Spreuken 8:7 (7)

Els ter Welle • 89 - 2013 • Uitgave: 4
‘Want waarheid spreekt mijn gehemelte.’
Spreuken 8:7


Thomas van Aquino leeft in de tijd van de Middeleeuwen. Hij komt uit een rijke adellijke familie. Op vijftienjarige leeftijd doet hij, tegen de wil van zijn ouders, zijn intrede in een klooster van de Dominicanen. Hij geeft al zijn rijkdom op, want de groep leeft in armoede. Zijn moeder is zo boos, dat zij besluit haar andere zoons opdracht te geven om Thomas te ontvoeren. Een jaar lang blijft hij opgesloten in het kasteel van zijn ouders. Hij gebruikt deze tijd om de Bijbel te bestuderen en leert die grotendeels uit het hoofd.
Uiteindelijk laat de familie hem gaan. De beroemde Albert de Grote geeft hem jarenlang onderricht en uiteindelijk wordt Thomas de grote geleerde van die tijd. Zijn theologie wordt de grondslag van de Rooms-katholieke kerk.
Hij munt niet alleen uit in de godgeleerdheid, maar ook in de filosofie en is vooral onder de indruk van Aristoteles. Hij vindt deze oude niet–christelijke filosoof zo wijs, dat hij het voor onmogelijk houdt dat bij de zondeval ook het verstand van de mens is gevallen. De mens blijkt zonder God ook antwoorden te kunnen bedenken op de ingewikkelde problematieken van dit leven. Hiermee zet Van Aquino de deur van de Kerk open voor het humanisme. Het desastreuse gevolg is dat de waarheid van de Bijbel vermengd wordt met niet-christelijke heidense gedachten. Veel misstanden van de Rooms-katholieke Kerk van die tijd zijn hiernaar te herleiden. Een foute leer veroorzaakt altijd een ramp!

Ik lees op het ogenblik veel over de kerkgeschiedenis en het doet me heel veel. Wat een ellende allemaal, wat een dramatische gebeurtenissen door meningsverschillen… Was het allemaal wel nodig? Niemand heeft zin in conflicten, helemaal niet als we daardoor op de brandstapel komen of gemarteld worden. Toch?
Dwalingen – zoals ze er in alle tijden zijn – komen voort uit de vader der leugen. Hij is de leugenaar vanaf het begin. Daarom geeft het altijd strijd als we opkomen voor de Bijbelse waarheid, omdat het een gevecht is tegen satan.
Ik ben meer dan ooit gaan beseffen dat het op deze aarde één grote strijd is tussen de satan en God. Als de gemeente een bedenksel was geweest van mensen, dan was die er al lang niet meer geweest. De Here Jezus heeft echter beloofd in Matteüs 16:18 ‘De poorten van het dodenrijk zullen de gemeente niet overweldigen.’
Dát is gebeurd, tot de dag van vandaag. God is sterker dan satan!

Els ter Welle