Terug naar Jeruzalem
‘Door Gods genade is mij… door openbaring het geheimenis bekendgemaakt, zoals ik boven in het kort daarvan schreef. Daarnaar kunt u zich bij het lezen een begrip vormen van mijn inzicht in het geheimenis van Christus, dat ten tijde van vroegere geslachten niet bekend is geweest aan de mensenkinderen, zoals het door de Geest geopenbaard is aan de heiligen, zijn apostelen en profeten (dit geheimenis) dat de heidenen mede-erfgenamen zijn, medeleden en medegenoten van de belofte in Christus Jezus door het evangelie’ (Efeziërs 3:3-6).
De zware strijd tegen het agressieve en levensgevaarlijke moslim-extremisme kent Israël al van lang voordat de moderne staat Israël in 1948 tot stand kwam. Premier Netanyahu deed de vrije wereld tijdens zijn toespraak tot de Algemene Vergadering van de VN een aanbod: “Sta naast ons en laten we samen het terrorisme bestrijden. Wij strijden ook voor u.” Geen applaus. Alleen maar nog meer eenzijdige, hatelijke anti-Israël resoluties, boycot- en lastercampagnes tegen Israël en ons geld naar de vijanden van Israël. Dat brengt terrorisme en andere narigheid over ons. Dergelijke rampen betekenen tegelijk waarschuwingen voor de toorn van de HERE.
Strijd tegen ISIS
Professor Meron Mezini, een Israëlisch deskundige, schrijft in de nieuwsbrief van het Ami-Jeruzalem Centrum van januari 2016: ‘Israël kan de helpende hand bieden aan elk land dat vastbesloten is om ISIS te bestrijden. Israël heeft de ervaring, de kennis, de inlichtingendiensten en zelfs enige middelen die nodig zijn om het tij van de radicale jihad te keren. Als er niets gedaan wordt, zal ISIS niet alleen het Midden-Oosten overspoelen, maar de hele westerse beschaving meeslepen in een storm van ongekende afmetingen. Ons leven kan zó overhoop gehaald worden, dat het generaties duurt om het weer op te bouwen.’
Wat zou het een zegen zijn als Nederland, samen met Israël zou optrekken tegen al die verschrikkelijke terreurgroepen in deze gevaarlijke en boze wereld. Vergeefse hoop, zegt u waarschijnlijk. We zitten al te diep verstrikt in de netten van de EU en de NAVO. En van onze eigen nationale zondigheid. En toch zegt de HERE: ‘Wendt u tot Mij en laat u verlossen, alle einden van de aarde, want IK ben God en niemand meer’ (Jesaja 45:22). God is een Verlosser en Hij wil verlossen. Ook door Zijn volk. Deze uitnodiging van de Almachtige staat er nog steeds. Is er nog een andere weg behalve de politieke, waarlangs de band met Gods volk kan worden verstevigd? Want deze strijd heeft ook een zeer belangrijk geestelijk aspect.
Paulus en de olijfboom
Onze leermeester Paulus heeft ons, gelovigen-uit-de-volken, uitvoerig en helder uitgelegd wat, door de Here Jezus, onze relatie met Israël/het Joodse volk is. Als de gemeente, ook uw gemeente, de weg op gaat naar onze oudere broer Israël, komt er weer hoop. Ook voor ons land. In zijn brieven aan de gemeentes in Efeze en Rome legt Paulus, als ‘leermeester van de heidenen’ (1 Timoteüs 2:7), diepgaand uit hoe nauw wij met Israël verbonden zijn.
Als u zich daarin verdiept, zult u zich misschien verbaasd afvragen wanneer ‘de verloving verbroken is’. Veel kerken en gemeenten hebben helemaal geen relatie met hun oudere broeder Israël. In sommige gemeentes wordt zelfs zelden of nooit uit het Oude Testament gepreekt. Dat is heel gevaarlijk en kan zelfs een begin van het einde betekenen van die gemeentes of kerkgenootschappen. Ik vrees dat zij de kerk van Sardes achterna gaan. Het doet mij pijn dit te schrijven. Maar juist in deze bijna-eindtijd komt het er zo op aan. Laten we nu naar ‘de olijfboom van Paulus’ kijken.
Een edele olijf
Paulus schetst Israël als een edele olijf met een heilige wortel. We kunnen dit beeld terugvinden bij de profeten: ‘Een groene olijf, schoon van prachtige vrucht, heeft de HERE u genoemd’ (Jeremia 11:16). Die olijf is verschillende keren onder Gods toorn verbrand (vers 16b). Maar God zegt ook: ‘Ik zal hun afkerigheid genezen, Ik zal hen vrijwillig liefhebben want mijn toorn keert zich van hen af… Zijn loten zullen uitlopen; zijn pracht zal zijn als die van een olijfboom’ (Hosea 14:5-7). Vandaar dat Paulus vrijmoedig het beeld van de olijfboom voor Israël kon gebruiken.
Op die olijfboom zijn wij, als wilde takken, geënt. Hebben we deel aan de saprijke wortel. Die wortel is de Tenach, legt de messiaans-Joodse bijbelleraar Chuck Cohen uit in zijn boek ‘Roots of our Faith’ (Wortels van ons geloof). Die wortel is tegelijk de Here Jezus. Want Hij is het Woord. Wij zijn geënt tussen de andere Israël-takken. We zitten dus middenin Israël. Want die Israël-takken zijn blijkbaar nog steeds verbonden aan de edele olijf. Hoe komt het toch dat zoveel christenen en ook gemeentes ‘niets met Israël hebben’?
Naar Efeze
In zijn brief aan de gemeente te Efeze begint Paulus meteen na zijn groet met ons, gelovigen-uit-de-volken, erop te wijzen dat wij geadopteerd zijn. Waartoe? Om ‘als zonen van Hem te worden aangenomen door Christus Jezus’ (Efeziërs 1:5). ‘Geadopteerd’ staat er in de Engelse NIV-vertaling. We zijn ‘medeburgers van de heiligen, huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten’ (Efeziërs 2:19,20). Een fundament, ook van de profeten. Apostelen staat voor het Nieuwe en profeten voor het Oude Testament.
Dan gaat Paulus verder met het ‘geheimenis’ te onthullen. We zijn mede-erfgenamen, medeleden en medegenoten van de belofte. Allemaal: ‘mede’. Met wie? Met het Joodse volk, met Israël. We zitten dus middenin Israël. In Christus hebben we een ‘permanente verblijfsvergunning’ gekregen bij Gods volk. Het meest verrassende voor de Joodse Eerste Gemeente was niet dat er redding was gekomen voor het Joodse volk, maar dat ‘God ook de heidenen de bekering ten leven had geschonken’ (Handelingen 11:18). Het is een verbazingwekkend, onbegrijpelijk, tragisch feit dat veel heiden-christenen en zelfs veel kerken en gemeentes ‘niets met Israël’ en zelfs niets met het Oude Testament hebben. Zij beseffen niet dat ze zichzelf als geënte takken hebben afgesneden van de edele olijf en losgemaakt van de heilige wortel. Die afgesneden takken liggen naast de olijf nog een tijdje groen te zijn maar ze zijn dood. Zou hier een oorzaak liggen van het uitdoven van veel opwekkingen?
Terug naar Jeruzalem
Als de gemeente van Christus zijn plaats gaat innemen als ‘medeburgers van de heiligen’, is er misschien nog wat smaak voor de HERE aan ons land. Dus hoop! Wat kunnen wij doen? Enkele suggesties:
• Maak het een regel dat op elke bidstond of in elke dienst voor Israël gebeden wordt.
• Onze ‘verplichte’ financiële handreiking aan de ‘heiligen te Jeruzalem’ (Romeinen 15:26,27) voldoen.
• Met Pasen een seidermaaltijd onder leiding van messiaans-Joodse broeders.
• Of zoals al vaker gebeurt, Loofhuttenfeest vieren met Israël. De HERE zegene u onderweg naar Jeruzalem.
Jan van Barneveld
De zware strijd tegen het agressieve en levensgevaarlijke moslim-extremisme kent Israël al van lang voordat de moderne staat Israël in 1948 tot stand kwam. Premier Netanyahu deed de vrije wereld tijdens zijn toespraak tot de Algemene Vergadering van de VN een aanbod: “Sta naast ons en laten we samen het terrorisme bestrijden. Wij strijden ook voor u.” Geen applaus. Alleen maar nog meer eenzijdige, hatelijke anti-Israël resoluties, boycot- en lastercampagnes tegen Israël en ons geld naar de vijanden van Israël. Dat brengt terrorisme en andere narigheid over ons. Dergelijke rampen betekenen tegelijk waarschuwingen voor de toorn van de HERE.
Strijd tegen ISIS
Professor Meron Mezini, een Israëlisch deskundige, schrijft in de nieuwsbrief van het Ami-Jeruzalem Centrum van januari 2016: ‘Israël kan de helpende hand bieden aan elk land dat vastbesloten is om ISIS te bestrijden. Israël heeft de ervaring, de kennis, de inlichtingendiensten en zelfs enige middelen die nodig zijn om het tij van de radicale jihad te keren. Als er niets gedaan wordt, zal ISIS niet alleen het Midden-Oosten overspoelen, maar de hele westerse beschaving meeslepen in een storm van ongekende afmetingen. Ons leven kan zó overhoop gehaald worden, dat het generaties duurt om het weer op te bouwen.’
Wat zou het een zegen zijn als Nederland, samen met Israël zou optrekken tegen al die verschrikkelijke terreurgroepen in deze gevaarlijke en boze wereld. Vergeefse hoop, zegt u waarschijnlijk. We zitten al te diep verstrikt in de netten van de EU en de NAVO. En van onze eigen nationale zondigheid. En toch zegt de HERE: ‘Wendt u tot Mij en laat u verlossen, alle einden van de aarde, want IK ben God en niemand meer’ (Jesaja 45:22). God is een Verlosser en Hij wil verlossen. Ook door Zijn volk. Deze uitnodiging van de Almachtige staat er nog steeds. Is er nog een andere weg behalve de politieke, waarlangs de band met Gods volk kan worden verstevigd? Want deze strijd heeft ook een zeer belangrijk geestelijk aspect.
Paulus en de olijfboom
Onze leermeester Paulus heeft ons, gelovigen-uit-de-volken, uitvoerig en helder uitgelegd wat, door de Here Jezus, onze relatie met Israël/het Joodse volk is. Als de gemeente, ook uw gemeente, de weg op gaat naar onze oudere broer Israël, komt er weer hoop. Ook voor ons land. In zijn brieven aan de gemeentes in Efeze en Rome legt Paulus, als ‘leermeester van de heidenen’ (1 Timoteüs 2:7), diepgaand uit hoe nauw wij met Israël verbonden zijn.
Als u zich daarin verdiept, zult u zich misschien verbaasd afvragen wanneer ‘de verloving verbroken is’. Veel kerken en gemeenten hebben helemaal geen relatie met hun oudere broeder Israël. In sommige gemeentes wordt zelfs zelden of nooit uit het Oude Testament gepreekt. Dat is heel gevaarlijk en kan zelfs een begin van het einde betekenen van die gemeentes of kerkgenootschappen. Ik vrees dat zij de kerk van Sardes achterna gaan. Het doet mij pijn dit te schrijven. Maar juist in deze bijna-eindtijd komt het er zo op aan. Laten we nu naar ‘de olijfboom van Paulus’ kijken.
Een edele olijf
Paulus schetst Israël als een edele olijf met een heilige wortel. We kunnen dit beeld terugvinden bij de profeten: ‘Een groene olijf, schoon van prachtige vrucht, heeft de HERE u genoemd’ (Jeremia 11:16). Die olijf is verschillende keren onder Gods toorn verbrand (vers 16b). Maar God zegt ook: ‘Ik zal hun afkerigheid genezen, Ik zal hen vrijwillig liefhebben want mijn toorn keert zich van hen af… Zijn loten zullen uitlopen; zijn pracht zal zijn als die van een olijfboom’ (Hosea 14:5-7). Vandaar dat Paulus vrijmoedig het beeld van de olijfboom voor Israël kon gebruiken.
Op die olijfboom zijn wij, als wilde takken, geënt. Hebben we deel aan de saprijke wortel. Die wortel is de Tenach, legt de messiaans-Joodse bijbelleraar Chuck Cohen uit in zijn boek ‘Roots of our Faith’ (Wortels van ons geloof). Die wortel is tegelijk de Here Jezus. Want Hij is het Woord. Wij zijn geënt tussen de andere Israël-takken. We zitten dus middenin Israël. Want die Israël-takken zijn blijkbaar nog steeds verbonden aan de edele olijf. Hoe komt het toch dat zoveel christenen en ook gemeentes ‘niets met Israël hebben’?
Naar Efeze
In zijn brief aan de gemeente te Efeze begint Paulus meteen na zijn groet met ons, gelovigen-uit-de-volken, erop te wijzen dat wij geadopteerd zijn. Waartoe? Om ‘als zonen van Hem te worden aangenomen door Christus Jezus’ (Efeziërs 1:5). ‘Geadopteerd’ staat er in de Engelse NIV-vertaling. We zijn ‘medeburgers van de heiligen, huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten’ (Efeziërs 2:19,20). Een fundament, ook van de profeten. Apostelen staat voor het Nieuwe en profeten voor het Oude Testament.
Dan gaat Paulus verder met het ‘geheimenis’ te onthullen. We zijn mede-erfgenamen, medeleden en medegenoten van de belofte. Allemaal: ‘mede’. Met wie? Met het Joodse volk, met Israël. We zitten dus middenin Israël. In Christus hebben we een ‘permanente verblijfsvergunning’ gekregen bij Gods volk. Het meest verrassende voor de Joodse Eerste Gemeente was niet dat er redding was gekomen voor het Joodse volk, maar dat ‘God ook de heidenen de bekering ten leven had geschonken’ (Handelingen 11:18). Het is een verbazingwekkend, onbegrijpelijk, tragisch feit dat veel heiden-christenen en zelfs veel kerken en gemeentes ‘niets met Israël’ en zelfs niets met het Oude Testament hebben. Zij beseffen niet dat ze zichzelf als geënte takken hebben afgesneden van de edele olijf en losgemaakt van de heilige wortel. Die afgesneden takken liggen naast de olijf nog een tijdje groen te zijn maar ze zijn dood. Zou hier een oorzaak liggen van het uitdoven van veel opwekkingen?
Terug naar Jeruzalem
Als de gemeente van Christus zijn plaats gaat innemen als ‘medeburgers van de heiligen’, is er misschien nog wat smaak voor de HERE aan ons land. Dus hoop! Wat kunnen wij doen? Enkele suggesties:
• Maak het een regel dat op elke bidstond of in elke dienst voor Israël gebeden wordt.
• Onze ‘verplichte’ financiële handreiking aan de ‘heiligen te Jeruzalem’ (Romeinen 15:26,27) voldoen.
• Met Pasen een seidermaaltijd onder leiding van messiaans-Joodse broeders.
• Of zoals al vaker gebeurt, Loofhuttenfeest vieren met Israël. De HERE zegene u onderweg naar Jeruzalem.
Jan van Barneveld