Tot volgend jaar in Jeruzalem (5)

Henk Schouten • 88 - 2012 • Uitgave: 22
Bij Jeruzalem kwamen we Melchizedek tegen. Die geheimzinnige gestalte, waarin we veel van de Here Jezus herkennen. Mogelijk was Melchizedek zelfs de Here Jezus, zij het in bedekte vorm. Jeruzalem heette nog Salem. Een andere naam voor deze stad is Jebus. We leren uit Jozua 18:28 dat Jebus, Jeruzalem, tot het erfdeel van de Benjaminieten hoort, dus niet zoals veel mensen veronderstellen aan Juda.

De betekenis van Jebus is zoveel als ‘platgetreden plaats’. Ze was oorspronkelijk hoofdstad van de Jebusieten. Jebus was een zoon van Kanaän, een zoon van Cham, de jongste zoon van Noach. Cham is ook de zoon die de dronkenschap en de roes van zijn vader ontdekte en zich naar zijn broers daar vrolijk over maakte. Sem en Jafeth daarentegen handelden zeer integer en correct en hielden zich afgewend van hun vaders naaktheid, terwijl zij Noach bedekten. Deze gebeurtenis legde een vloek op het nageslacht van Cham. Wanneer we de Bijbelse lijn volgen en zien hoe het geslacht van Cham zich ontwikkeld heeft, dan is het niet moeilijk de vervulling van de vloekprofetie te herkennen. Wij, christenen zijn niet geroepen die vloek uit te voeren, maar ze is er wel.
Het is tenminste opmerkelijk dat de eerste stenen van de stad Jebus, Jeruzalem, aangedragen zijn door de Jebusieten. Een vervloekt nageslacht. Hun naam wijst op een platgetreden gebied.

David
Na Melchizedek, de koning en priester van Salem komt David in beeld. Hij was inmiddels koning van Juda en zetelde in Hebron. Na de dood van Isboseth, de zoon van Saul die koning geworden was over Israël kwam er een volksvertegenwoordiging naar David toe uit het tienstammen rijk. Zij zalfden David tot koning van Israël. Daarop trekt David ten strijde naar Jebus, Jeruzalem. Nergens wordt duidelijk waarom David ertoe besloot deze stad te veroveren. Het zou kunnen zijn dat David het gebied dat aan de twaalf stammen door de Here God was toegeschreven verder wilde veroveren en daarom dit gebied dat aan Benjamin was toegezegd wilde inlijven. Vanaf die verovering wordt Jeruzalem ook de stad van David of de Davidsstad genoemd.

In tegenstelling tot wat veel mensen denken ligt deze Davidsstad buiten de oude stad van Jeruzalem en de Klaagmuur. Het is buitengewoon fascinerend. De archeologie brengt je duizenden jaren terug in de tijd en vertelt het verhaal over de geschiedenis van de stad. Dat verhaal maakt het Oude Testament haast tastbaar. Alles herinnert aan de koningen en de profeten, ook de plek waar naar alle waarschijnlijkheid koning Salomo werd gezalfd heeft men blootgelegd.
De Siloam tunnel, 533 m. lang, die ten tijde van Hizkia werd uitgegraven loopt van de stad van David naar de bron Siloam. De techniek maakte het de bouwers destijds al mogelijk aan beide zijden te beginnen en langzaam naar elkaar toe te werken. Nu kunnen bezoekers door deze tunnel naar de bron wandelen (waden soms).

Waarom is dit zo interessant? Omdat het ook belangrijk is. Overal waar de Arabier of Palestijn komt en gelegenheid krijgt probeert ze de historische relatie tussen Israël en het land te ontkennen. Deze archeologie weerlegt de ontkenning van deze mensen en bevestigt keer op keer de minutieuze betrouwbaarheid van het woord van God. De oude historische kernen, beschreven in Gods woord worden blootgelegd. Wanneer we vandaag naar Jeruzalem gaan kunnen we wandelen door de moderne straten, maar ook door de oude historie. Ieder die dat doet, moet bedenken dat er toekomst is voor deze stad. Platgetreden door heidenen, zal ze straks de Heerlijkheid van God mogen dragen. Dit alles wijst ons er bovendien op dat de terugkomst van onze Here Jezus spoedig verwacht moet worden.
Maranatha.

Ds. Henk Schouten