Triomf van het Lam
Triomf van het Lam
Het vorig artikel eindigde met de triomfale overwinning van de Here Jezus op zijn tegenstanders. Nu wil ik me echter gaan bezighouden met de oprichting en de heerlijkheid van het komend Duizendjarig rijk. Maar voordat we dat doen, zien we nog eenmaal achterom naar het oordeel in het dal van Josafat (Joël 3 en Matth. 25 v.a. vers 31.).
Zoals vaak in de profetie, zien we dat de profeten veel zaken samen hebben getrokken, die in werkelijkheid soms duizenden jaren uit elkaar liggen. We zien dit heel sterk bij de Adventsteksten. Daarin wordt duidelijk dat de dingen pas later tot vervulling zullen komen. De profeten zagen met hun profetisch oog wel de bergtoppen, maar de dalen er tussen in konden zij niet zien. Zo is het met het oordeel. Er is een oordeel aan het begin van het Duizendjarig rijk en een oordeel daarna. Daar ligt duizend jaar tussen.
Het oordeel in het dal van Josafat is het oordeel over hen, die de Grote Verdrukking hebben overleefd. Het is ook opvallend dat dit een oordeel is over volken (Matth. 25:32). En het gaat hier over de belangrijke vraag van de Here: "Wat hebt u met de minste Mijner broeders gedaan?"
Nu wordt wel eens gezegd dat we dit in deze tijd moeten toepassen. Nu is het wel goed om deze dingen te doen, maar het brengt ons niet het Koninkrijk binnen. De behoudenis is alleen door het offer van de Here Jezus Christus. Er is geen andere weg. Maar in het dal van Josafat wordt ook geen eindoordeel uitgesproken. Het eindoordeel vindt plaats na het Duizendjarig rijk, voor de grote witte troon. We zien dan ook dat alleen de antichrist en de valse profeet worden geworpen in de poel van vuur. De anderen die niet door het tribunaal in het dal van Josafat heenkomen, worden gedood. We komen hen tegen in Openb. 20:5 als de overige doden. Alle ongelovige doden komen pas tot opwekking en tot het laatste oordeel als de duizend jaar voleindigd zijn. Het komende rijk gaat beginnen met allen die door het tribunaal zijn heen gekomen en met het volk Israël. Dit volk krijgt en heel belangrijke plaats in dit komende rijk. Dat er veel mensen in dat komend rijk zullen zijn, laat ons zien, zoals sommige teksten zeggen, dat er sprake is van volkeren.
De oprichting van het rijk
Nu zouden we in staat zijn om hele rijen bijbelgedeelten aan onze gedachten voorbij te laten komen, maar we noemen er maar één, dat is 2 Thess. 2:8, waar we lezen "Door zijn verschijning als Hij komt". Dit komen is veel omvattend. Het is werkelijk de triomf van het Lam. Al eerder, toen de Here voor zijn rechters stond, had Hij naar dit grote ogenblik verwezen. In Matth. 26:62 lezen we: "Doch Ik zeg u, van nu aan zult gij de Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechterhand der macht en komende op de wolken des hemels." Hier verschijnt de Here Jezus in alle glorie en heerlijkheid. Hij komt terug naar deze aarde, naar Zijn eigen domein. Zijn engelen zullen Hem begeleiden en Zijn Gemeente zal bij Hem zijn. We horen het de Bijbel zeggen in 1 Thess. 3:13 "bij de komst van onze Here Jezus met al zijn heiligen". Ook deze tekst is met vele aan te vullen. Heel de aarde, ja, heel de schepping, zal Zijn komst zien. Hij zal bewonderd worden door allen die Hem liefhebben en heel de wereld zal Hem dienen. Als over Israël de Here zal opgaan en zijn heerlijkheid gezien zal worden, dan "zullen volken opgaan naar uw licht en koningen naar uw stralende opgang" (Jes. 60:13). In die geweldige toekomst zal de Here onomstreden regeren, want Hij is de Koning der koningen en de Here der heren. Wat een heerlijkheid heeft God voor Hem en daarom ook voor ons weggelegd.
Want dit is het Koninkrijk
Het rijk van God, het rijk van Christus. Maar al te vaak en al te lang heeft men in de kerk gedacht dat het Koninkrijk van God de kerk was. Als nu maar lang en vaak genoeg het evangelie werd gepredikt dan zou van zelf het Koninkrijk van God komen. Men sprak over en bad om de uitbreiding van Gods Koninkrijk. Op zichzelf is dat goed mogelijk, maar dan moet men bedoelen de heerschappij van God over de gelovige mensen. Helaas bleef het daar al te vaak bij, omdat men weigerde oor te verlenen aan de bijbelse profetieën. Men heeft de boodschap van de Bijbel versmald tot het geloven op deze aarde, zeker geweldig belangrijk en daarna de hemel. Waarom heeft men geen aandacht geschonken aan de vele profetieën? Alleen al de woorden van de Here Jezus, als Hij zijn werk gaat beginnen, moeten ons doen wakker schrikken. In Marcus 1:15 lezen wij hoe de Here Jezus zegt: "De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie". Later zal de Here Jezus zelfs zeggen: "Het Koninkrijk is onder u"
In Hem was het Koninkrijk nabij gekomen, en als Hij straks komt, komt het Koninkrijk. Hierin zien we dat de boodschap veel rijker is dan wij vaak zien. Dat komende Koninkrijk wordt het zichtbare, tastbare Koninkrijk van God op aarde. En in de hemel is dit Koninkrijk al aan Christus gegeven. In Daniël 7:14. lezen wij: " ..en Hem werd heerschappij gegeven, en eer en Koninklijke macht en alle volken, natiën en talen dienden Hem". Dit alles gaat gebeuren in de dag Gods, waarover Petrus in één van zijn brieven schrijft.
Dit rijk is de Steen, die het groteske droombeeld van Nebukadnezar zal vernietigen en Zelf zal worden tot een berg die heel de aarde zal vervullen. Dat is het rijk van de Zoon des mensen, op aarde met spanning verwacht. Is het niet door de mensen, dan toch door de schepping, want de ganse schepping ziet met reikhalzend verlangen uit naar die dag. Dit rijk is hemels van oorsprong, van God zal het komen.
Daarom is dit het Koninkrijk van God, maar ook het Koninkrijk der hemelen. Het is het rijk dat van eeuwen her is beloofd, wat Abraham al zag komen, wat in de loop der eeuwen door velen is verwacht, en waar we vandaag met spanning naar uitzien. Want voordat dit rijk komt, wordt de Gemeente opgenomen om straks in die dag der heerlijkheid met Hem te verschijnen. "Welk een uitzicht, bruidsgemeente".
Ds. Jac. Schouten
Het vorig artikel eindigde met de triomfale overwinning van de Here Jezus op zijn tegenstanders. Nu wil ik me echter gaan bezighouden met de oprichting en de heerlijkheid van het komend Duizendjarig rijk. Maar voordat we dat doen, zien we nog eenmaal achterom naar het oordeel in het dal van Josafat (Joël 3 en Matth. 25 v.a. vers 31.).
Zoals vaak in de profetie, zien we dat de profeten veel zaken samen hebben getrokken, die in werkelijkheid soms duizenden jaren uit elkaar liggen. We zien dit heel sterk bij de Adventsteksten. Daarin wordt duidelijk dat de dingen pas later tot vervulling zullen komen. De profeten zagen met hun profetisch oog wel de bergtoppen, maar de dalen er tussen in konden zij niet zien. Zo is het met het oordeel. Er is een oordeel aan het begin van het Duizendjarig rijk en een oordeel daarna. Daar ligt duizend jaar tussen.
Het oordeel in het dal van Josafat is het oordeel over hen, die de Grote Verdrukking hebben overleefd. Het is ook opvallend dat dit een oordeel is over volken (Matth. 25:32). En het gaat hier over de belangrijke vraag van de Here: "Wat hebt u met de minste Mijner broeders gedaan?"
Nu wordt wel eens gezegd dat we dit in deze tijd moeten toepassen. Nu is het wel goed om deze dingen te doen, maar het brengt ons niet het Koninkrijk binnen. De behoudenis is alleen door het offer van de Here Jezus Christus. Er is geen andere weg. Maar in het dal van Josafat wordt ook geen eindoordeel uitgesproken. Het eindoordeel vindt plaats na het Duizendjarig rijk, voor de grote witte troon. We zien dan ook dat alleen de antichrist en de valse profeet worden geworpen in de poel van vuur. De anderen die niet door het tribunaal in het dal van Josafat heenkomen, worden gedood. We komen hen tegen in Openb. 20:5 als de overige doden. Alle ongelovige doden komen pas tot opwekking en tot het laatste oordeel als de duizend jaar voleindigd zijn. Het komende rijk gaat beginnen met allen die door het tribunaal zijn heen gekomen en met het volk Israël. Dit volk krijgt en heel belangrijke plaats in dit komende rijk. Dat er veel mensen in dat komend rijk zullen zijn, laat ons zien, zoals sommige teksten zeggen, dat er sprake is van volkeren.
De oprichting van het rijk
Nu zouden we in staat zijn om hele rijen bijbelgedeelten aan onze gedachten voorbij te laten komen, maar we noemen er maar één, dat is 2 Thess. 2:8, waar we lezen "Door zijn verschijning als Hij komt". Dit komen is veel omvattend. Het is werkelijk de triomf van het Lam. Al eerder, toen de Here voor zijn rechters stond, had Hij naar dit grote ogenblik verwezen. In Matth. 26:62 lezen we: "Doch Ik zeg u, van nu aan zult gij de Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechterhand der macht en komende op de wolken des hemels." Hier verschijnt de Here Jezus in alle glorie en heerlijkheid. Hij komt terug naar deze aarde, naar Zijn eigen domein. Zijn engelen zullen Hem begeleiden en Zijn Gemeente zal bij Hem zijn. We horen het de Bijbel zeggen in 1 Thess. 3:13 "bij de komst van onze Here Jezus met al zijn heiligen". Ook deze tekst is met vele aan te vullen. Heel de aarde, ja, heel de schepping, zal Zijn komst zien. Hij zal bewonderd worden door allen die Hem liefhebben en heel de wereld zal Hem dienen. Als over Israël de Here zal opgaan en zijn heerlijkheid gezien zal worden, dan "zullen volken opgaan naar uw licht en koningen naar uw stralende opgang" (Jes. 60:13). In die geweldige toekomst zal de Here onomstreden regeren, want Hij is de Koning der koningen en de Here der heren. Wat een heerlijkheid heeft God voor Hem en daarom ook voor ons weggelegd.
Want dit is het Koninkrijk
Het rijk van God, het rijk van Christus. Maar al te vaak en al te lang heeft men in de kerk gedacht dat het Koninkrijk van God de kerk was. Als nu maar lang en vaak genoeg het evangelie werd gepredikt dan zou van zelf het Koninkrijk van God komen. Men sprak over en bad om de uitbreiding van Gods Koninkrijk. Op zichzelf is dat goed mogelijk, maar dan moet men bedoelen de heerschappij van God over de gelovige mensen. Helaas bleef het daar al te vaak bij, omdat men weigerde oor te verlenen aan de bijbelse profetieën. Men heeft de boodschap van de Bijbel versmald tot het geloven op deze aarde, zeker geweldig belangrijk en daarna de hemel. Waarom heeft men geen aandacht geschonken aan de vele profetieën? Alleen al de woorden van de Here Jezus, als Hij zijn werk gaat beginnen, moeten ons doen wakker schrikken. In Marcus 1:15 lezen wij hoe de Here Jezus zegt: "De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie". Later zal de Here Jezus zelfs zeggen: "Het Koninkrijk is onder u"
In Hem was het Koninkrijk nabij gekomen, en als Hij straks komt, komt het Koninkrijk. Hierin zien we dat de boodschap veel rijker is dan wij vaak zien. Dat komende Koninkrijk wordt het zichtbare, tastbare Koninkrijk van God op aarde. En in de hemel is dit Koninkrijk al aan Christus gegeven. In Daniël 7:14. lezen wij: " ..en Hem werd heerschappij gegeven, en eer en Koninklijke macht en alle volken, natiën en talen dienden Hem". Dit alles gaat gebeuren in de dag Gods, waarover Petrus in één van zijn brieven schrijft.
Dit rijk is de Steen, die het groteske droombeeld van Nebukadnezar zal vernietigen en Zelf zal worden tot een berg die heel de aarde zal vervullen. Dat is het rijk van de Zoon des mensen, op aarde met spanning verwacht. Is het niet door de mensen, dan toch door de schepping, want de ganse schepping ziet met reikhalzend verlangen uit naar die dag. Dit rijk is hemels van oorsprong, van God zal het komen.
Daarom is dit het Koninkrijk van God, maar ook het Koninkrijk der hemelen. Het is het rijk dat van eeuwen her is beloofd, wat Abraham al zag komen, wat in de loop der eeuwen door velen is verwacht, en waar we vandaag met spanning naar uitzien. Want voordat dit rijk komt, wordt de Gemeente opgenomen om straks in die dag der heerlijkheid met Hem te verschijnen. "Welk een uitzicht, bruidsgemeente".
Ds. Jac. Schouten