liefde nodig is.
Door het houden van een enquête onder jongeren die de Europese Mission-Net conferentie bijwoonden, blijkt helaas duidelijk dat het vooruitzicht van een geïsoleerde zendingspost niet erg populair is. De jongeren van vandaag geven de voorkeur aan mogelijkheden van gemeenschap en aanbidding die zij vinden in groepen. Hier stuiten we op een grote moeilijkheid.
Vanuit het huidige perspectief realistisch vooruitblikkend, ontwikkelt christelijk werk in de moeilijkste regio’s zich in een langzaam proces, met uitzondering van Iran. Dit land kent momenteel een verrassend sterke christelijke groei en is een land waar christelijke organisaties goede resultaten boeken.
Christelijke hulpverlening
Over zending ben ik vaak bang dat we het zicht op het ware doel verliezen: het brengen van Gods Evangelie aan verlorenen. Ik denk dat er behoefte is aan een aantal herwaarderingen van onze zendingsmethoden vanuit de fundamentele doelstelling. Ik heb veel humanitair maatschappelijk werk waargenomen dat wordt uitgevoerd onder de vlag van het Evangelie en toch zonder verkondiging van het Evangelie als onderdeel van het werk. In sommige gevallen inderdaad, is het opzettelijk beleid van de sponsoren van organisaties om met een dergelijke proclamatie belediging van de begunstigde natie of zijn mensen te vermijden.
Ware christelijke hulpverlening zal in de naam van Jezus Christus worden uitgevoerd. Zonder dat is het gewoon seculier maatschappelijk werk – geenszins te versmaden natuurlijk, maar moet niet verward worden met de christelijke zendingsopdracht. De sociale activiteiten kunnen een krachtig en duidelijk Bijbels middel zijn ter voorbereiding van de bodem om het Woord te planten. Zonder zaaien van het Evangelie zullen de verlorenen nooit de Heiland leren kennen. Zoals Paulus zegt in Romeinen 10:17 ‘Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God’ (integral mission). Sociale projecten zijn geen doel, maar een middel.
Samenwerking
In mijn persoonlijke ervaring door de jaren heen, heb ik zowel schadelijke organisatorische bekrompenheid waargenomen, met gelukkig daarnaast ook zeer gunstige samenwerking in zending. Er moet minder van het eerstgenoemde en veel van het laatste gaan bloeien, vooral in de moeilijke regio’s van de huidige wereld. Deze samenwerking heeft in het verleden geleid tot resultaten die organisaties alleen niet hadden kunnen bewerkstelligen. Geïsoleerde werknemers van organisaties die in moeilijke gebieden werken, hebben van andere organisaties een verscheidenheid van noodzakelijke materialen gekregen die zij nodig hadden voor distributie. Intelligente coördinatie tussen zendingsorganisaties heeft geleid tot de ontwikkeling van op maat geschreven media materialen en radio- programma’s. Meer van deze gecoördineerde en gezamenlijke inspanning is zeker een noodzakelijk ingrediënt voor succes in de moeilijke plekken van de wereld, zowel voor vandaag als voor de toekomst.
De uiteindelijke conclusie voor iedere christen is dat wij worden geroepen om individueel en expliciet uit Gods Woord ‘ons licht moeten laten schijnen voor de mensen, dat zij onze goede werken mogen zien en glorie moeten geven aan onze Vader in de hemel’ (Matteüs 5:16). Terwijl de groei van Zijn kerk uiteindelijk afhankelijk is van Gods soevereine wil en genade, zal elke christen, als een functionerend lid van Zijn lichaam op aarde, worden benoemd en gezien als Zijn verantwoordelijk instrument, onder toepassing van Zijn principes.
In Handelingen 1, vlak voor de hemelvaart van Jezus, gaf Hij Zijn leerlingen de opdracht om te dienen in Jeruzalem (die plaats waarin wij leven), in Judea (binnen ons eigen land), in Samaria (de ons omringende landen) en ten slotte de gehele aarde, als Zijn getuigen (ambassadeurs). Ben je inderdaad klaar om die roeping serieus te nemen en de last op je schouders te nemen omwille van Hem die vrijwillig alles gaf opdat u en uw buurman het eeuwige leven zullen hebben?
Dick Slikker