Sympathie voor de Palestijnen?

Jan van Barneveld • 90 - 2014 • Uitgave: 17
De meeste grote traditionele kerken in het Westen hebben veel sympathie voor de ‘Palestijnen’ en steeds meer kritiek op Israël. Ook een groeiend deel van de evangelische, Bijbelgetrouwe christenheid valt voor de propaganda voor de zogenaamde ‘rechten van arme, door Israël onderdrukte ‘Palestijnen’’. Het is opvallend dat in discussies en artikelen over Israël en de ‘Palestijnen’ de Bijbel nauwelijks een rol speelt. Signalen, die de Bijbel ‘tekenen van de tijd’ noemt, worden schouderophalend genegeerd. Terwijl de Bijbel Gods gezaghebbend Woord is. Ook in zaken rond Israël.

Deze afnemende sympathie en steun voor Israël is voor een deel het gevolg van gebrek aan Bijbelkennis en vrucht van een vaag denken vanuit de vervangingstheologie. Deze dwaalleer blijkt al eeuwen een sterk wapen in de handen van vijanden van Gods volk. Eén van de verdrietige gevolgen van deze ontwikkeling is de voortdurende val van deze kerken en groepen. In dit artikel noemen we vijf actuele en belangrijke uitspraken van de HERE, de God van Israël over Zijn relatie met Israël.

Over de ballingschap
Leviticus 26 voorzegt de zegeningen die Israël krijgt als Gods geboden worden gehoorzaamd (3-13). Daarna, in de verzen 14-43, staan de verschrikkelijke dingen die over hen komen als Israël niet luistert. Ziektes, nederlagen, hongersnoden, vervolging en ballingschap. Het meeste is letterlijk over Israël gekomen. Het is niet het einde van Israël. ‘Maar ook zelfs wanneer zij in het land van hun vijanden zijn, versmaad Ik hen niet en heb Ik geen afkeer van hen zodat Ik hen zou vernietigen en Mijn verbond met hen verbreken, want Ik ben de HERE, hun God. Maar Ik zal hun ten goede gedenken het verbond met hun voorvaderen’ (44,45).
Kerk en wereld hebben het Joodse volk veracht en geprobeerd te vernietigen. Kerken trokken de verbonden naar zich toe. Maar de HERE, de trouwe Verbondsgod van Israël, versmaadde hen niet. Hij gaat door met het herstel van Zijn volk. God stelt Babel als voorbeeld en zegt: ‘Ik ben tegen Mijn volk toornig geweest, Ik heb Mijn erfdeel ontwijd en het in uw macht overgegeven; gij hebt het geen barmhartigheid bewezen’ (Jesaja 47:6). Vertaald naar deze tijd: Israël kan fouten maken en in de problemen komen. Gij dient hen barmhartigheid te bewijzen, maar hebt Israël geboycot en onrechtvaardig bekritiseerd.

Geen spijt
Paulus besteedt veel aandacht aan Gods plannen met Israël en onze relatie met Gods volk. Ongeveer een kwart van zijn onderwijs aan de kerk te Rome gaat over Israël. In plaats van één magere Israëlzondag per jaar zouden het er ¼ x 52 = 13 moeten zijn. We letten even op een krachtige uitspraak van de apostel: ‘De genadegaven en de roeping van God zijn onberouwelijk’ (Romeinen 11:29). God heeft er geen spijt van dat Hij Israël heeft uitgekozen als Zijn knecht. Hij kiest geen andere knecht, want Hij vergist Zich nooit. Ook houdt Hij, die een God van trouw is, Zijn beloften en genadegaven aan Israël. God zal recht verschaffen aan Zijn volk en zij zullen ‘het koningschap in bezit krijgen’ (Daniël 7:18 en 22).
De haat en strijd van de islam tegen Israël is in wezen strijd om het Koninkrijk. Nauwelijks had Abu Bakr al-Baghdadi de Islamitische Staat (IS) uitgeroepen in delen van Irak en Syrië en zich als kalief benoemd, of er klonken stemmen dat het kalifaat van Turkije, als het herstelde Ottomaans-Turkse rijk, zal herrijzen. Premier Erdogan wordt dor veel aanhangers als de nieuwe kalief gezien. In Den Haag was er op 4 juli een schandalige, antisemitische moslimdemonstratie van de IS in de Schilderswijk.

De Koning komt
Eén van de belangrijkste thema’s van de Bijbel: De Koning komt! In dit verband een belangrijke uitleg van Paulus van Jesaja 59:20. Het gedeelte dat Paulus aanhaalt luidt: ‘Maar als Verlosser komt Hij voor Sion en voor wie zich in Jakob van overtreding bekeren.’ Nu Paulus’ ‘vertaling’ van deze profetie: ‘De Verlosser zal uit Sion komen, Hij zal goddeloosheden van Jakob afwenden’ (Romeinen 11:26). Voordat Hij uit Sion kan komen moet Hij eerst voor Sion komen. Ook in dit verband geldt: ‘Eerst de Jood, maar ook de Griek’ (Romeinen 1:16 en 2:30).
Hij is heengegaan als Koning van de Joden en Hij komt terug als de Koning-Messias, de Zoon van David. Dan pas wordt de belofte die de engel Gabriël aan Maria doorgaf, vervuld: ‘God zal Hem de troon van Zijn vader David geven en Hij zal als Koning over het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid’ (Lucas 32,33). De strijd om en rond Israël is een strijd om het komende Koninkrijk. Het gaat om een sharia-kalifaat of het Koninkrijk van de Here Jezus.

Onze oudere broer
Toen Israël pas ‘geboren was’, uit Egypte verlost, moest Mozes het volk in de wereld introduceren. Bij de machthebber in die tijd, bij Farao. Tegen Farao zei Mozes: ‘Zo zegt de HERE: Israël is Mijn eerstgeboren zoon’ (Exodus 4:22). ‘Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, zodat zij zich niet ontfermen zou over het kind van haar schoot? Al zouden zij die vergeten, toch vergeet Ik u niet’, zegt de HERE over Sion (Jesaja 49:15). Efraïm is Gods lievelingszoon (Jeremia 31:20). Onze zoon is en blijft onze zoon. Ook al gaat hij verkeerd.
Wij, als gelovigen-uit-de-volken, zijn geadopteerde zonen: ‘In liefde heeft Hij ons tevoren ertoe bestemd als zonen van Hem te worden aangenomen (in de Engelse NIV-vertaling staat: adopted) door Jezus Christus’ (Efeziërs 1:5). Dat is onze plaats in de familie van God. Daarom vraagt Paulus ons dringend: ‘Aanvaardt elkaar’ (Romeinen 15:7). God Zelf komt wel klaar met Zijn eerstgeboren zoon. Want er staat geschreven: ‘Hij Zelf zal Israël verlossen van al zijn ongerechtigheden’ (Psalm 130:8).

Een actuele waarschuwing
We citeren enkele delen uit Jesaja 41:8-15. ‘Maar gij, Israël, Mijn knecht, Jakob die Ik verkoren heb… gij die Ik gegrepen heb van de einden van de aarde en geroepen uit haar uithoeken… vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond want Ik ben uw God. Zie allen die tegen u in woede ontstoken zijn staan beschaamd; de mannen die u bestrijden worden als niets en komen om… de mannen die oorlog tegen u voeren… vrees niet Ik help u.’
Vier stukjes commentaar:
1. Het gaat niet om de uittocht uit Egypte. Ook niet om de terugkeer uit de Babylonische ballingschap. Het gaat heel actueel om de huidige terugkeer van Israël uit ‘de einden en uithoeken van de aarde.’
2. De haat van de volken, de nauwelijks verborgen woede van sommige politieke en kerkelijke leiders, de oorlog, dat alles zien we nu rond en tegen Israël gebeuren.
3. Deze bestrijders worden als niets en komen om.
4. Bemoediging voor Israël: ‘Vrees niet, Ik help u.’

Jan van Barneveld