Tot volgend jaar in Jeruzalem (2)

Henk Schouten • 88 - 2012 • Uitgave: 19
Moslimzionisme
We schreven een vorige keer dat in tegenstelling tot de Bijbel, waar in totaal 823 keer over Jeruzalem wordt gesproken, we deze plaatsnaam in de Koran niet tegenkomen. De conclusie zou getrokken kunnen worden dat de religieuze betekenis van Jeruzalem voor de islam dus ook zeer beperkt zou moeten zijn. Vandaag blijkt niets minder waar te zijn, de hele Arabische en islamitische wereld claimt Jeruzalem en wordt daar meer en meer bij gesteund door onwetende en opportunistische westerse politici. We horen de Palestijnen, zij roepen: “Wij zullen ons bloed en onze ziel opofferen, voor jou Jeruzalem.” Uit Jordanië wordt geroepen: “Wij offeren ons leven en onze ziel aan Al-Aqsa.” Koning Fahd van Saoedi-Arabië roept de moslimstaten op om “de heilige stad, die aan alle moslims over de hele wereld behoort, te beschermen.” Onze westerse journalisten spreken en schrijven over ‘bezette gebieden’ zonder zich te realiseren hoe onwaar die beweringen zijn, zelfs veel christenen spreken in die zin.
Wanneer er gesproken wordt van Zionisme, dan kunnen we hier de term moslimzionisme introduceren.

Vanwaar die claim?
Waar komt de claim van de moslims op Jeruzalem dan vandaan, wanneer deze niet in de Koran te vinden is? We ontdekken in de geschiedenis een soort van golfbeweging. De claim wordt sterker naar mate Jeruzalem van meer politiek gewicht wordt. Anders gezegd, in de tijden dat Joden en of christenen zich met Jeruzalem bezighouden en haar herstellen en herbouwen, zien we dat ook de moslims nieuw belang voor de stad krijgen. Er is politieke belangstelling. Zo is dat ook voor de huidige claims het geval. Nog in 1925 werd in een reisgids voor de tempelberg, uitgegeven door de islamitische(!!!) raad van Jeruzalem (Waqf), daarin staat: “De identiteit van de plaats van de Tempel van Salomo staat buiten kijf. Algemeen wordt beleden dat dit de plaats is waarop 'David een altaar bouwde voor God...’” Dat is een heel ander moslimgeluid, dat haaks staat op de claims die vandaag opgeld doen. 1967 was weer zo’n kantelmoment in de geschiedenis van de stad, Moshe Dayan maakte de verdeelde stad weer één, met het joods enthousiasme daarover werd ook het vuur van haat ontstoken en in de tegenwoordige tijd wordt Jeruzalem meer en meer de steen des aanstoots en de schaal der bedwelming (Zacharia 12:2,3).

Qibla
Hoe zit het in historisch perspectief? De profeet Mohammed vluchtte van Mekka naar Medina, daar paste hij zijn zelfontworpen godsdienst en de Koran aan. Mekka was uit de gratie bij de profeet, dus veranderde hij de gebedsrichting weg van de steen (Ka’ba) in Mekka richting de tempelberg in Jeruzalem. Die gebedsrichting, qibla genoemd, duurde maar even. De Joden waren niet gecharmeerd van deze godsdienstige vermenging, want dat was het doel van deze actie van Mohammed, de Joden winnen voor zijn nieuwe godsdienst en islamitische heilsstaat. In plaats daarvan werd de kloof tussen de Joden en het nieuwe Islamitische geloof geaccentueerd. De kloof werd door Mohammed bevestigd doordat hij de qibla, de gebedsrichting, uiteraard op bevel van Allah, weer richting Mekka keerde. De Koran had afstand genomen van het jodendom en daarmee was Jeruzalem niet meer interessant, de moslims volgden uiteraard vanzelf en lieten Jeruzalem links liggen.
Dit patroon zien we regelmatig terugkeren, aantrekken en afstoten afhankelijk van politieke interesse of noodzaak. Daarbij moeten wij westerlingen, komend uit een christelijke traditie met een democratisch erfgoed, beseffen dat het onderscheid tussen staat en kerk, zoals wij dat kennen, in de islam feitelijk niet bestaat en zogenaamde democratiseringsprocessen niet meer zijn dan een middel om dictators te verdrijven en bij meerderheid van stemmen daarvoor een zuiver islamitische staat te creëren.

Onze conclusie is dat Mohammed, nadat de politieke noodzaak wegviel, Jeruzalem de rug toekeerde. De feitelijke claim op Jeruzalem vinden we bij hem dus niet terug.

Ds. Henk Schouten