Tot volgend jaar in Jeruzalem (8)

Henk Schouten • 88 - 2012 • Uitgave: 25
Wat moet het vreselijk geweest zijn. De Babylonische ballingschap had het volk van God weggerukt uit het beloofde land, afgesneden van Jeruzalem en vooral de verwoesting van de tempel zal hen hebben ontgoocheld. Te weinig willen we de oorzaken onder ogen zien en leren van de teloorgang die we ook vandaag waarnemen in veel kerken. De éne na de andere kerk wordt gesloten, gebouwen die ooit dienst deden als Godshuizen staan te koop, worden omgebouwd tot een wooncentrum of worden gewoon afgebroken. De C verdwijnt meer en meer uit de samenleving. Raakt het ons nog wel? Of zou het kunnen zijn dat we straks ons Babel vinden en onze harp aan de wilgen hangen (Psalm 137:2).

Daniël kende het profetisch woord. Hij is het die in Babel de boekrol van Jeremia opent en let op de dingen die daarin staan. ‘In het eerste jaar van zijn koningschap lette ik, Daniël, in de boeken op het getal van de jaren, waarover het woord des HEREN tot de profeet Jeremia gekomen was, dat Hij over de puinhopen van Jeruzalem zeventig jaar zou doen verlopen’ (Daniël 9:2).
Dit geeft ons een inkijk diep in het hart van Daniël. Daniël neemt geen genoegen met de positie waarin Hij en het volk zijn gekomen. Zulke mensen hebben we nodig, mensen die de tijd waarin zij leven met een geestelijk oog doorschouwen. Dat zijn mensen die het onderscheid maken. Hun houding, hun visie, hun leven doet er toe. Wat kenmerkt die houding? Het is niet een houding die ach en wee roept en de vinger wijst naar de ander, het is een houding van zelfonderzoek. Daniël komt met een hartstochtelijk gebed. Zelden komen we in de Bijbel zo’n diep doorleeft en vurig gebed tegen. U moet het in Daniël 9 maar eens rustig nalezen, Daniëls belijdenis. In die belijdenis verheft Daniël zich niet boven de anderen van het volk, maar identificeert zich met hen. Niet zij maar wij! Wij hebben gezondigd.
Een paar dingen springen er dan voor ons uit: Ten eerste, Daniël verstaat de tijd waarin hij leeft, zo moeten ook wij de tijd verstaan waarin wij leven. Vervolgens zien we dat Daniël het woord van God als norm en uitgangspunt neemt en met vrijmoedigheid de Here God als het ware herinnert aan de dingen die daarin geschreven staan. Nu we bijna 70 jaar in ballingschap zijn, nu mogen we verwachten dat u ons herstel zal geven. Daniël beseft echter dat het herstel niet los verkrijgbaar is en gaat het volk voor in boete en berouw. Wanneer wij de tijd verstaan en Gods woord ter hand nemen en de beloften bestuderen, moeten we niet alleen oog hebben voor het sensationele, met vragen als ‘staat de Grote Verdrukking voor de deur’ of ‘wie is de antichrist’? Van Daniël moeten we leren ons geestelijk voor te bereiden. Onze eigen positie bepalen op grond van Gods woord en dan gaat God dingen doen.

De Meden en de Perzen kwamen, Gods volk herkreeg haar vrijheid. Zoals eenmaal een Daniël mag Israël Gods woord ter hand nemen en het van de Here God verwachten. Niet van het leger, niet van de VS of wie dan ook, maar zoals Daniël het volk voor ging in belijdenis, waardoor grote dingen tot stand kwamen, zo mag ook een berouwhebbend Israël vandaag zien dat God nog veel grotere dingen gaat doen. Het geestelijk herstel, zoals we dat bij Daniël zagen, zal ook in onze tijd de weg vrijmaken voor de (weder)komst van de Here Jezus. Straks zal het ‘tot ziens in Jeruzalem’ niet meer klinken, dan zal die hoop vervuld zijn, wat een toekomst.
Maranatha, de Here zal zeker en komen.

Ds. Henk Schouten