Stort op ons Uw vuur!

Leen J. van Valen • 93 - 2017 • Uitgave: 20
Vuur heeft in de loop van de eeuwen veel mensenlevens gekost. We denken dan vooral aan het oorlogsvuur van twee wereldoorlogen met als eindgebeurtenis het vuur van de atoombommen van Hiroshima en Nagasaki. Maar wat te denken van de discipelen van Jezus, Jakobus en Johannes, die het voorstel deden om vuur van de hemel te doen neerdalen? Maar Christus is toch niet gekomen om zielen te verderven maar om te behouden?

Bij de Zoon van God gaat het ten diepste om een ander vuur, het vuur van Gods Geest. Het vuur dat mensenharten vernieuwt, zuivert, reinigt van de zonde. Het vuur dat zielen vervult met Gods genade en liefde. Het vuur dat ook bevrijdt van ik-gerichte stellingen en heilige huisjes omver werpt. Het is het vuur dat Gods gemeente doet ontwaken uit een doodse gestalte. Om dit vuur gaat het hier. Vuur van de hemel!

De geest van Verlichting
De kerk vandaag, ook in ons land, is ingezonken. De kracht van de Reformatie is grotendeels gebroken. Wie dat niet ziet, is blind. Die maakt van de herdenking van de Reformatie een nostalgisch feest. Die beseft niet voldoende dat reformatie een doorgaande vernieuwende werking van Gods Geest in de gemeente is.
Er is in de geschiedenis van de Europese kerken na de hervorming een golfbeweging te zien. Er waren vernieuwingsbewegingen die volgden op tijden van verval en ingezonkenheid. Zo was het Piëtisme in de zeventiende eeuw een beweging die de innerlijke vroomheid zocht te bevorderen en zich inzette tot vernieuwing van het kerkelijke en nationale leven. Zij had niet alleen te maken met een dode orthodoxie, maar ook met een geest van dwaling die wilde afrekenen met grondzaken van het christelijke geloof. In de achttiende eeuw werkte deze geest van Verlichting met kracht door. Universiteiten en ook protestantse theologen werden hierdoor geïnfiltreerd. De confrontatie met hen die het Dit laatste was aan het einde van de zeventiende eeuw het begin van het proces van het verlichte denken dat toesloeg op de gevestigde kerken in Europa.
In de achttiende eeuw werkte deze geest van Verlichting met kracht door. Universiteiten en ook protestantse theologen werden hierdoor geïnfiltreerd. De confrontatie met hen die het
klassieke protestantse belijden bleven aanhangen was heftig, ook in ons land. Maar juist onder deze moed-benemende omstandigheden werd een vuur aangewakkerd dat harten deed branden en plaatsen en streken veranderde.

De grote opwekkingen in de 18e eeuw
De seculiere geschiedschrijving over de ‘eeuw van verlichting’ besteedt weinig aandacht aan de grote opwekkingen die in de achttiende eeuw in verschillende landen plaatsvonden. Zowel in landen waar Lutherse kerken zijn als in landen waar het Calvinisme wortel geschoten heeft, werden gebeden van gelovigen om een nieuwe reformatie verhoord. Mannen die vol waren van de Heilige Geest, zoals Jonathan Edwards (1703-1754) in Noord-Amerika, John Wesley (1703-1791) en George Whitefield (1714-1770) in de Britse gebieden en Graaf van Zinzendorf (1700-1760) in de Duitse rijken, preekten voor vele duizenden het Woord van verzoening door Christus. Bijeenkomsten in kerken en onder de open hemel werden toonbeelden van mensen die diep overtuigd werden van hun verlorenheid en die tot de ruimte van Gods vergevende genade kwamen.
De opwekkingspredikers gebruikten geen liturgische attributen, geen drama of humoristische voorbeelden om de aandacht van het gehoor vast te houden. Zij hadden alleen het Woord van God in de hand. Hun boodschap was die van zonde en van genade. De Heere Jezus stond in hun bediening centraal. Zij brachten een onvoorwaardelijk Evangelie. De scherpte van de wet van God werd niet gemist, maar deze vormde geen barricade om de boodschap van het kruis van Christus af te schermen. Gods boodschap werd dichtbij het hart gebracht en dat zonder omwegen. De impact van de ‘revivals’ was vooral in Engeland groot.

Oasen in de geestelijke duisternis
Het opwekkingsvuur werd ook in de negentiende eeuw aangewakkerd. Daarin springt vooral dat van 1858-1860 in het oog. Wel bleef deze beweging voornamelijk beperkt tot de Engelstalige landen. Gebedsbijeenkomsten in New York gaven de aanzet tot een brede gebedsbeweging waarbij duizenden waren betrokken. In de jaren 1870 waren het de rondreizen van de Amerikaanse wereldevangelist D.L. Moody (1837-1899) die in de Britse gebieden tot grote zegen waren.
In de vorige eeuw werd West-Europa en ook Noord-Amerika getekend door een diep zedelijk verval en kerkverlating. Toch zijn oasen in de geestelijke duisternis te zien, zoals door het evangelisatiewerk van Billy Graham die ook in ons land verschillende malen optrad. Opwekkingen op kleine schaal vonden hier en daar plaats, zoals rond 1950 op het Schotse eiland Lewis. Al deze bewegingen bleken echter niet in staat om de algemene voortgaande secularisatie te stuiten.
De huidige situatie biedt weinig perspectief op verandering. Toch is deze niet hopeloos. Vuur van de hemel is nodig om de duisternis te verdrijven. Het gebed van het overblijfsel van Israël ten tijde van Jesaja moge ons vervullen: ‘Och, dat Gij de hemel scheurdet’ (Jesaja 64:1, SV). Gods beloften, vooral die voor Israël, bieden perspectief voor een geestelijk herleven.
Dr. Martyn Lloyd Jones (1899-1981), de bekende prediker van Westminister Chapel in Londen, sprak eens over opwekking in gereformeerd perspectief. Hij merkte daarbij op: “Er is geen onderwerp dat van een groter belang is voor de huidige christelijke gemeente dan dat van herleving. Dit behoort een thema te zijn van onze voortdurende meditatie, prediking en gebed.” (Robert Davis Smart e.a. editors, ‘Pentecostal Outpourings. Revival and the Reformed tradition’, Grand Rapids 2016).

De vijf ‘Sola’s’
De basis van de ‘revivals’ was het bijbels reformatorisch belijden dat wel onder de noemer van vijf ‘Sola’s’ wordt gebracht. De belangrijkste hiervan zijn ‘Solus Christus’ en ‘Soli Deo Gloria’. Deze vertoonden zich krachtig tijdens deze bewegingen. De prediking van mannen als Edwards en Whitefield was hierdoor gestempeld. Gods Geest werkt immers om Christus in Zijn rijkdom voor te stellen en de eer van een Drie-enige God te beklemtonen. Maar ook de andere ‘Sola’s’ die verduisterd waren door allerlei wind van leer, werden van harte onderschreven: Alleen geloof, alleen genade, alleen de Schrift.
Als aan de Sola’s getornd wordt, trekt de Heilige Geest Zich terug. In Schotland, dat zoveel heerlijkheid kende door verschillende opwekkingen, kwam het verval aan het einde van de negentiende eeuw. Vooral aanvallen op het Schriftgezag, het zoeken van een compromis met het evolutiedenken en een oppervlakkig begrip van geloof en bekering bleken funest te zijn. Ook voor ons is dit een baken in zee!

Vruchtbare velden
Niemand minder dan de reformator Johannes Calvijn (1509-1564) beschrijft in zijn commentaar op Jesaja 32:15 een tijd van vernieuwing die de gemeente van God gedurende een periode van verval kan doormaken: ‘Het herstel van de kerk gaat alleen voort door de genade van God, die de dorheid alleen kan wegnemen als Hij kracht van boven schenkt. Want Hij Die alle dingen uit niets heeft geschapen alsof zij voordien geweest zijn, is machtig om in een ogenblik vernieuwing te geven… Wij worden vernieuwd zodra de Heere Zijn Geest van de hemel doet nederdalen. Dan kunnen wij die een ‘wildernis’ waren tot vruchtbare velden worden omgezet… Daarom moeten wij, telkens als de kerk wordt bezocht en als haar toestand welhaast hopeloos is, onze ogen tot de hemel opheffen en geheel afhankelijk zijn van deze beloften’ (geciteerd in het genoemde boek ‘Pentecostal Outpourings’, p. VIII).

‘Kom Jezus, kom,
vul dit land met Uw heerlijkheid
Kom Heil’ge Geest, stort op ons Uw vuur’


Leen J. van Valen