Stormen in zijn leven én in zijn zangbundel

ds. Theo Niemeijer • 93 - 2017 • Uitgave: Joh. de Hee
Waarom staan er zoveel liederen over de zee, golven en stormen in de bundel van Joh. de Heer?

Van jongs af aan was Johannes de Heer onder de indruk van het geweld van de zee en de storm. Niet omdat hij zo vaak op zee te vinden was. In Rotterdam, waar hij opgroeide en een groot gedeelte van zijn leven doorbracht, had men wel regelmatig te maken met de invloed van de zee. Grote schepen voeren weg, de wereldzeeën op, anderen lagen voor anker na een behouden reis van vele weken. Al dit scheepsverkeer zal hem zeker aangezet hebben tot het schrijven van een aantal liederen in de bundel die iets te maken hadden met de zee en haar geweld.
Ook had Johannes de Heer te maken met de overstroming in Rotterdam, waarbij het water precies onder de drempel van zijn muziekhandel bleef staan. Een Godswonder dat grote indruk op hem gemaakt heeft en zijn leven heeft veranderd.

Veilig in Jezus’ armen
Ook in zijn persoonlijke leven heeft Johannes de Heer veel ‘stormen’ meegemaakt.
Toen hij nog maar een jaar was, verloor hij al zijn moeder. In zijn huwelijk verloor hij een zoontje en drie jaar later een dochtertje van vijf. Ook zijn eigen gezondheid liet veel te wensen over. In 1910 raakte hij zwaar overspannen en kort daarna kreeg hij een ernstige gal- en leveraandoening.
Regelmatig was hij zwaar ziek, maar op de goede momenten tussen zijn ziekteperiodes bleef hij actief in de verkondiging van het evangelie. In 1947 kreeg hij een hersenbloeding, waardoor zijn spraakvermogen zeer beperkt werd. In 1959 sprak hij voor het laatst in het openbaar tijdens het veertigjarige jubileum van “Het Zoeklicht”. Twee jaar later overleed hij in Driebergen. Op zijn graf staan de woorden: ‘Veilig in Jezus armen’.

Een nieuwe bundel
In de Rotterdamse stadsevangelisatiekring ‘Jeruel’ was Johannes de Heer een trouwe bezoeker, waar hij veel Bijbelstudies volgde. Omdat hij orgel kon spelen, begeleidde hij al gauw de samenzang. Hij ontdekte al snel dat de liederenbundels die gebruikt werden erg beperkt waren en niet voldeden. Er waren zo’n zes verschillende bundels waaruit op de avonden gezongen werd.
Tijdens een zakenreis in Londen ontdekte Johannes de Heer in een boekwinkel een prachtige zangbundel met zo’n 800 liederen voor fl.1,50. Zijn wens was geboren om ook zo'n soort bundel voor Nederland te hebben. Dit zette hem aan tot het verzamelen van nieuwe liederen, met name gospel hymns

uit de VS, Wales en Engeland en van het Leger des Heils. Hij vertaalde deze liederen en zijn vriend J. Hovy bewerkte ze muzikaal. Zelf schreef Johannes de Heer ook een aantal liederen en zo werd, binnen negen maanden van hard werken, in 1905 de eerste zangbundel met 675 liederen uitgegeven. Zijn liederen waren literair en muzikaal lang niet volmaakt en werden erg bekritiseerd, maar het was Johannes de Heer te doen om de inhoud en de tekst die een duidelijk evangelie moest bevatten. En zo werd elk lied wel haast een preek!

Enkele van deze liederen zijn:

Lied 6
‘Als de levensstormen woeden rondom mij op zee of land, dan zal ik mijn toevlucht zoeken, in de schaduw van Gods Hand.’ (vers 1)
U begrijpt wel, dat de tekst sprekend is voor het leven van Johannes de Heer zelf, maar daarmee ook voor velen die te maken hebben met stormen in hun leven. Het refrein van dit lied gaat dan over de Hand van God, waarmee we in deze moeilijke momenten bedekt worden, waardoor we midden in de storm toch bij Hem veilig kunnen rusten.

Lied 73
‘Zie ons wachten aan de stromen, aan de oever der rivier; straks zal onze Bootsman komen, en wij varen af van hier.’ (vers 1)
Refrein:
‘Hoe de storm ook moge woeden, op de reis naar d' eeuwigheid, Jezus is de trouwe Bootsman, die ons altijd veilig leidt.’
Dit lied bepaalt ons bij het wachten op de komst van de Bootsman, de Here Jezus. We zijn op reis naar de eeuwigheid en Hij leidt ons naar deze veilige haven. Hij gebruikt hier de term ‘en wij varen af van hier’, een uitdrukking die letterlijk door Paulus gebruikt wordt in 2 Timoteüs 4:6 en Filippenzen 1:23, waar Paulus het heeft over zijn ‘afvaart’ (letterlijke grondtekst), zijn heengaan, naar de Here Jezus in heerlijkheid.
‘Velen, die wij hier beminden, zijn ons reeds vooruit gegaan, straks, vereend met hen voor eeuwig, zullen w' ook voor Jezus staan.’ (vers 4)
Zo herkenbaar zijn deze woorden voor Johannes de Heer zelf. Zo’n dertig jaar voor zijn eigen heengaan moest hij al afscheid nemen van zijn echtgenote, maar daarvoor ook al van zijn zoontje en dochtertje. Ook veel anderen zullen zich in deze tekst herkennen en getroost worden.

Lied 185
‘’k Moet de Heiland met mij hebben, want ik kan alleen niet gaan; maar met Hem meer dan verwinnaar, durf ik ied’re storm weerstaan.’ (vers 1)
Kenmerkend voor Johannes de Heer was het dat hij vele stormen doorworsteld had, maar elke keer weer als overwinnaar tevoorschijn kwam. Na elke ziekteperiode, kwam hij er weer bovenop om met volle inzet de Here te dienen.
In het refrein komt dan de regel voor: ‘ik wil volgen, zonder vragen’. Dat had hij inmiddels wel geleerd. Er zijn zoveel vragen waar we nooit een antwoord op zullen krijgen, hij had het vragen afgeleerd!

Lied 213
‘’t Scheepje onder Jezus hoede, met de kruisvlag hoog in top. Neemt als arke der verlossing, allen die in nood zijn op.’
Refrein:
‘Al staat de zee ook hol en hoog, en zweept de storm ons voort, wij hebben ’s Vaders Zoon aan boord, en ’t veilig strand voor oog.’
Dit is wel één van de bekendste liederen uit de bundel. Het thema over de zee, de golven en de storm leent zich ook prima voor evangelisatie. Johannes de Heer liet geen kans voorbij gaan om mensen uit te nodigen om tot de Here Jezus te komen.
Zo richt hij zich in het derde couplet rechtstreeks tot de verloren zondaar:
‘Arme zondaar, zie de kruisvlag wapp’rend langs de oceaan. Weet, De Heer is in het scheepje. Kom, neem uw verlossing aan!’
Hier wordt de zondaar uitdrukkelijk uitgenodigd om tot de Here Jezus te komen en in het scheepje te stappen. Mag ik u persoonlijk de vraag stellen, of u deze stap ook al gedaan hebt?

Lied 256
‘Als op ’s levenszee de stormwind om u loeit, als ge tevergeefs uw arme hart vermoeit. Tel uw zegeningen, tel ze één voor één, en ge zegt verwonderd: Hij liet nooit alleen.’
Hier worden we opgeroepen om midden in de stormwind, niet verblind te raken maar onze ogen open te houden voor de zegeningen die er dan ook zijn. Zijn persoonlijk getuigenis was: Hij liet nooit alleen! In alle moeite was Hij er bij.

Lied 639
‘Klem vast aan de Rots u, ’t gevaar dreigt altoos; klem vast u aan Jezus, die ’t kruis voor u koos. Zijn liefde’ is uw sterkte; wat Hij heeft volbracht, geeft vreed’ u en blijdschap, welk kruis u ook wacht.’
Refrein:
‘Klem vast aan de Rots u, wat stormweder woedt, ’t is veilig waar Jezus Gods kind’ren behoedt.’
Prachtig, zoals we hier kunnen zien, hoe belangrijk het is om ons in de beproevingen niet in de eerste plaats aan mensen maar aan de Here Jezus vast te klampen.

Het laatste lied dat ik nog even wil noemen is lied 803
‘Geef de Heiland ’t roer in handen van uw aardse levensschip. Hij zal veilig u doen landen, Hij kent elke rots en klip. Zij uw scheepje groot of klein, laat de Heiland Stuurman zijn. (bis)’
In dit lied worden we opgeroepen om ons stuur uit handen te geven en ons door Hem te laten leiden. In het vierde couplet wordt gesproken over het grootste gevaar, niet gevormd door de rotsen en klippen, maar door het feit, dat we zo snel geneigd zijn het stuur in eigen handen te nemen.

Veel andere liederen over dit thema uit deze bundel zou ik met u door kunnen nemen, maar genoemde liederen moeten voldoende zijn om u te laten zien waarom zee, golven en stormen een belangrijke rol speelden in het leven van Johannes de Heer.

Theo Niemeijer