Techniek: zegen en bedreiging (1)

Prof. dr. ir. E. Schuurman • 82 - 2006/07 • Uitgave: 22
Gevangene van de technologie



Aan de ontwikkeling van de technologie in het algemeen hebben we veel te danken. Toch wordt ook de keerzijde steeds duidelijker. De technologie brengt niet alleen zegen, maar vormt ook een bedreiging. Droombeeld en schrikbeeld staan tegenover elkaar.



Om een goed zicht te krijgen op wat er gaande is, wil ik aandacht vragen voor vier punten. Allereerst wil ik iets zeggen over de ontwikkeling van de moderne techniek in het algemeen. Daardoor krijgen we een beter zicht op wat er is gebeurd en staat te gebeuren. Het tweede punt dat ik wil benadrukken is, dat we met de nieuwste technologische ontwikkelingen in een nieuwe situatie terecht zijn gekomen.

Het derde punt vraagt aandacht voor verarming of verrijking van de cultuur door de techniek en tenslotte willen we ons afvragen hoe we blijvend met de technologie dienstbaar kunnen zijn, dus onze verantwoordelijkheid moeten dragen. (zie het vervolg in Het Zoeklicht 23, red)



1. Technische ontwikkeling in hoofdlijnen



Allereerst dus iets over de ontwikkeling van de techniek. Als we over techniek spreken, kunnen we een belangrijk onderscheid aanbrengen. De techniekgeschiedenis valt in twee delen uiteen. We kennen de ontwikkeling van de ambachtelijke techniek. Dat is de techniek van de timmerman en de smid. Ze gebruiken gereedschap om iets te maken. In deze ambachtelijke fase van de techniek heeft de mens er volledig zeggenschap over. Dat lijkt goed en dat is het ook, maar de keerzijde daarvan is wel dat dit gepaard gaat met lichamelijke lasten en moeiten.

In de latere fase, die van de moderne techniek, is er van een directe relatie tussen mens en techniek niet zozeer meer sprake. Door de invloed van de wetenschap op de techniek, zijn we in staat gebleken ervoor te zorgen dat het gereedschap steeds meer zelfstandig gaat werken. We kennen dat in een oplopende reeks van werktuigen, machines, automaten, computers en uiteindelijk robots, zelfwerkende systemen, enz. Door deze techniek wordt de mens ontlast, maar krijgt de technologie ook een indringender karakter. We spreken terecht van informatie- en communicatietechniek.

Ondertussen hebben we met nog iets speciaals te maken. De vroegere, ambachtelijke techniek maakte een onderdeel uit van de samenleving. De moderne techniek stempelt heel de maatschappij. Het ambachtelijke gereedschap kon je naast je neer leggen, zonder dat de samenleving daar de invloed van ondervond. De ambachtelijke techniek is persoonlijk, overzichtelijk, statisch -dat wil zeggen er vindt nauwelijks vernieuwing plaats-, ongedifferentieerd. Van dat alles is bij de moderne techniek geen sprake meer.



De moderne techniek is onpersoonlijk, onoverzichtelijk, zeer dynamisch, zij vernieuwt voortdurend, doordringt alle sectoren van het menselijk leven en de samenleving. De techniek is een systeem, een netwerk geworden dat heel de maatschappij doortrekt. We spreken terecht van Internet. De omgeving van de mens wordt daardoor steeds kunstmatiger: de moderne techniek omringt de mens als het ware. Had de mens vroeger de techniek in de hand, was hij er de baas over, nu lijkt het erop dat hij aan de hand van de techniek gaat. Gaat er met die techniek iets mis, dan ondervindt heel de maatschappij daarvan de gevolgen. We kennen dat in geval van een stroomstoring, of via de gevolgen van het verspreiden van een computervirus via email. Terwijl onze maatschappij technischer is dan ooit tevoren, is ze tegelijk ook kwetsbaarder geworden.



2. Nieuwe situatie



Het is niet voor niets dat velen in hun beschouwing over de moderne techniek spreken als over een autonome, eigen-wettelijke technische ontwikkeling. De mens heeft veel in de techniek geïnvesteerd, maar heeft er blijkbaar steeds minder over te zeggen. Daarvan was in de ambachtelijke fase van de techniek, de fase van de materietechniek, nog geen sprake. In de fase van de energietechniek zien we al veel zelfstandig werkende machines, maar in de laatste fase, die van de informatietechnologie, is het gereedschap volledig van de mens los gekomen en werkt het zo zelfstandig, dat het schijnt alsof alles automatisch verloopt. De mens schijnt ondertussen de gevangene van deze technologie te worden.
Dat moet vooral benadrukt worden: het schijnt dat de techniek autonoom is. In werkelijkheid is dat natuurlijk niet zo, want alle techniek is mensenwerk. De filosoof Ernst Kapp (ongeveer 1880) heeft gezegd dat wij menselijke functies in het gereedschap projecteren. In de hamer hebben we de kracht van onze vuist geprojecteerd en daarmee versterkt. Met de microscoop versterken we de functie van onze ogen. De nijptang geeft een vergroting van mogelijkheden van onze kaken weer, enz. In de computer ten slotte, hebben we het denken van de mens geprojecteerd en daarom spreken we bij de computer wel van het denkgereedschap. Omdat de computer zeer snel en onvermoeibaar werkt, wekt ze de schijn volledig onafhankelijk van de mens te werken. Dat is schijn, zij het dan wel een werkzame schijn. En zoals we dat van een enkele computer zeggen, zeggen we dat van de hele technische ontwikkeling: de informatietechnologie vertoont autonomie: ze is het beste weer te geven met werkzame autonomie als schijn. Daardoor wordt de indruk gewekt dat de mens wordt ingekapseld.



Het interessante van Kapp is dat hij de techniek steeds als gereedschap van de mens blijft zien. Maar ondertussen zitten wij in een situatie waarin we dat niet meer zo ervaren. Het heeft er alle schijn van dat de techniek ons boven het hoofd groeit.

Dat komt vooral doordat de computers steeds kleiner zijn geworden en tegelijk steeds sneller werken en vervolgens met elkaar dan ook nog een informatienetwerk vormen, dat onoverzichtelijk aan het worden is. In heel veel apparatuur hebben we chips verwerkt, die voor de automatische werking van onze apparaten garant staan. Dat proces van automatisering neemt nog steeds in snelheid en complexiteit toe. Ook in de gezondheidstechnologie en in de technologie die we in het onderwijs gebruiken, zijn daar veel voorbeelden van te geven.



3. Verarming of verrijking?



Voordelen
Wie onze tijd vergelijkt met een paar eeuwen terug, ziet van die moderne techniek de grote voordelen. De gemiddelde levensduur is verlengd. Riolering en waterzuivering zorgen voor een meer gezonde omgeving. Mechanisering, automatisering en robotisering hebben mensen van veel zware lichamelijke en routine arbeid verlost. De materiële welvaart is ongekend. We maken dankbaar gebruik van vele medische technieken, die het leven van kwalen kunnen genezen. De moderne communicatiemiddelen verschaffen ons ongekende informatie. In zekere zin zou de techniek ons van veel materiële zorgen moeten vrijmaken en ons in staat stellen meer geestelijk werk te doen.

Het is geen wonder dat lange tijd de loftrompet geheven werd op de techniek. “De wonderen van de techniek”, “De eeuw van de techniek”, “De triomf van de techniek” werden zo'n dertig jaar geleden als boektitels gebruikt of als slogans gehanteerd, om te wijzen op de overvloedige zegeningen van de techniek. De voorstellingswereld of het werkelijkheidsbeeld werd zelfs bepaald door de mogelijkheden van de techniek. Techniek werd, met andere woorden, steeds meer de leidraad voor de technische ontwikkeling zelf. Alles wat mogelijk was, werd toegepast.



Prof. dr. ir. E. Schuurman



Het vervolg van dit essay leest u in het volgende nummer. Dan gaat prof. Schuurman in op de schaduwzijden van de wetenschappelijk-technische ontwikkeling en over de wijsheid om verantwoord met de techniek om te gaan. Citaat uit deel 2: “Wijsheid is niet dat je veel weet, maar wijsheid heeft te maken met een diep inzicht hebben in motieven en verantwoordelijkheden.”