Spreuken 9:2-4 - Evangeliseren, een roeping voor enkelen?

Els ter Welle • 92 - 2016 • Uitgave: 22
‘Wijsheid geeft een feest. Ze heeft het vlees gebraden, de wijn staat klaar en de tafel is gedekt. Ze heeft haar dienaressen naar de stad gestuurd. Die moeten de mensen uitnodigen. Ze moeten vanaf de stadsmuur roepen, zodat iedereen het kan horen: “Kom mee naar het feest!”’ (Spreuken 9:2-4, BIGT)

De opperste Wijsheid geeft een feest. Zo vertaalt de Staten vertaling het. Het woord wijsheid staat namelijk in de grondtekst in het meervoud. Prachtig! Jezus is immers die Wijsheid en in Hem zijn alle schatten van wijsheid verborgen.

En die allesomvattende en voortreffelijke Wijsheid heeft Zelf het feestmaal bereid. Door voor ons te sterven aan het kruis werd Zijn vlees voor onze ziel het ware voedsel en Zijn bloed ware drank (Johannes 6:55). De Here Jezus nam door Zijn dood de straf die wij hadden verdiend op Zich. Daardoor werd de toegang tot het feest in de hemel voor iedereen helemaal vrij. Elk die wil mag komen!
Alleen… wie nodigt de mensen nu uit voor dat geweldige feest? Daar koos de Here Jezus u en mij voor uit! Evangeliseren / getuigen is niet voor enkelen weggelegd. Die opdracht is gegeven aan iedere gelovige.
Ons Bijbelgedeelte zegt dat de uitnodiging vanaf de stadsmuur moet worden geroepen. In Spreuken 2 wordt met stemverheffing het goede nieuws gebracht op plaatsen waar veel mensen zijn: pleinen, rumoerige straten, bij de ingangen van de poorten van de stad. Iedereen moet het horen! “Predikt het van de daken,” zegt het Nieuwe Testament heel direct! Het is gewoon een bevel. Je kunt er niet omheen.
Nu kunnen we gaan discussiëren over hoe we dat het beste in onze tijd kunnen doen. Prima, als het maar niet bij praten erover blijft. Het gaat erom dat we het doen! Bij het vissen gaat het uiteindelijk niet om de hengel en het aas, maar of je vis gevangen hebt. Bij evangelisatie is dat hetzelfde. Er zijn zoveel methoden om het Evangelie te brengen, het enige dat telt, is of we gevangen hebben!

“Maar,” zegt u: “Ik durf niet en ik kan niet.”
Jezus zei tegen Zijn discipelen: ‘Komt achter Mij en Ik zal U maken tot vissers van mensen.’ Zij zullen zeker hetzelfde hebben gedacht: ‘Hoe zullen wij, eenvoudige vissers, dat ooit kunnen?’ Maar zij deden wat Jezus van hen vroeg. Zij volgden Hem. En toen gaf Hij hen vrijmoedigheid en maakte Hij hen bekwaam. Laten we eenvoudig beginnen met getuigen, durf de stap te nemen en schaamt u niet voor het Evangelie.

De enige generatie die onze generatie kan bereiken, is onze generatie!

Els ter Welle