Tot volgend jaar in Jeruzalem (10)

Henk Schouten • 89 - 2013 • Uitgave: 4
Na de ballingschap keerde een slordige 45.000 Joden uit Babel terug naar Juda en Jeruzalem. Slechts een gering deel van al de Joden die in Babel woonden en nog minder zien we van de tien andere stammen. Zij die achterbleven waardeerden de welvaart en het leven in de metropool Babel boven een moeizaam bestaan vol onzekerheid in het land van herkomst. Met de 45.000 teruggekeerden heb je inwoners voor een kleine plaats, hoe moet dat worden in een land en de hoofdstad daarvan? Is daar toekomst voor?

We komen twee krachtfiguren tegen, ze worden onder andere genoemd in het boek van de profeet Zacharia: Jozua en Zerubbabel. De eerste is hogepriester en de ander landvoogd. Er is met deze mannen wel wat bijzonders.

Jozua
De betekenis van zijn naam is gelijk aan die van onze Here Jezus. Dat is een naam vol hoop, de Here redt! Jozua wordt door God geroepen en aangesteld om de tempeldienst te verrichten, terwijl er helemaal geen tempel is. In Zacharia 3 lezen we een opmerkelijk gebeuren. Jozua en de satan bevinden zich in een soort van rechtszaak. De satan doet er, geheel naar zijn aard, alles aan om Jozua zwart te maken. Dat doet hij met recht, Jozua, als hogepriester vertegenwoordigt het volk. Het volk had dusdanig gezondigd en overtreden dat de ballingschap als Gods oordeel over hen kwam. Zij hadden overtreden en waren schuldig.
Dan is daar de opmerkelijk uitspraak van de Here God: ‘De Here bestraffe u, satan, ja de Here, die Jeruzalem verkiest, bestraffe u’ (Zacharia 3:2). Een opmerkelijk voorbeeld van genade en dat wordt gesymboliseerd doordat Jozua de vuile klederen worden afgenomen en daarvoor feestklederen mag aantrekken. De priesterlijke dienst van Jozua wijst heen naar de priesterlijke dienst van de Here Jezus. De Here Jezus was priester en offerlam en het is door Hem dat de Here God ons verkiest, hoewel wij schuldenaren zijn en schuldig staan voor God en Satan ook ons terecht aanklaagde. We zingen dan ook vol dankbaarheid, ‘als de satan mij wijst op mijn schuld zeg ik ja, maar het is alles genageld aan ’t kruis’ (Joh. de Heer 698). Dat alles is genade.

Zerubbabel
Naast Jozua is zien we onder de teruggekeerden de landvoogd Zerubbabel. Hij is een nakomeling van David en in die zin iemand met blauw bloed, met koninklijke waardigheid en aspiratie. Zijn naam betekent zoveel als ‘gezaaid in Babel’. Hij is daar uit de ballingen geboren en een bijzondere profetische gestalte, die naast Jozua naar voren komt. Later werd hij teruggeroepen naar Babel, opnieuw gezaaid in dat heidense land zou je kunnen zeggen. In hen beiden zien we de ambten Priester en Koning. Zij hadden de taak het uit ballingschap teruggekeerde volk voor te bereiden op de Priester-Koning die komen zou, Jezus Christus. Wanneer de Here Jezus later komt en Zichzelf als de vervulling van het profetische woord aan het volk presenteert, wordt Hij verworpen: ‘Wij willen niet dat deze koning over ons wordt’ (Lucas 19:14). Wel wordt door Hem de priesterlijke dienst vervuld. Hij wordt aan het kruis Hogepriester en het Offerlam.
Zijn koninklijke taak wordt echter vooralsnog niet vervuld. De Here Jezus wordt als het ware in Babel gezaaid. Zijn lichaam krijgt gestalte als gemeente onder de heiden volken, in geestelijke zin in Babel. Straks zal de Here Jezus met de gemeente verschijnen in heerlijkheid (Kolossenzen 3:4), dan zal hij als Koning herkend en erkend worden door Zijn volk en het beloofde koninkrijk zal dan gerealiseerd worden. Hij zal de troon van Zijn Vader David herstellen en duizend jaar regeren. Jozua en Zerubbabel, krachtige profetische personen, met woord en leven wezen zij richting Jezus. De Here werd nog niet als koning erkend, maar dat zal anders worden en wellicht al heel spoedig.

Maranatha, tot ziens in Jeruzalem!

Ds. Henk Schouten