Spreuken 8:7 (8)

Els ter Welle • 89 - 2013 • Uitgave: 5
‘Want waarheid spreekt mijn gehemelte.’
Spreuken 8:7


In de 4e en 5e eeuw wordt een hevige strijd gestreden om de grote waarheden van de Bijbel. We zagen al dat Athanasius ‘met succes’ de Godheid van Christus verdedigde. Maar daarna wordt ook de mensheid van de Here Jezus ter discussie gesteld.
Deze Christologische strijd duurt tweeëneenhalve eeuw… Gelukkig eindigt die in een overwinning. Maar het gaat gepaard met veel gebrek aan inzicht, machtsbegeerte, liefdeloosheid en jaloezie.

Gelukkig is de gemeente geen organisatie, maar een organisme waarvan Christus het hoofd is! Hij laat nooit toe dat Zijn kerk in de kruitdamp van de strijd verloren gaat!1
Dwars door al het menselijke falen heen, wordt uiteindelijk de waarheid over de Here Jezus Christus, op het grootste concilie van de oude kerk, helder en mooi geformuleerd:
“Christus is volkomen God en ook volkomen mens. Hij is wezens gelijk aan de Vader en óók aan de mens in alles, behalve in de zonde. Hij is om ons en onze zaligheid uit de maagd Maria geboren, een en dezelfde Christus, Zoon, Heer, Eniggeboren, in twee naturen zonder vermenging, zonder verandering, zonder gedeeldheid en zonder scheiding.”

Het punt was dat men dit grote mysterie van de menswording van God met het verstand probeerde te begrijpen. Men kwam daardoor tot ingewikkelde constructies, waardoor de volledige menswording van Christus niet beleden werd. Het grote geheimenis van de incarnatie gaat echter ons menselijk verstand ver te boven. Toch geloven we het omdat de Schrift het zegt. Het is de kern van de christelijke boodschap! De grondslag voor de vergeving van onze zonden is dat Jezus mens van vlees en bloed werd en daardoor de schuld van ons op zich kon nemen. Dit is zo essentieel, dat Johannes in zijn eerste brief zegt: ‘Hieraan onderkent gij de Geest Gods: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees is gekomen, is uit God; en iedere geest die Jezus niet belijdt, is niet uit God’ (1 Johannes 4:2-3a).
Ook de postmoderne mens kan niet uit de voeten met deze Bijbelse waarheid. Het idee dat God mens is geworden wordt absurd gevonden. God wordt daardoor te concreet en vooral te persoonlijk.

Ik hoop dat u ziet dat er zaken waren in de christelijke leer waar voor de waarheid gestreden moest (en nog moet) worden!
Laten we echter oppassen dat we over dingen van ondergeschikt belang, elkaar niet in de haren zitten en hete hoofden krijgen en koude harten. Als dat gebeurt, missen we volledig Gods doel!

Els ter Welle

1 Uit de strijdende kerk door P.A de Rover