Toets alles

Jef de Vriese • 91 - 2015 • Uitgave: 10
In Efeze werd zeer kritisch toegezien op de leer (Openbaring 2:2). Gedegen leraars wisten onderscheid te maken tussen leugen en waarheid. Schijnapostelen (vgl. 1 Timoteüs 1:3-6) maakten hier geen kans. Andere, jongere gemeentes, vol kersverse bekeerlingen uit het heidendom, met nauwelijks enige kennis van Gods Woord, waren een gemakkelijke prooi voor allerlei dwaalleraars: wettische Joden, valse profeten en genotfilosofen. Maar de gemeente te Efeze was gesticht door de apostel Paulus, die daar jarenlang had onderwezen (vgl. Handelingen 19:1-20:1) en later had de apostel Johannes er leiding gegeven tot hij naar Patmos werd verbannen. In Efeze maakten de dwaalleraars geen kans!
Er werd nauwlettend toegezien op de inhoud van de prediking. Het ging hun er niet om ‘hoe iemand dat ervoer’, of ‘wat iemand daarvan vond’. Het ging hun om de waarheid. Ze wisten dat er in de gemeente wolven in schapenvacht zouden optreden, zoals Jezus had aangekondigd (vgl. Matteüs 7:15). Die werden ijverig opgespoord.
Paulus had destijds de oudsten van hun eigen gemeente gewaarschuwd (Handelingen 20:19 e.v.), dus zagen ze oplettend toe op het onderwijs en schuwden ze niet om wat niet strookte met de waarheid dwaalleer te noemen. Op zich prima! Ook wij moeten volle aandacht besteden aan de inhoud van de waarheid, in plaats van ons mee te laten slepen door tijdgeest of emotie: in de Schrift nagaan of de dingen wel zo zijn (Handelingen 17:11), alles toetsen (1 Tessalonicenzen 5:21), de profeten beoordelen (1 Korintiërs 14:29), niet iedere geest vertrouwen (1 Johannes 4:1) en de vruchten natrekken (Matteüs 7:20).

Jef De Vriese